Kamerlid
Kruimelpad
De financiële positie van de ziekenhuizen (MAHA-studie Belfius) - mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag is gebaseerd op een onderzoek van De Tijd in het kader van de jaarlijkse doorlichting van de Belgische ziekenhuizen door Belfius. De Tijd stelt vast dat de financiële positie van de Vlaamse en Waalse ziekenhuizen grote verschillen vertoont. En deze verschillen waren er ook reeds voor de pandemie. Volgens Belfius maakten de Belgische algemene ziekenhuizen samen 77 miljoen euro winst. Uit het onderzoek van De Tijd blijkt nu dat de Vlaamse ziekenhuizen in 2019 samen een winst van 96 miljoen euro boekten.
Dit wil zeggen de Brusselse en Waalse ziekenhuizen als geheel vorig jaar voor 19 miljoen euro in het rood gingen. Belfius meldt ook dat dertig ziekenhuizen 2019 afsloten met verlies. Daarvan liggen er slechts tien in Vlaanderen. Dat maakt dat in Vlaanderen één op vijf instellingen in 2019 in het rood eindigde, terwijl dat in Wallonië en Brussel maar liefst de helft van de ziekenhuizen is. Bovendien blijkt de solvabiliteit van de Vlaamse ziekenhuizen in de regel beter dan die van de Waalse en de Brusselse. Hebt u zicht op de oorzaken voor deze verschillen? Hoelang zijn deze tendensen reeds bekend en wat werd hieromtrent tot nu toe reeds ondernomen? Hoe plant u deze kwestie concreet aan te pakken? Hebt u reeds een tijdslijn in gedachten om dit probleem te tackelen?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mijnheer de voorzitter, de marge van 76 miljoen euro moet natuurlijk gezien worden tegen een gigantisch omzetbedrag van meer dan 16 miljard euro. Dus eigenlijk is die sector globaal in break-even. Dat wil niet zeggen dat het een gezonde situatie is, maar cijfermatig is dat break-even. Een communautair verschil van +96 tegen –20 is eigenlijk geen zeer significante afwijking. Zowel ten noorden als ten zuiden van de taalgrens hebben ziekenhuizen het financieel moeilijk. Dat was ook zo voor de huidige coronacrisis. Het is ook niet nieuw.
Wij zien dat in de opeenvolgende MAHA-studies. Zouden er redenen kunnen zijn waarom er in Franstalig België grotere tekorten zijn? Misschien ligt het in het feit dat de openbare sector daar sterker vertegenwoordigd is, waarbij er een zwaardere pensioenproblematiek is die slechts ten dele door de federale financiering, door het budget van financiële middelen wordt opgevangen. Misschien zijn er verschillen in de patiëntenpopulatie die onvoldoende in de financiering worden opgevangen.
Dat ziekenhuizen schreeuwen om financiële middelen is geen nieuw probleem. In het verleden zijn er ook al belangrijke bijkomende investeringen gebeurd, maar tegenover die bijkomende investeringen stonden natuurlijk ook nieuwe verplichtingen. Herinner u de cao over de 45-plussers, over de beroepstitels. Ik meen dat er een consensus is dat er enerzijds een financieel probleem is, dat wel geobjectiveerd moet worden, en anderzijds een absolute nood aan een zeer grondige hervorming van het financieringssysteem dat zowel veel te complex is, en daardoor ondoorzichtig, als foute incentives geeft. Ik zal u niet zeggen wat mijn precieze tijdspad is, omdat ik daaraan nog aan het werken ben.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik hoor u zeggen dat het misschien een pensioenprobleem is of een probleem door de verschillende patiëntenpopulatie. U geeft zelf aan dat waarschijnlijk het grote punt is, dat er een gebrek aan transparantie is, een gebrek aan duidelijk zicht op de problematiek. Ik meen dat het heel belangrijk zal zijn in de komende tijd duidelijk te maken waar de geldstromen naartoe gaan, waar het eventueel fout gaat zodat hier concrete acties tegenover gesteld kunnen worden. Zoals u aangeeft, de hele ziekenhuissector heeft het moeilijk. Er zijn echter ook wel degelijk verschillen aan beide zijden van de taalgrens. Ik kijk er samen met u naar uit die gegevens te objectiveren en dan concrete stappen te doen.
Het incident is gesloten.