Kamerlid
Kruimelpad
De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België - Mondelinge vraag aan staatssecretaris Dermine
Commissie Mobiliteit 20 juni 2023:
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb in een eerdere vergadering al vragen gesteld over de Musea voor Schone Kunsten van België, maar een aantal vragen over de collectief bleef onbeantwoord. Daarom stel ik ze opnieuw. De KMSKB kampten in het verleden met vochtproblemen. In uw beleidsnota lezen we ook dat u belangrijke renovatiewerken plant. Na de indiening van de vraag is de vorige directeur omwille van personeelsproblemen opgestapt. Hem werd ook een wanbeleid van de collecties verweten. Hij stond sinds 2005 aan het roer van de KMSKB. De vraag is dan hoe de collecties er ondertussen aan toe zijn. Er is kritiek op het feit dat grote delen van de collectie niet worden ontsloten en dat er veel aandacht naar tijdelijke exposities gaat. Wat is uw mening daarover, mijnheer de staatssecretaris? Wat zijn de bewaaromstandigheden van de stukken die niet zijn ontsloten? Hoe wordt dit gecontroleerd? Waar kan ik een volledig overzicht vinden van de kunstwerken en de bijhorende waarde van alle collectiestukken van de KMSKB? Waar kan ik dat opvragen, want ik snap dat u dat nu niet kunt geven? Hoe is het mogelijk dat het laatste jaarverslag op de website van de KMSKB van 2015 dateert? De links naar de verslagen van 2016 en 2017 werken niet en van recentere jaren zijn helemaal geen verslagen te vinden. Hoe kan zoiets? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de vochtproblematiek? Zijn alle zalen en kunstwerken op dit moment vrij van vochtproblemen? Kunnen de kunstwerken in goede omstandigheden worden bewaard? Zijn alle zalen toegankelijk voor het publiek? Wat is de stand van zaken van de geplande renovatiewerken? Zal het contract tegen het einde van dit jaar worden gegund? Wanneer starten dan de effectieve werken? Wanneer verwacht u dat de werken afgerond zullen zijn?
…
Staatssecretaris Thomas Dermine:
De collectie van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten wordt veilig en professioneel beheerd. De collectie telt meer dan 20.000 stukken. Het is daarom onmogelijk om deze allemaal tentoon te stellen in een permanente opstelling. De stukken die niet in de zaal worden getoond, zijn terug te vinden in de reserves. Er is echter geen sprake van een voorkeur voor tijdelijke projecten. Het zwaartepunt ligt op de permanente collecties. Cijfers leren dat slechts 25 % van de bezoekers voor een tijdelijke tentoonstelling naar het museum komen.
De KMSKB volgt en monitort iedere dag en ieder uur de veiligheid van zijn collectie. Dit geldt zowel voor het risico op waterinfiltratie als voor alle belangrijke conservatorische factoren, zoals vochtigheid en temperatuur. Hiervoor steunt het op zijn interne bewakingsdienst, het technisch team, de collectiebewaarders en conservatoren. Bij vaststelling van een kans op incident wordt zo goed mogelijk ingegrepen. Dit is in eerste instantie door interne procedures met interne middelen. Zo worden de weersvoorspellingen van het KMI gevolgd en wordt bij aankondiging van hevige regenbuien, vooral in combinatie met wind, een verhoogde waakzaamheid ingeroepen.
Voor een uitgebreid verslag over de bewaaromstandigheden en de waarde van de collectie, geschat op 1,5 miljard euro, verwijs ik graag naar het Rekenhof. De collecties van de musea zijn geïnventariseerd en ondergaan jaarlijks een controle.
De functiebeschrijving van een algemeen directeur van een KMSKA is doorgestuurd naar de FOD BOSA, die de weging zal uitvoeren, zoals voorzien in de regelgeving. De selectieprocedure wordt zo snel mogelijk opgestart om de functie zo snel mogelijk in te vullen. Ondertussen treedt mevrouw Sara Lammens, algemeen directeur van de Koninklijke Bibliotheek van België (KBR), op als directeur ad interim.
Met betrekking tot de instelling van een raad van bestuur is dit niet de reglementaire vorm voor federale wetenschappelijke instellingen. Het zijn administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie die rechtstreeks rapporteren aan dePOD Wetenschapsbeleid. Er is geen behoefte aan een raad van bestuur, aangezien de directeurs van de verschillende Federale Wetenschappelijke Instellingen (FWI’s) aanwezig zijn in het directiecomité van de POD Wetenschapsbeleid en rapporteren aan de voorzitter van het directiecomité. Er moet ook op worden gewezen dat elke wetenschappelijke instelling een wetenschappelijke raad met externe leden heeft.
In Bozar, net als in andere culturele instellingen, wordt gewerkt met een raad van bestuur die een duidelijke rol speelt in het beleid. Het is een andere werkingsvorm dan in de POD Wetenschapsbeleid.
Sur la question relative au travail d'Empreva, le service externe de prévention et de protection au travail des Musées royaux des Beaux-Arts a effectivement procédé en début d'année à une analyse des risques psychosociaux au sein de la direction "Services au public" des Musées royaux des Beaux-Arts. Les 46 membres du personnel concerné ont reçu un questionnaire en ligne et disposaient de trois semaines pour le compléter. Sur ces 46 membres, 40 collaborateurs ont répondu à l'enquête.
Début juin, Empreva a remis les résultats de l'enquête, et deux conseillers en prévention sur les aspects psychosociaux sont venus exposer ces résultats aux délégués syndicaux lors d'une réunion du comité de concertation de base. Une note de service a été transmise à l'ensemble du personnel afin de l'informer des résultats de l'enquête.
Plusieurs facteurs de risque ont été recensés, notamment en ce qui concerne les styles de management présents au sein de l'organisation, la justice entre collaborateurs et la reconnaissance du travail réalisé ou encore les moyens de mieux prévoir les trajectoires de carrière. Certains facteurs dits "protecteurs" ont également été recensés, notamment les relations entre collègues, qui restent collégiales, les relations externes avec les principales parties prenantes, les régimes des temps de travail qui semblent adaptés, la possibilité d'effectuer des déplacements professionnels en vue d'activités artistiques ou académiques, la diversité ainsi que les procédures de sécurité mises en place.
En ce qui concerne l'évaluation du bien-être, l'enquête laisse apparaître des niveaux de stress et d'épuisement mental élevés et inquiétants pour certains collaborateurs. Par ailleurs, en ce qui concerne les comportements indésirables, il s'avère effectivement que de nombreux collaborateurs déclarent avoir déjà été confrontés à de la violence verbale et/ou du harcèlement moral. En revanche, personne n'a déclaré avoir été victime de harcèlement sexuel ou de violence physique.
Cette enquête est importante pour nous, car elle permet de mieux cerner les principaux facteurs de risque ayant conduit à un certain malaise qui s'est exprimé au sein des services au public avec la direction précédente ainsi que, peut-être, au sein d'autres services.
Le conseil de direction attache une très grande importance aux résultats de cette enquête et c’est également mon cas parce que le bien-être du personnel est une priorité absolue. Le conseil de direction s’engage aussi à s’atteler à la tâche avec le personnel à court terme pour retrouver une forme de sérénité. Il est déjà occupé à rédiger un plan d’action. Ce sera une mission absolument fondamentale de la prochaine direction, dont le recrutement est en cours.
Je tiens à remercier la directrice intérimaire, Mme Sara Lammens, qui a eu l’occasion de discuter avec un bon nombre de collègues et qui prend en charge de façon très sérieuse cette situation. J’en profite pour lui réitérer ma confiance quant à la mise en place du plan d’action qui vise à améliorer le bien-être du personnel à très court terme parce qu’aucune forme de comportement indésirable ne peut évidemment être tolérée au sein de l’institution.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Voor alle duidelijkheid, de kritiek over het niet of te weinig ontsluiten van de collectie komt van het personeel zelf. Ik hecht daar veel belang aan en ik vind het goed dat er rekening is gehouden met de enquête van Empreva. Het is heel belangrijk dat naar alle personeelsleden werd geluisterd en ik hoop dat er nu snel orde op zaken kan worden gesteld met de nieuwe directeur ad interim en later met de nieuwe directeur.
Waarover u het niet hebt gehad, zijn de renovatiewerken. Wanneer zullen die van start gaan? Wat is daar de tijdslijn? U zegt terecht dat het om een heel waardevolle collectie gaat, met een waarde van anderhalf miljard. Men moet blijkbaar naar het weerbericht van het KMI kijken om te beslissen of die collectie in veiligheid moet worden gebracht. Dat is geen goede manier om een dergelijke waardevolle collectie te beheren.
Ook over de jaarverslagen hebt u het niet gehad. Er ontbreken zeven jaarverslagen. Als ik u was, zou ik daar toch het nodige belang aan hechten. Het gaat om een overheidsinstelling die verantwoording moet afleggen en transparantmoet zijn naar alle burgers, dus ik begrijp niet dat er niet meer druk wordt gezet opdat dit zo snel mogelijk in orde zou komen.
Het incident is gesloten.