Kamerlid
Kruimelpad
Actualiteitsdebat covid - mondelinge vragen aan minister Vandenbroucke
Vragen Frieda Gijbels (N-VA)
- De benutting van de testcapaciteit (55011854C)
- De variant van het SARS-CoV-2-virus in het Verenigd Koninkrijk (55011858C)
- De gegevens van de ziekenhuissurveillance (55011855C)
- De tegemoetkoming voor het gebruik van pbm's (55011888C)
- De genoomanalyse van het SARS-CoV-2-virus (55011909C)
- Het KCE-rapport over de HSMR (55012006C)
- Het KCE-rapport over de ziekenhuissurveillance (55012007C)
- Het KCE-rapport over de HTSC (hospital transport surge comité) (55012008C)
- De serologische testen en de incidentie van COVID19 (55012142C)
- De studie over de niet-medische contactberoepen (55012159C)
- Het testen van terugkeerders uit rode zones (55012211C)
- De natuurlijke immuniteit voor covid (55012253C)
- De cyberaanval op labs (55012287C)
Deze vragen kwamen aan bod tijdens het actualiteitsdebat.
Le président:
Bonjour à toutes et tous.
Frieda Gijbels (N-VA):
Op een aantal zaken wil ik graag specifiek ingaan en een aantal bijkomende vragen stellen. Op welke manier wordt gecontroleerd op de Britse variant van het coronavirus? Hoeveel controles zijn al uitgevoerd? Hoeveel van die controles waren positief voor de nieuwe variant? Er is een soort pilootproject opgezet.
We hebben natuurlijk zoveel mogelijk informatie zo snel mogelijk nodig. Hoe staat het nu met het afvalwaterscreeningsproject? Dit zou kunnen helpen om nieuwe clusters snel te detecteren. Dit wordt al in verschillende landen toegepast. Het zou ook een early warning zijn en al voor de positieve testen een indicatie kunnen zijn in welke zones zich nieuwe clusters voordoen. Hoeveel terugkeerders uit rode zones laten zich testen? Deze vraag heb ik ook ingediend.
Worden de testen van de terugkeerders wel gelinkt aan de PLF's? Sommige terugkeerders laten weten dat hun code niet wordt gebruikt. Hebt u daar een zicht op? Voor het kerstreces had u beloofd dat wij het advies over de nietmedische contactberoepen zouden ontvangen. Waar kunnen wij die gegevens vinden? Ik heb ze niet meteen gevonden.
Recent hoorden we via de pers dat er een cyberaanval zou zijn geweest op verschillende klinische labs. Wat was daar juist het probleem? Zijn alle voorzorgsmaatregelen genomen om de data goed te beschermen? Zijn er gevoelige patiëntengegevens gelekt?
Ik ben blij dat u de laatste tijd pleit voor meer testen. De positiviteitsratio moet naar 5 % evolueren. In de meeste provincies lijkt dat ook wel te lukken. Een aantal provincies moet daar toch wel een tandje bij steken. Op welke manier wilt u dit verder stimuleren?
....
De voorzitster:
Mijnheer de minister, het woord is aan u. Ik hoop dat u enige klaarheid kunt brengen.
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw de voorzitster, ik zal proberen synthetisch te antwoorden op alle vragen, het zijn er zeer veel. Ik hoop dat ik de goede synthese maak. Met betrekking tot de huidige situatie, de evolutie van de cijfers is inderdaad een reden tot zorg. Wij kunnen niet zeggen dat wij aan het begin staan van een derde golf, omdat de cijfers in verschillende richtingen gaan. Wij zien een sterke toename van het aantal bevestigde besmettingen, maar wij zien anderzijds ook dat de positiviteitsratio ondertussen wel gedaald is ten opzichte van de situatie tijdens de kerstvakantie. Daar is een evidente verklaring voor: wij testen vandaag opnieuw veel meer mensen dan tijdens de kerstvakantie en dus stellen wij meer besmettingen vast, maar in verhouding tot het aantal mensen dat wij testen, is de besmettingsgraad minder. Als men een beetje verder terugkijkt, ziet men dat wij zelfs met de testcijfers van vandaag, niet meer of zelfs minder aan het testen zijn dan voor de kerstvakantie. Dat is een eerste belangrijk punt. De toename van het aantal besmettingen hangt dus duidelijk vast aan het feit dat wij meer testen. We moeten ook meer testen. Ik wil een oproep doen aan heel de bevolking. Wanneer men het gevoel heeft dat men misschien COVID-19 opgedaan heeft, moet men zich laten testen. Dat is uiterst belangrijk. Ik bespreek dat ook met mijn collega-ministers van Volksgezondheid. Het is essentieel dat mensen zich laten testen. Wij hebben in de kerstvakantie ook beslist dat inwoners die terugkomen uit andere landen, in quarantaine moeten gaan, tenzij ze niet uit een rode zone komen, maar dat is uiterst zeldzaam, of tenzij ze minder dan 48 uur weg waren. Ze moeten dus in quarantaine en zich laten testen op dag 1 en op dag 7. Ik heb inderdaad ook aan het commissariaat Covid, de taskforce Testing en de leden van de GEMS de voorbije dagen herhaaldelijk gezegd dat wij moeten nadenken over strategieën om de testcapaciteit die wij hebben, sterker te gebruiken. Op dit moment hebben wij immers een surplus aan testcapaciteit. Ik ga daarop niet vooruitlopen, omdat de taskforce Testing en de GEMS daarover aan het nadenken zijn.
Het eerste punt samenvattend: de toename van het aantal besmettingen is reden tot zorg en hangt samen met het feit dat wij nu weer meer testen. Het is echter nuttig en zelfs noodzakelijk om nog meer te testen. De experts en wetenschappers hebben de opdracht om daaromtrent voorstellen en ideeën te brengen. Die verwacht ik nog niet morgen, maar ik vind het wel een belangrijke zorg.
De oproep aan mijn collega-ministers verantwoordelijk voor Volksgezondheid in de Gewesten en Gemeenschappen, is dat zij de bevolking sensibiliseren om zich meer te laten testen.
Het aantal nieuwe opnames in ziekenhuizen is op dit moment een meer robuuste indicator. Dat aantal daalt, weliswaar langzaam. Die langzame daling vind ik ook wel een beetje een reden tot zorg. Wij zouden willen dat dat aantal sneller daalt, want het aantal opnames in ziekenhuizen vanwege COVID-19 is momenteel nog altijd relatief hoog. Dat wijst er op een zeer reële en robuuste manier op dat de circulatie van het virus nog groot is. De huidige situatie is dus niet veilig. Enerzijds hebben wij, dankzij de vaccinatie, uitzicht op bevrijding, anderzijds moeten wij tegelijkertijd nog zeer streng blijven voor onszelf. Eerlijk gezegd hoop ik dat het uitzicht op de vrijheid bijdraagt tot de motivatie om ondertussen, in de komende periode, nog zeer streng te zijn voor onszelf en de moeilijke en vervelende maatregelen echt te volgen. Een bijzondere reden tot bezorgdheid zijn mutanten die wij in andere landen zien en die aldaar zeer grote schade aanrichten, zoals in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Een variant uit het Verenigd Koninkrijk, door de Engelse autoriteiten VUI-202012/01 genoemd, de eerste variant under investigation van december 2020, is een belangrijke, want die bevat 17 wijzigingen in de basenparen van het virus-DNA en men ziet dat die variant zich enorm snel verspreidt. Het feit dat er mutaties zijn, is niet zo bijzonder, maar dergelijke mutaties zijn om een of andere reden veel gevaarlijker. Natuurlijk zijn de mutaties ondertussen ook al besproken in de RAG en in de GEMS, door de mensen die ons adviseren. Wat hebben wij gedaan? Het beleid ten aanzien van binnenkomende reizigers, inwoners uit ons land die terugkeren uit het buitenland, of niet-inwoners die hier aankomen, hebben wij in opeenvolgende stappen verstrengd. Men komt ons land sinds Kerstmis niet meer als niet-inwoner binnen, tenzij men een bewijs voorlegt dat men negatief heeft getest. Als inwoner komt men het land in, maar moet men in quarantaine gaan en testen op dag 1 en dag 7, behalve voor mensen die minder dan 48 uur weg zijn. Wanneer het gaat over mensen die om professionele redenen gereisd hebben, werken we met een self assessment tool, waarbij mensen die zich werkelijk veilig hebben gedragen, op basis van self assessment ook niet in quarantaine hoeven te gaan. Ook hebben we onze surveillance opgedreven, dat is al gezegd, laat ik het nog even herhalen. Als men echt precies wil weten welke varianten er circuleren, moet men het genoom sequenceren. Dat is arbeidsintensief en duur. Uitgaande van een doelstelling van 4.300 genoomanalyses per maand in het surveillanceplan, heeft men toch een kostprijs van 100 euro per staal. Dat wil zeggen dat men al aan 430.000 euro per maand zit, als men 10 % van de stalen genetisch zou willen analyseren. Daarvoor was er eigenlijk onvoldoende budget, maar we hebben daar nu de nodige middelen voor uitgetrokken, tot 5 miljoen euro.
De genoomanalyses worden uitgevoerd door een consortium van verschillende laboratoria, waarin het nationaal referentiecentrum Respiratoire Ziekten van de KULeuven een belangrijke rol speelt, samen met de universiteiten van Luik en van Gent. Zij schalen momenteel hun capaciteit op van 0,5 % naar ten minste 2 % en minimaal 1.000 genoomsequenceringen per week. Als men zegt "minimaal 1.000" en men weet dat we vandaag zowat 12.000 positieve gevallen krijgen per week, weet men dat wij als doelstelling hebben om 8 % van de positieve stalen te sequenceren. We hebben er ook het geld en de organisatie voor. Daarmee komen we helemaal in de buurt van het Verenigd Koninkrijk, dat terecht als een kampioen en als een voorbeeld werd gegeven van intensief bezig zijn met sequencering van het genoom.
Andere labo's van het federale platform en enkele labo's uit provincies waar geen labo van het federaal platform aanwezig is, bereiden zich voor om op zeer korte termijn ook dergelijke analyses uit te voeren. Er zullen ook genoomanalyses gebeuren op stalen van patiënten met specifieke, klinische indicaties om vroegtijdig varianten met belangrijke klinische impact te kunnen opsporen. Die indicaties worden nog vastgelegd, maar kunnen onder andere herinfecties, uitbraken met een onverwachte afloop, terugkeer van een reis uit welbepaalde gebieden, infecties na vaccinatie, infecties bij personen met een verhoogd risico op mutaties en atypische PCR-resultaten omvatten. Op die manier weten we dus waar en wanneer varianten opduiken. Het probleem is dat genoomanalyse nogal wat tijd vraagt. Dat brengt me bij het pilootexperiment van Herman Goossens. We weten al een en ander, zoals ook al in de pers gekomen is.
We hebben in België zes gevallen met de UK-variant gezien: drie personen van dezelfde familie met een link met Nederland, twee personen met een link met het Verenigd Koninkrijk en een laatste persoon zonder duidelijke link. We moeten hout vasthouden, maar gelukkig lijkt het erop dat de variant hier niet sterk circuleert. We hebben dat niet gezien in onze observaties. Maar misschien observeren we een en ander niet of nog niet. Dat brengt me bij het proefproject dat Herman Goossens op mijn vraag en zijn suggestie – mijn verdienste daarin is niet erg groot – organiseert in Antwerpen. Ik heb inderdaad gevraagd om samen met mevrouw Moykens van de interfederale taskforce Testing en Tracing en Frank Robben voor alle softwareaspecten, een en ander systematisch uit te werken. Ik denk immers dat, als het pilootproject interessant is, het zou moeten worden uitgebreid naar de andere regio's, en niet enkel in Antwerpen.
Er zijn twee aspecten aan het pilootproject. Bij een ervan voel ik me er redelijk zeker over dat het goed is. Over het andere moeten de experten, met name de RAG, volgens mij nog meer nadenken. Wat zeker goed is, is dat via de PCR-test reeds kan worden vastgesteld dat een bepaald virus uit een positief staal sterk afwijkend is en mogelijk een belangrijke en zeer besmettelijke variant. In dat geval kan men al preventief, zonder genoomsequencering, zeggen dat er dubbele voorzichtigheid geboden is.
In Antwerpen had men een aantal van die gevallen vastgesteld. Men heeft de betrokkenen onmiddellijk persoonlijk laten opbellen door de gezondheidsinspecteur. Dat heeft als voordeel dat men aan die mensen kan zeggen dat ze dubbel moeten opletten. Uiteraard moet iedereen in quarantaine in het geval van een besmetting, maar die betrokkenen kunnen onmiddellijk aangemaand worden om dubbel op te letten. Dat lijkt mij onverkort een goed idee. Er wordt heel kort op de bal gespeeld.
De bijkomende idee is dat bij kans op een gevaarlijke variant, er bijkomend getest wordt. Dat aspect is nog onder discussie. Het maakt ook deel uit van het Antwerpse pilootproject. Ik wacht nog op een formeel advies door de RAG of dat al dan niet aangewezen is. Als dat een interessant pilootexperiment is, ben ik voorstander van een uitrol ervan, ook naar andere regio's in ons land. Het is immers zaak om zeer snel, zeer praktisch, hands on op de bal te spelen wanneer men een afwijking vaststelt. Dat sluit surveillance met genoomanalyses niet uit, maar een en ander komt een beetje trager.
In verband met de tests, ik wil het even hebben over de vraag naar controle en verplichting. Iemand heeft cijfers aangehaald van professor Geert Molenberghs, die zei dat slechts 11 % van de 80.000 reizigers werd getest. Hij zei daarmee niets verkeerd, maar hij baseerde zich op de eerste beschikbare cijfers.
Die evolueerden intussen sterk. In de periode van 21 december tot en met 1 januari werden de teruggekeerde reizigers strenger gecontroleerd op de zelfevaluatie, maar de quarantaine was nog niet algemeen verplicht, en onderworpen aan een test op dag 7. Dat hebben wij veranderd. Vanaf 2 januari kwam er een verplichte quarantaine voor iedereen die binnenkomt, met een test op dag 1 en dag 7. Vanaf 4 januari kunnen mensen die om professionele redenen weggeweest zijn, eventueel aan de quarantaine ontsnappen, mits de self assessment tool aangeeft dat ze echt voorzichtig waren geweest.
Mevrouw Depoorter, u fronst de wenkbrauwen, ik zou het in uw plaats ook doen. Dat is allemaal ingewikkeld, maar een en ander is ook om tot een akkoord te kunnen komen in het Overlegcomité. Ik moet met veel mensen en opinies van vele regeringen rekening houden. Er zijn daarover vele lange en moeilijke discussies geweest. Een aantal mensen vond het belangrijk dat wij een onderscheid zouden maken tussen reizen om professionele redenen en om niet-professionele redenen. Daarvoor hebben wij het PLF moeten aanpassen. Wij maken dat onderscheid.
Reizen om niet-professionele redenen betekent zonder meer quarantaine. In geval van een reis om professionele redenen hoeft men, als men met de self assessment tool zelf attesteert dat men zich zeer voorzichtig gedragen heeft, niet in quarantaine. Het onderscheid tussen professioneel en nietprofessioneel kunnen wij controleren. Daarover hoeft u zich geen zorgen te maken. Wij kunnen dat controleren op basis van onder andere de koppeling van databanken bij RSZ. Dat is geen issue. Ik kom terug op de kern van de zaak: hoeveel personen hebben voldaan aan de vraag om zich te laten testen en in quarantaine te gaan.
In de periode van 28 december tot 7 januari is 64 % van de mensen met een INSZ-nummer – aan de hand daarvan kunnen we dat goed controleren – getest. Daarvan testte 3,1 % positief. Dat verschilt een beetje per regio. In Brussel is de testratio 61 %, met 3,5 % positieve gevallen. In Vlaanderen is dat 67 % met 2,5 % positief en in Wallonië is dat 65 % en 3,7 % positief. Er worden nu nog bijkomende analyses gemaakt met betrekking tot de landen. Die informatie kan ik nu dus nog niet geven. We weten wel al welke landen belangrijk waren. Dat waren Frankrijk, Spanje, Polen, Nederland, Italië en Duitsland. Er wordt voortdurend op aangedrongen om de grenzen te sluiten. Als ik gewoon mijn hart volg, zou ik dat ook wel willen doen. Alleen is dat voor een klein land als België bijzonder ingewikkeld.
We zijn zeer afhankelijk van grensoverschrijdend verkeer en grensarbeiders en hebben bovendien enorm veel toegangswegen waarmee we met het buitenland verbonden zijn. We moeten veeleer inzetten op een beleid waarbij we op alle mogelijke manieren de reizigers onderscheppen met onder andere testing, quarantainemaatregelen, nog eens testing en sequencing van het genoom wanneer dat aangewezen is. De sleutel van het hele verhaal ligt bij het beleid dat de Gewesten en Gemeenschappen voeren om de quarantainemaatregelen en de isolatiemaatregelen voor besmette mensen te ondersteunen, op te volgen en ook te controleren. Dat is volledig de bevoegdheid van de Gemeenschappen.
In de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid en op het Overlegcomité spreken we daar natuurlijk over met elkaar. Mijn uitdrukkelijke vraag aan de collega's van de Gewesten en Gemeenschappen is dat ze het wetgevend, reglementair arsenaal en het feitelijk instrumentarium om de quarantaine op te volgen en te controleren, echt doen draaien. In Vlaanderen is dat nu mogelijk. De andere Gewesten zijn daar ook mee bezig. Dat is cruciaal. We zijn de komende maanden niet duurzaam veilig als de Gewesten en de Gemeenschappen de maatregelen inzake quarantaine niet echt goed organiseren, ondersteunen, begeleiden, opvolgen en, waar nodig, controleren.
....
Mevrouw Gijbels, u kwam nog eens terug op de screening van het afvalwater. Ik heb daar al een aantal keer op geantwoord, dus ik verwijs gewoon naar wat ik al heb geantwoord. Dat wil echter niet zeggen dat wij niet moeten proberen om op al die aspecten vooruitgang te boeken, maar zo eenvoudig is dat niet.
Er bestaat misschien wel een misverstand in verband met de sneltests. Het is al mogelijk om een sneltest rechtstreeks te registreren en die ook tegen terugbetalingstarief te laten uitvoeren door huisartsen en door artsen in collectiviteiten, bijvoorbeeld scholen en woon-zorgcentra. Die regeling is in 2020 ook al geïmplementeerd. Patiënten met enkel een positieve serologische test worden niet opgenomen in de cijfers van de bevestigde gevallen, omdat een serologische test de aanwezigheid van antilichamen onderzoekt en niet duidt op een acute infectie. Een positieve serologische test geeft een bevestiging van een doorgemaakte COVID-19-infectie. In de meeste gevallen gaat het om oudere infecties en zijn die mensen al genezen. Daarom worden die testresultaten dus niet opgenomen in de rapportering. De procedure daaromtrent is sinds 23 juni 2020 niet veranderd.
Mevrouw Gijbels, mevrouw Depoorter, mevrouw Sneppe, de cijfers zijn wat ze zijn. Momenteel worden maximaal tussen 7.500 en 10.000 testen per dag via het federaal platform geanalyseerd. Dat is grosso modo eigenlijk maar de helft van de capaciteit. Men zou dus echt wel meer kunnen doen met het federaal platform. Dat zou een aansporing moeten zijn om meer te testen, alsook om over de teststrategie na te denken.
Mevrouw Gijbels en mevrouw Sneppe, u stelde vragen over cyberaanvallen. Er is een aanval met malware gebeurd op de informaticasystemen van Sonic Healthcare Benelux op 17 december, waarbij toegang werd verkregen tot bepaalde systemen, kort daarna gevolgd door een ransomwareaanval, die actief werd op 27 december. De groep Sonic Healthcare Belenux heeft acht vestigingen, met hoofdzetel te Antwerpen en vestigingen in Brugge, Ardooie, Gent, Moeskroen, Lokeren, Genk en Brussel. De vestigingen gebruiken hetzelfde systeem voor laboratoriumanalyses en de verwerking ervan. Er werd contact opgenomen met de groep. De groep heeft laten weten dat alle systemen op 28 december werden afgekoppeld. Het forensisch onderzoek loopt nog. Tot op heden is er geen enkele aanwijzing van de ontvreemding van persoonsgegevens.
Het enige doel lijkt financieel gewin te zijn. De groep heeft ook melding gemaakt bij de Gegevensbeschermingsautoriteit op 18 december en op 28 december. De politie werd ingelicht, die op haar beurt de Federal Computer Crime Unit heeft ingelicht. Er zijn ook nogal wat contacten geweest met het federaal parket. De groep heeft verschillende verbeterinitiatieven voorgesteld. Op die basis zal deze week de heropstart beginnen. De hacking heeft gelukkig geen impact op de strijd tegen het coronavirus. Die specifieke groep heeft een capaciteit van een kleine 4.000 tests per dag als weekgemiddelde, met een gemiddelde van 1.700 uitgevoerde tests per dag. De betrokken labo's zijn overgeschakeld op een papieren aanvraagprocedure en hebben tests laten uitvoeren door andere labo's in de omgeving.
Labo's kunnen nieuwe doelwitten worden. Na een aantal initiële gesprekken zal met de sector onderzocht worden hoe de informatie-en systeemveiligheid kan worden gewaarborgd en hoe incidenten het best worden gerapporteerd en aangepakt. Dergelijke afspraken zijn al van kracht voor de hospitalen.
Nu kom ik tot de vaccinatiestrategie, waarover ik eerst een aantal hoofdlijnen geef. Wat wij met zijn allen voortdurend zullen meemaken, is dat de vaccinatiestrategie telkens opnieuw wordt aangepast. Wij krijgen nieuwe berichten over de mogelijkheid van leveringen en aan de hand daarvan wordt de strategie voortdurend aangepast. Dat kunnen ook belangrijke aanpassingen zijn, bijvoorbeeld in de hoeveelheid vaccins die geleverd worden en dus toegediend moeten worden. In de komende maanden kan het ook gaan over aanpassingen waarbij opnieuw over de doelgroepen wordt nagedacht, bijvoorbeeld als er veel meer vaccins of vaccins van een bepaald type beschikbaar zijn. We hebben immers hypotheses waar, bijvoorbeeld, het vaccin van AstraZeneca het meest effectief is, al zijn we daarvan misschien nog niet zeker. We moeten ook zien of AstraZeneca wel de toelating krijgt om op de markt te komen. Inzicht over de hoeveelheid vaccins, maar ook over de precieze kwaliteiten ervan zullen dus evolueren. Dat alleen al is een reden waarom de vaccinatiecampagne voortdurend zal worden aangepast. Ik begrijp uw vraag naar transparantie en ik dring er bij de taskforce ook op aan om heel spoedig een systeem te hebben waarbij iedereen kan volgen wat er gebeurt. Dat is er vandaag nog niet of het is nog niet operationeel. Dat is inderdaad een tekort, ik geef dat grif toe. En als het er is, moet het natuurlijk goed werken. Dit bemoeilijkt momenteel onze discussie. Er zijn een paar precieze gegevens gevraagd.
....
Mevrouw Gijbels, de vraag naar personen die COVID-19 al hebben doorgemaakt, is ook vorige vrijdag 8 januari 2021 al aan bod gekomen. Na het doormaken van COVID-19 is een herinfectie veeleer zeldzaam. Uit een recente studie blijkt dat het afweersysteem tot acht maanden na een infectie paraat blijft, niet alleen door de aanwezigheid van serologische antilichamen maar ook door de cellulaire immuniteit.
Voor de bloeddonorenstudie worden tweewekelijks 3.000 stalen gecollecteerd via het Rode Kruis/Croix-Rouge, namelijk 1.500 stalen uit Vlaanderen en 1.500 stalen uit Wallonië en Brussel. Daaruit worden telkens 900 stalen geselecteerd voor een nadere antilichamenanalyse. Dat is een representatief staal. Er wordt ook een studie gepland met betrekking tot de humorale immuniteit door de dienst Levensstijl en Chronische Ziekten in samenwerking met de diensten Virale Ziekten en Immuunrespons. Wij zullen de evolutie van de antilichamen over een periode van zes maanden opvolgen en de factoren geassocieerd met seroconversie onderzoeken. De aanwezigheid van antilichamen zal worden vastgesteld in het speeksel. Bevindingen uit de literatuur en een validatiestudie, uitgevoerd door Sciensano, hebben aangetoond dat het om een geldig alternatief gaat om de serologische status in de algemene populatie te beoordelen, die bevolkingsgroepen omvat, zoals kinderen en ouderen, voor wie bloedafname minder voor de hand ligt.
De beslissing voor één vaccindosis of twee vaccindosissen heeft in die context te maken met het feit dat na een doorgemaakte COVID19-infectie de meeste personen een adequaat immuunantwoord hebben opgebouwd. Zij zijn dus als het ware 'geprimed'. Zij hebben een eerste vaccindosis. Een eenmalige toediening van een vaccindosis bij die personen zou dus kunnen worden beschouwd als een boosterdosis, waarbij het immuunantwoord heel sterk zal verhogen.
Een tweede dosis vaccin is bij die personen meer dan waarschijnlijk niet nodig. Momenteel wordt dat onderzocht in een geplande vaccinstudie die start op 18 januari 2021. Echter, tot het wordt bewezen in klinische studies, is een tweedosissenregime geïndiceerd voor alle ontvangers van het vaccin, ongeacht hun geschiedenis van een COVID-19- infectie. De werkzaamheid van het vaccin en ook de veiligheid met één dosis moeten nog worden bevestigd. Twee dosissen worden aanbevolen door het EMA en door Pfizer. Wij moedigen klinische studies ter zake aan. Wij volgen natuurlijk de Europese Unie op dat punt. Op de vraag over de contracten kan ik u antwoorden dat u weet dat de Europese Unie een deel van de kosten van de aankoop van de vaccins financiert en dat de Europese Unie de contracten aanging met de firma's.
De vertrouwelijkheid inzake gegevens uit deze contracten is ten aanzien van de Commissie en ten aanzien van de lidstaten en hun vertegenwoordigers bindend. Daarbij heeft ook iedereen die betrokken is bij deze aankoopdossiers, een vertrouwelijkheidsverklaring opgesteld die door de Europese Commissie is ondertekend. Als de contracten en allerlei gegevens bekend worden gemaakt, is er wel een probleem. Dat mogen we niet doen. Dit debat is trouwens al gevoerd in de plenaire vergadering.
Zodra het mogelijk is, kunnen deze documenten openbaar worden gemaakt, rekening houdend met de uitzonderingsgrond opgesomd in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. Op grond van die wet, artikel 6, § 1, 3°, dat verwijst naar belangen inzake federale internationale betrekkingen, kunnen deze contracten u nu niet worden bezorgd.
....
In verband met transparantie geef ik eerst het volgende mee. Het advies van de GEMS met betrekking tot de niet-medische contactberoepen is publiek beschikbaar. Mevrouw Gijbels, ik heb hier een heel lange en onuitspreekbare URL, maar als u googelt op "GEMS_OCC_contactberoepen_20201215", dan zult u het vinden. Wij maken al de adviezen sinds kort publiek. Als u het niet vindt, zal mijn medewerker het u bezorgen. U geraakt er het snelst aan via de website info-coronavirus.be of via Sciensano.
Sofie Merckx (PVDA-PTB):
Mijnheer de minister, ik zal mevrouw Gijbels de link doorsturen.
Minister Frank Vandenbroucke:
Dat is heel vriendelijk van u. Men had nog niet altijd de gewoonte om dat te doen. Ik vind het belangrijk dat dat gebeurt. Men moet dat kunnen nalezen. Meer in het algemeen over de transparantie, dagelijks wordt het aantal nieuwe opnames in de ziekenhuizen, het aantal gehospitaliseerde patiënten, het aantal op de ICU opgenomen patiënten, het aantal patiënten dat met invasieve ventilatie en ECMO wordt behandeld, en het aantal overlijdens, verplicht door de ziekenhuizen gerapporteerd. U vindt daarvan ook een beschrijving op websites. De gegevens over de ziekenhuisopnames, de leeftijd, de distributie, de comorbiditeit zijn beschikbaar op de Sciensano-COVID-19- website, zowel op het Epistat Dashboard als in de wekelijkse rapportering. De leeftijd en de comorbiditeit van gehospitaliseerde patiënten worden ook door ziekenhuizen gerapporteerd in een ander surveillancesysteem, maar die registratie is niet wettelijk verplicht en zorgt voor extra belasting in de ziekenhuizen. Wanneer er te veel datarapportering wordt gevraagd, dan bestaat het risico dat de datakwaliteit afneemt. Omdat de registratie niet verplicht is, beschikt men niet over data voor alle ziekenhuizen, waardoor sommige provincies over- of ondervertegenwoordigd worden. Wanneer ruwe data meerdere malen worden opgesplitst, zijn er te weinig datapunten om te kunnen spreken van een correcte weergave van de realiteit. In dat opzicht is de surveillance representatief voor heel België, maar er zijn beperkingen bij de interpretatie van de data. De Europese richtlijn 2019/1024 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie is op Sciensano van toepassing, behoudens de uitzonderingsgevallen in artikel 1, § 2, waartoe een deel van de gegevens behoort die Sciensano verwerkt. Sciensano stelt zoveel mogelijk gegevens met betrekking tot COVID19 publiek beschikbaar via zijn website. Naast die gegevens, die als open data vrij te downloaden zijn voor iedereen, is een aanvraagprocedure beschikbaar voor niet-open data die Sciensano niet rechtstreeks publiek toegankelijk mag stellen, bijvoorbeeld als gevolg van contractuele verplichtingen met de eigenaars van de gegevens of risico's met betrekking tot de rechten en vrijheden van personen op wie de gegevens betrekking hebben.
Er is een verschil tussen informatie en gegevens. Het rapport van Sciensano dient om de bevolking te informeren over de evolutie van de epidemie. Daarvoor verzamelt Sciensano gegevens, onder meer om de gezondheidstoestand van de bevolking en de gevolgen van ziekten voor die bevolking te beschrijven, a fortiori van epidemieën. Zo kunnen de gezondheidsdiensten preventie- en controlemaatregelen nemen. Sciensano is verplicht om welbepaalde gegevens openbaar beschikbaar te stellen. Niet alle gegevens, aangezien Sciensano niet eigenaar is van alle gegevens en gezondheidsgegevens onderhevig zijn aan de privacywetgeving.
Mevrouw Gijbels, u had verschillende vragen over het rapport van het KCE. Het is een lang, zeer gedetailleerd, vrij technisch antwoord. Ik stuur het u al informeel en vervolgens doen we het via een schriftelijke vraag.
....
De voorzitster:
Bedankt, mijnheer de minister. U bent een uur en een kwartier aan het woord geweest en ik denk dat er heel erg veel info is overgebracht.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, er zijn inderdaad veel antwoorden gegeven. Ik ben het met u eens als u zegt dat ik voor de zoveelste keer terugkom op de afvalwaterscreening. In een vorige commissievergadering zei u dat die screening een interessante piste kan zijn in geval van een lager circulatieniveau van het virus. Aangezien we wel ongeveer op dat punt zitten, denk ik dat de afvalwaterscreening nu wel mag worden opgestart, vooral omdat er een meer besmettelijke variant dreigt. Op die manier kunnen wij, als het virus zich sneller zou verspreiden, clusters tijdig opsporen, lijkt mij. Om diezelfde reden, het iets lager verspreidingsniveau van het virus, lijkt het mij de moeite om te bekijken of de coronabarometer mag worden geïntroduceerd.
Voor de studie over de niet-medische contactberoepen hebt u mij een ingewikkelde URL doorgegeven. Dat is misschien ook een deel van het probleem: er heerst een idee van een gebrek aan transparantie. Het blijkt immers toch weer moeilijk om die gegevens te pakken te krijgen, aangezien wie dat opzoekt, zijn weg moet kennen om de informatie te verkrijgen. Ik vraag mij af of dit mogelijk meer centraal kan worden georganiseerd, zodat al die documenten vanuit een centraal punt opzoekbaar zijn.
Ik ben heel benieuwd naar de bijkomende gegevens die u zult bezorgen over de surveillancestudie, het rapport dat het KCE heeft gemaakt over de ziekenhuizen en de aanpak van de crisis. Zodra ik die antwoorden heb gelezen, kom ik daarop mogelijk nog terug.
....
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik had zoveel vragen ingediend. Hebt u het antwoord op vraag nr. 55011888C over de tegemoetkoming inzake de persoonlijke beschermingsmaterialen klaar?
Minister Frank Vandenbroucke:
Neen, ik heb daarop geen antwoord gekregen van de administratie.
Frieda Gijbels (N-VA):
Goed, dan neem ik de vraag mee naar de volgende vergadering.
Het incident is gesloten.
Het volledig verslag is terug te vinden via https://www.dekamer.be/doc/CCRI/pdf/55/ic328.pdf