Kamerlid
Kruimelpad
De ondersteuning van de woonzorgcentra - actuele vraag aan minister De Block
....
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de minister, mijnheer de minister, mensen die in de residentiële zorg verblijven, zijn in deze tijd extra kwetsbaar. Ze zijn afhankelijk van verzorgend personeel dat ook nu, in deze barre tijden, zijn uiterste best doet om die mensen een goede thuis te geven, in zo goed mogelijke omstandigheden. Vorige maand werden door de medische specialisten richtlijnen uitgevaardigd voor de woon-zorgcentra. Zij gaven aan dat sterk verzwakte personen in bepaalde gevallen het best niet meer naar het ziekenhuis worden vervoerd. Daarvoor kan begrip worden opgebracht, zeker als doorgedreven en ingrijpende medische behandelingen geen verhoogde levenskwaliteit meer kunnen bieden. Ook mensen met een handicap blijven na een besmetting in veel gevallen in een instelling. Ook dat kan, in het licht van de vertrouwde omgeving voor de patiënt, wel te verdedigen zijn.
Dit beleid legt echter wel een enorme druk op de zorginstellingen. Het is dan ook heel belangrijk dat het personeel in die instellingen actief ondersteund wordt om met die medische situaties om te gaan. Noch het personeel, noch de instellingen zijn daar immers voor uitgerust, voorbereid of opgeleid. Zij moeten, enerzijds, rekening houden met de besmettelijkheid van de aandoening en, anderzijds, patiënten het nodige comfort kunnen bieden als zij zwaar ziek zijn. Zullen alle zorginstellingen snel kunnen rekenen op de nodige testcapaciteit, zodat er, indien nodig, ook herhaaldelijk kan worden getest? De problemen met de beschermende materialen in de ziekenhuizen ijken opgelost, maar in veel instellingen is er nog altijd een probleem.
Wat was de strategie? Is eerst alles naar de ziekenhuizen gegaan of is er meteen ook een gedeelte naar de woonzorgcentra en andere instellingen gegaan? Is het voor de zorgcentra duidelijk waar zij terechtkunnen met vragen over de procedures, de middelen en het personeel? Zorgkundigen worden nu in de residentiële zorg ingeschakeld bij taken waarvoor zij in normale omstandigheden niet bevoegd zijn, volgens de wet op de gezondheidszorgberoepen.
Zij maken zich nu niet alleen zorgen om hun eigen gezondheid en die van hun gezin, ze weten ook niet of ze wel verzekerd zijn voor de nieuwe taken die ze uitvoeren. In een ziekenhuisomgeving mogen taken volgens een nieuw KB wel worden gedelegeerd binnen een medische equipe, maar kunt u de zorgkundigen in de centra op dat vlak ook geruststellen en zeggen dat zij zich geen zorgen hoeven te maken over eventuele juridische gevolgen?
Minister Maggie De Block:
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, de situatie in de woonzorgcentra is inderdaad schrijnend. Dat is gebleken uit verklaringen van collega's uit de deelstaten in antwoord op herhaaldelijke vragen naar de situatie in de woonzorgcentra. In de woon-zorgcentra kan het virus blijkbaar moeilijk worden ingedijkt. Het spreekt voor zich dat wij op dit moment al het mogelijke doen om de deelstaten te helpen.
Er hebben deze week drie interministeriële conferenties plaatsgevonden en we zullen op die manier voortwerken tot alles opgelost is. Collega De Backer bekommert zich om de testen.
Rusthuisbewoners die gehospitaliseerd zijn, blijven daar zolang ze zuurstof nodig hebben. In normale omstandigheden hadden ze in de rusthuizen zuurstof kunnen krijgen, maar die zijn overstelpt met werk en moeten ontlast worden.
Ik heb de werkgroep gevraagd om nog andere maatregelen te nemen. Het klopt niet dat wij de zuurstof van de woonzorgcentra hebben opgehaald voor de ziekenhuizen. Iedereen weet dat een ziekenhuis een centraal systeem van zuurstof heeft, terwijl men in de woonzorgcentra nog werkt met condensatoren en andere zaken. Zij hebben natuurlijk wel een grotere behoefte, die moeilijk kan worden ingevuld.
Ik juich de solidariteit van de ziekenhuizen die personele en materiële hulp bieden aan de woonzorgcentra toe. Ook het Rode Kruis, Artsen Zonder Grenzen, de medische huizen, maar eveneens de huisartsen springen in. Men vraagt of de ziekenhuizen niet gewoon lege zalen ter beschikking kunnen stellen. Daar wil ik voor waarschuwen. Het personeel van de nu onbezette bedden in de ziekenhuizen staat thans op andere diensten.
Voor de behandeling van een COVID-patiënt, bijvoorbeeld, hebben we twee ploegen nodig in plaats van één en dat vierentwintig uur aan een stuk. Voor iemand op intensieve zorgen is dat een drievoudige ploeg en voor iemand met beademing nog meer. Er is nog steeds een hoge druk in onze ziekenhuizen, dat is nog helemaal niet gedaan. ment dans d'autres services.
Het aantal personen die beademd worden heeft een plateau bereikt: dat is alvast een lichtpuntje, maar als de omstandigheden veranderen kan dat cijfer weer in de hoogte gaan. Het is dus niet zo dat in de ziekenhuizen de druk helemaal van de ketel is. Daarom moeten wij onze maatregelen volhouden, teneinde te vermijden dat er een nieuwe opstoot in onze ziekenhuizen zou komen.
Kortom, de ziekenhuizen kunnen helpen door hun inzet van expertise en het delen van kennis over het nemen van maatregelen, over de ontsmetting enzovoort. Wij waken erover dat in de ziekenhuizen ruimte blijft om iedereen de nodige zorg te blijven geven. Tot slot, ik heb nog een kleine boodschap aan dit Halfrond, waarin ik de heer Sammy Mahdi verwelkom. Ik hoop echt dat wij, wanneer wij het allen hebben overleefd, uit de huidige crisis en uit de versnippering van onze gezondheidszorg, die tot dergelijke drama's heeft geleid, de gepaste conclusies kunnen trekken. Dat is echt nodig.
Minister Philippe De Backer:
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Jiroflée, minister De Block heeft juist geantwoord op de vraag over de zuurstoftekorten. Er wordt natuurlijk samengewerkt tussen de zorginstellingen. Vanochtend is er nog een vergadering met het FAGG geweest, om te bekijken op welke manier wij de zuurstofverdeling kunnen optimaliseren. Wij hebben ondertussen ook al een tiental extra respirators en niet-invasieve beademingstoestellen aangekocht. Zoals ik ook deze week in de commissie al aangaf, werken wij volop aan het dossier door.
We hebben een testcapaciteit van 10.000 tests per week. Ik begrijp niet goed waarom onze experts zeggen dat mensen die geen symptomen vertonen niet getest hoeven te worden. Daarom heb ik beslist om 20.000 tests toe te wijzen aan de woonzorgcentra. Die testen worden vandaag verdeeld. Ze zijn verdeeld op basis van criteria die de regio's zelf hebben kunnen instellen. Afgelopen dinsdag werden er 1.300 verdeeld, gisteren 8.400, vandaag nog 6.500 en morgen zullen er nog eens 3.900 aankomen bij de woonzorgcentra die de regio's hebben geselecteerd. Daar stopt het natuurlijk niet, want als het van mij afhangt, dan gaan wij verder. Dan worden ook de testcriteria uitgebreid tot mensen die asymptomatisch zijn. Dat is essentieel om een zicht te krijgen op de verspreiding van de pandemie in ons land.
Ik roep de experts van op het spreekgestoelte op om hun expertenadvies te herzien en om te bekijken hoe wij de 10.000 testen, die we hebben, op de snelst mogelijke manier kunnen uitvoeren. Als zij dat niet doen, zal ik niet nalaten om daarin zelf mijn verantwoordelijkheid te nemen na het weekend. Het is belangrijk om mee te geven dat wij effectief met de testing verdergaan, dat met de koepels wordt overlegd hoe wij dat zullen doen in de woonzorgcentra en dat we ook kijken hoe we de uitrol op het terrein op de snelste en meest efficiënte manier kunnen doen, omdat de uitrol gericht moet zijn op de woonzorgcentra en op de andere collectieve instellingen waar er effectief een probleem is. Ik ga verder op mijn pad van het extra creëren van testen. Wij hebben vandaag goed nieuws gekregen in verband met de validatie van serologische testen.
Er wordt nu bekeken hoe wij die zo snel mogelijk kunnen inzetten. Ik kom tot mijn opmerkingen over de persoonlijke beschermingsmiddelen en start met slecht nieuws. Ik heb vorige week vrijdag een lot van 3 miljoen FFP2-maskers in Luik in ontvangst genomen. Op het eerste gezicht waren er daarmee problemen. Wij hebben die laten testen. De leverancier had de FOD Volksgezondheid gecontacteerd met de mededeling dat hij heel snel, binnen een aantal weken, een aantal FFP2-maskers kon leveren.
Op 23 maart heeft de FOD die aangeboden maskers onmiddellijk besteld. Op 2 april werden die maskers geleverd en bij een visuele controle bleek dat ze geen correcte CE-markering droegen en dat uit niets bleek dat het om FFP2-maskers ging. De leverancier heeft dan attesten bezorgd waaruit volgens hem zou blijken dat de maskers toch aan de kwalificatie van FFP2-masker zouden voldoen. De FOD Economie heeft die maskers gekeurd. Op 3, 4 en 5 april heeft de FOD Economie bevestigd dat de leverancier geen sluitende keuringsattesten kon aanbieden en dat de maskers na een extra testing die wij in een Belgisch labo hebben gedaan, kwalitatief onaanvaardbaar waren en dus niet voldoende bescherming konden bieden. Op 8 april heeft de FOD Volksgezondheid met een proces-verbaal vastgesteld dat de geleverde maskers geen FFP2-maskers zijn en dus niet voldoen. Ik breng u nu heel eerlijk en transparant nieuws, dat ik voor het Parlement voorbehouden heb. Dat is een zware setback.
Het gaat over maskers die aan de mensen op het terrein de hoogst mogelijke bescherming moeten bieden. Zoals ik eerder al enkele keren heb gezegd, zitten wij op de internationale markten vandaag in een zeer moeilijke positie. Dankzij de extra tests hebben wij wel duidelijk kunnen maken dat de betreffende maskers niet voldoen. In de toekomst zal ik op die manier tests blijven uitvoeren, om ervoor te zorgen dat wij alleen kwaliteitsvolle maskers op de markt brengen. Concreet betekent het dat de benodigde FFP2-maskers niet aan de standaard voldoen na de dubbele controle. Wij hebben dan ook een proces-verbaal opgesteld, zodat wij dat verder kunnen opvolgen. Tegelijkertijd blijven wij op de internationale markten bestellingen plaatsen voor de bestaande noden op het terrein. Die noden heb ik ondertussen beter in kaart gebracht dankzij de input van de regio's en het federaal niveau, waardoor ik een duidelijk zicht heb gekregen op de behoeften in de komende weken. Daarop hebben wij een veiligheidsmarge toegepast van 50 %.
In de komende maand hebben wij 15 miljoen chirurgische maskers en 3 miljoen FFP2-maskers nodig. Dezelfde oefening hebben wij kunnen maken voor handschoenen, schorten en alcoholgels. Nu is het belangrijk om te bekijken hoe de bestellingen stapsgewijs binnenkomen. Vandaag nog heb ik 2 miljoen chirurgische maskers verdeeld onder de hospitalen en andere instellingen, opnieuw om tegemoet te komen aan de bestaande noden. Wij hebben ondertussen meer dan 11 miljoen chirurgische maskers geleverd en 7 miljoen maskers bedeeld. Meer dan 850.000 FFP2-maskers die de kwaliteitscontrole hebben doorstaan, hebben wij eveneens op de markt gebracht.
Wij beseffen dat er ook noden zijn in de regionale instellingen. Minister De Block wees er al op dat het niet evident is om de samenwerking goed te organiseren, maar wij proberen dat op het terrein toch wel te doen. Wij bekijken bijvoorbeeld hoe wij samen met de regio's een productie in België kunnen opstarten. In dat verband is er goed nieuws uit Wallonië en binnenkort, vandaag of morgen, hopelijk goed nieuws van nog een ander bedrijf dat vanaf het einde van de maand in België chirurgische maskers in productie kan brengen.
Ik wil afsluiten met het nieuws dat wij ook meewerken aan de ontwikkeling van vaccins. Vandaag hebt u het nieuws gelezen van het Duitse laboratorium CureVac, dat in België klinische tests zal uitvoeren inzake vaccins. Ook Johnson & Johnson werkt dag en nacht, opdat tegen het einde van dit jaar of begin volgend jaar een vaccin ontwikkeld kan worden. Een vaccin hebben we namelijk nodig om het virus definitief te kunnen verslaan.
.....
Frieda Gijbels (N-VA):
Door de verantwoordelijkheid voor de medische zorg, de intensieve en de palliatieve zorg voor een groot deel te verplaatsen naar de woonzorgcentra en de andere instellingen, rust er een grote verantwoordelijkheid op de federale overheid, die op die manier een flink deel van haar ziekenhuisbedden en bedden voor intensieve zorg kan vrijhouden.
Een grote taak van de federale overheid lijkt mij dan ook de zorginstellingen te ontzorgen met betrekking tot de practica, het aanreiken van expertise, een pool aan medische hulpkrachten en het voorzien van materialen. Ik hoor dat er op dat vlak van alles mogelijk is, mevrouw De Block, maar ik hoor heel weinig over concrete voorbereidingen of stappenplannen die al klaar zouden liggen. Dat vind ik een gemiste kans. De zorgcentra, en vooral de woonzorgcentra, weten namelijk niet goed waar zij aan toe zijn en waar zij precies hulp moeten inroepen.
Ik wil de ministers en de Risk Management Group, waarin de verschillende overheden vertegenwoordigd zijn, oproepen om de residentiële zorg bij voorrang te bedelen met testmateriaal, aangezien zij geen andere mogelijkheden hebben qua diagnostiek. Ziekenhuizen hebben die wel. Zij kunnen eventueel nog terugvallen op een CTonderzoek van de thorax. Ik hoorde van u heel veel goede wil en veel daadkracht, mijnheer De Backer. Ik wil u daarvoor graag bedanken, maar het is belangrijk dat wij de experts wijzen op de urgente situatie.
Het is gewoon heel jammer dat er een testcapaciteit is en dat die niet kan worden benut. Ik wil u meteen oproepen om ook in het tweede stadium van deze crisis de instellingen niet te vergeten, wanneer de immuniteitstesten worden uitgerold, want hoe sneller het gewone leven kan terugkeren in die instellingen, hoe beter voor de bewoners. Ik wil, ten slotte, mijn diepste respect betuigen voor al wie werkt in de residentiële sector. Jullie dragen nu zorg voor onze ouders, grootouders en mensen met een handicap.
Jullie zorgen voor onze medeburgers die noodgedwongen moeten vertrouwen op anderen, op onze samenleving. Het is onze taak om jullie en de mensen voor wie jullie zorgen in deze uitdagende tijd te ondersteunen en te beschermen. Wij moeten alles op alles zetten om oplossingen te blijven bedenken, ook als het hier en daar tegenvalt, zoals met de FFP2-makers. Wij moeten blijven zoeken, proberen en inzetten op nieuwe oplossingen.
....
Het incident is gesloten.