Kamerlid
Kruimelpad
Het coronavirus - actualiteitsdebat met minister De Block en minister De Backer
Volgende vragen van Frieda Gijbels (N-VA) kwamen aan bod tijdens het actualiteitsdebat.
- Tests bij zorgverleners (55005329C)
- Het verplichtend karakter van het uitstel van niet-essentiële zorg (55005330C)
- De zorgverstrekkers die terugkeren uit het buitenland (55005336C)
- Het beschermingsmateriaal voor ambulanciers en de erkenning van COVID-19 als beroepsziekte (55005337C)
- De gespecialiseerde voetverzorgers en de coronacrisis (55005371C)
- De indeling van de bewoners van de woonzorgcentra in cohorten (55005376C)
- Zorgen die tandartsen mogen toedienen (55005404C)
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de minister, het valt, ten eerste, op dat er bij ons bijzonder weinig gegevens over besmettingen bij zorgverstrekkers bekend zijn. Nochtans bleek de besmettingsgraad bij die groep in bijvoorbeeld China, Italië en Spanje vrij hoog.
Vandaag worden trouwens de zorgverstrekkers in het Verenigd Koninkrijk herdacht. Hoeveel zorgverstrekkers testten er bij ons positief? Wordt dat gerapporteerd en waar? Worden er steekproeven georganiseerd bij zorgverstrekkers? Zo ja, bij wie? Gebeurt dat bij de zorgverstrekkers zowel van de eerste lijn als van de tweede lijn? Ten tweede, het is voor artsen en tandartsen niet gemakkelijk om uit te maken wat er qua essentiële en niet-essentiële zorg in deze fase precies kan. Zijn de richtlijnen uitgevaardigd door Sciensano, bindend of niet?
Het RIZIV zou nu ook controles bij artsen in verband met de uitgevoerde prestaties doen. Gebeurt dat inderdaad? Zijn die controles gericht of willekeurig? Treedt de Orde hier op of de overheid?
Voor tandartsen is het niet duidelijk. We lezen in de richtlijnen van Sciensano dat het aangewezen is om niet-essentiële behandelingen uit te stellen, maar verder in het document ter zake lezen we dat ze moeten worden uitgesteld. Tandartsen werken in een besmettelijke omgeving met een aerosol. Het is dus niet helemaal duidelijk wat er precies wel en niet kan.
Mogen vooralsnog alleen de urgente behandelingen gebeuren of mag er al noodzakelijke zorg worden verstrekt? Zal men binnenkort ook de normale behandelingen moeten uitvoeren of komt er een tussenperiode? Zijn er richtlijnen? Zijn er aangepaste hygiëneprotocollen? Zo ja, waar kunnen wij die vinden? Er komt natuurlijk wel wat voorbereiding bij kijken.
Ten derde, zorgverstrekkers die uit het buitenland terugkeren, moeten verplicht 14 dagen in quarantaine, net als andere burgers. De ziekenhuizen hebben hen nu echter nodig. Kan er voor hen geen uitzondering worden gemaakt, aangezien zij sowieso in een risicovolle omgeving werken, natuurlijk wel op voorwaarde dat ze zich goed kunnen beschermen? Ten vierde, dan is er nog een probleem met de voetverzorgers. De pedicures moeten hun werkzaamheden opschorten, maar zij zijn soms nodig, bijvoorbeeld voor diabetespatiënten, voor wie voetverzorging toch wel heel belangrijk is. Podologen mogen die taken wel nog uitvoeren; zij vallen onder de paramedische beroepen. Het probleem is echter dat zij niet zo talrijk zijn. Zij komen vaak ook niet aan huis, waardoor voetverzorging uitgesteld wordt.
Hebt u hieromtrent een advies? Kan er een uitzondering gemaakt worden voor gespecialiseerde voetverzorgers die bijvoorbeeld diabetespatiënten of andere risicopatiënten behandelen? Kunnen zij tijdelijk, mits correct gebruik van beschermingsmiddelen, eventueel toch selectief aan de slag? Bij de ambulanciers is er ook onduidelijkheid. Klopt het dat er een verschil is tussen de professionele en de vrijwillige ambulanciers met betrekking tot de erkenning van COVID-19 als beroepsziekte? Kan die ongelijkheid worden weggewerkt? Voorts blijkt er ook nog steeds een probleem te zijn met betrekking tot persoonlijke beschermingsmaterialen. Klopt dat? Waar zit de bottleneck precies?
Ten slotte heb ik nog een vraag over de woon-zorgcentra. Niet elk woon-zorgcentrum blijkt in staat om de zorg te cohorteren. Waarom is een cohorteringsplan niet verplicht? Is het een federale bevoegdheid? Zo ja, bent u van plan om cohorteringsplannen op te leggen? De patiënten die nu nog in een ziekenhuis worden opgenomen, werden besmet tijdens de lockdownmaatregelen. Wordt er bij hen en in hun omgeving navraag gedaan over de mogelijke plaats van besmetting, zodat kan worden bekeken waar de oorzaak op het moment precies is gesitueerd?
....
De voorzitter:
Mijnheer De Backer, u begint. Ik zal u verwittigen wanneer uw 45 minuten om zijn, mocht u uw spreektijd helemaal nodig hebben. Voor het overige spreken jullie onderling af.
Minister Philippe De Backer:
Mijnheer de voorzitter, ik kan mijn scherm niet delen. Ik kan jullie mijn powerpointpresentatie dus niet tonen. Normaal kan dat in die setting wel. Ik was sowieso van plan mijn presentatie met alle leden te delen, omdat ik na onze discussie van vorige week de indruk had dat er nood was aan meer achtergrondinformatie over de taskforce Shortages en over het testen. Ik had dus een aantal slides voorbereid, die ik nu alsnog zie verschijnen.
De voorzitter:
Het secretariaat heeft ervoor gezorgd.
Minister Philippe De Backer:
Mijnheer de voorzitter, dat is de vorige versie, waarin een aantal slides ontbreken. Ik zal ze dan zelf toelichten, wanneer dat nodig is. Mag ik de volgende slide, zijnde slide 4 over de structuur? U mag ook toestaan dat ik mijn scherm kan delen.
De voorzitter:
Het secretariaat zorgt ervoor. Ik vraag u om een beetje geduld. Het is nieuw.
Minister Philippe De Backer:
Mijnheer de voorzitter, ik zou mijn toelichting willen beginnen met aan te geven op welke manier onze taskforce is gestructureerd en ook wat de relatie is met andere organisaties.
De voorzitter:
Het secretariaat deelt mee dat u in principe uw scherm nu kan delen. (Powerpointpresentatie verschijnt op het scherm.)
Minister Philippe De Backer:
Mijnheer de voorzitter, u ziet de structuur van onze taskforce, zoals ze is uitgewerkt. De bedoeling is aan te tonen dat er op verschillende stromen tegelijkertijd is gewerkt.
De eerste werkgroep die belast is met de coronatests staat onder leiding van Emmanuel André, die ook voor het referentielabo in Leuven werkt. Twee andere werkgroepen, die zich toespitsen op het geneeskundige aspect en het medisch materiaal, worden aangestuurd door Xavier De Cuyper van het FAGG. De heer Gino Claes van de FOD Volksgezondheid leidt de werkgroep die instaat voor de mondmaskers, handschoenen en schorten. Ten slotte biedt het leger ondersteuning voor de verdeling van de goederen.
Tal van experts sluiten zich afhankelijk van de behoeften bij de werkgroepen aan. Een dertienkoppig team gaat over de aankoop: de leden zijn vertrouwd met de medische wereld, maar ook met China en met de andere landen die materiaal aanleveren. We krijgen ook versterking van de FOD Volksgezondheid, de FOD Economie en de douane. De Gewesten zijn er natuurlijk ook bij betrokken.
Die werkgroepen onderhouden zeer nauwe contacten met de Risk Assessment Group (RAG) en de Risk Management Group (RMG), twee organisaties die autonoom en onafhankelijk zijn van de taskforce "shortages", die werden opgericht om aan een internationale vraag te voldoen. De RAG analyseert het risico voor de bevolking op basis van de epidemiologische en wetenschappelijke gegevens.
De voorzitter:
Mijnheer De Backer, we zien uw slides niet meer.
Minister Philippe De Backer:
Ik zal het nogmaals proberen. De voorzitter: Mijnheer de minister, ik vraag u om de powerpointpresentatie op te sturen naar het secretariaat van de commissie, zodat we ze kunnen verdelen.
Philippe De Backer, ministre:
Mijnheer de voorzitter, dat was ik sowieso van plan en in twee talen.
De RAG is hiervoor bevoegd. De RMG, waarin verscheidene experts zetelen, stemt haar beslissingen over de maatregelen ten behoeve van de volksgezondheid af op het advies van de RAG en beslist autonoom welke prioriteiten er gelden voor de tests en het materiaal.
Testing is noodzakelijk om vast te stellen welke patiënten besmet zijn en het virus dus kunnen doorgeven aan anderen. Dankzij de tests kunnen de maatregelen ook worden gefinetuned, bijvoorbeeld in de woon-zorgcentra of voor de thuisverpleegkundigen. Tests zijn een cruciaal element in de uitfasering van de lockdown.
Met behulp van de PCR-tests kunnen besmettingen op een betrouwbare manier worden gediagnosticeerd. We zullen ook antigentests ter beschikking stellen, die door de Waalse firma Coris werden ontwikkeld en zullen worden gebruikt voor de triage van patiënten. In geval van een negatief testresultaat wordt er steeds nog een PCR-test uitgevoerd.
De serologische tests en de immuniteitstests worden gebruikt om met de nodige omzichtigheid te bepalen wie het virus enkele weken geleden heeft opgelopen. We hebben met vele klinische labo's contact opgenomen en hebben vastgesteld dat er overal een tekort is aan neus- en keelwissers, reagentia en analyseapparatuur. Een bijkomend probleem is dat alle labo's werken met verschillende machines, leveranciers en reagentia.
We hebben contact opgenomen met talloze leveranciers, waaronder Roche, QIAGEN, Thermo Fisher, bioMérieux, enz. Die leveranciers konden niet garanderen dat ze een testcapaciteit van 10.000 testen per dag zouden bereiken. Daarom hebben we voor een andere oplossingspiste gekozen.
Om vorm te geven aan het ecosysteem dat die testen op grotere schaal mogelijk zou maken, hebben we met de universiteiten, de farmaceutische bedrijven, de laboratoria, de leveranciers, de ICT-bedrijven, de testcentra en de certificeringsinstellingen contact opgenomen. We hebben ook met Sciensano, het FAGG en het referentielaboratorium samengewerkt voor de uitbreiding van die testcapaciteit.
Ten eerste hebben wij gekeken naar de universiteit van Namen, die een nieuw protocol had gemaakt dat minder reagentia zou verbruiken, en de universiteit van Luik, die stelt een methode te hebben om de testing op veel grotere schaal uit te voeren. Die twee methodes hebben wij gevalideerd en vervolgens uitgerold over de verschillende universitaire labo's die deel uitmaken van het consortium en zij worden daar nu gebruikt. Wij hebben echter ook een aantal aanbiedingen gekregen van universiteiten, biotech- en farmabedrijven om aan high-throughput screening te gaan doen en er dus voor te zorgen dat wij op heel grote schaal heel veel testen op korte tijd kunnen afnemen. Daarbij zijn de universiteiten van Luik, Bergen, Namen, de VUB en de ULB betrokken, alsook Janssen Pharmaceutica, GSK, UCB en Biogazelle. De universiteit van Luik is ook toegevoegd vanuit het GIGA Consortium om ook daar de high-throughput screening te kunnen doen. Wij hebben dus geprobeerd om hier zoveel mogelijk labo's bij te betrekken. Het is ook belangrijk om te vermelden dat het nooit uitgesloten is geweest dat de klinische labo's daarvan deel zouden uitmaken. Zij zijn geconnecteerd met de eerste lijn, met de huisartsen en de ziekenhuizen, dus zij krijgen van daaruit alle stalen die zij kunnen verwerken.
Wij hebben ook een kader gemaakt om te bekijken op welke manier wij machines en reagentia kunnen securiseren. Daarvoor hebben wij een akkoord gemaakt met Thermo Fisher, dat zich bereid verklaarde om een garantie te geven over het aantal reactiva, het aantal wissers en dergelijke meer als wij op dat soort schaal en met dat soort consortium wilden testen. Wij hebben er dus voor gekozen om een centraal platform op te richten waar alles wordt samengebracht. Het vraagt een inspanning om na te gaan of het hele systeem gesloten wordt. Er zijn dus ook verschillende informaticasystemen die daar een rol in spelen. Wij hebben dat ook laten valideren door externe partijen en natuurlijk hebben wij ook aan de logistieke kant gedacht, waar wij met BARC en PPD twee bedrijven hebben die de testen bijvoorbeeld aan de woon-zorgcentra leveren.
Het ecosysteem op het vlak van informatiedoorstroming functioneert dus als volgt. UgenTec heeft er eigenlijk voor gezorgd dat de validatie van de resultaten van de PCR-machines kan plaatsvinden. Het MIPSsysteem laat toe dat de informatie van de arts naar het labo stroomt en terug naar de arts en de patiënt. Microsoft heeft ervoor gezorgd dat alles in de cloud kan gebeuren. DexMach heeft ervoor gezorgd dat de hele configuratie van die cloud kan worden gelinkt met het eHealthsysteem en met de verschillende modules van het CyberLab en itsme dient om de authenticatie te doen van de artsen die de testen afnemen.
Wat hebben wij nog gedaan? De afspraken die zijn gemaakt met de labo's die deel uitmaken van het centraal platform werden allemaal gevalideerd door het referentielabo en voldoen dus aan dezelfde standaard als de klinische labo's en ondergaan dezelfde kwaliteitscontrole.
Zij werken ook tegen kostprijs, dus zij vallen buiten het RIZIVsysteem. Er worden geen terugbetalingen gedaan. Er is een apart contract om die tests op grote schaal op het centraal platform te kunnen uitvoeren. Ondertussen is er voor de hospitalen en de klinische labo's wel een akkoord over de RIZIV-terugbetaling op voorwaarde dat zij zich houden aan de criteria vastgelegd door de RMG. Ook het volgende wil ik u meegeven. Sciensano rapporteert elke dag het aantal tests, zo dachten wij. Dat blijkt echter niet te kloppen. In de database van Sciensano zijn wij zelf een en ander nagegaan. Daarop heeft Sciensano ons vandaag een nieuwe slide aangeleverd, waarop u kunt zien dat wij sinds verschillende dagen dicht bij de 10.000 tests zitten en sinds 22 april eigenlijk zelfs al boven dat aantal. Afgelopen weekend hebben wij ongeveer 15.000 tests per dag afgenomen en geanalyseerd. Dit zijn de correcte cijfers, rechtstreeks van Sciensano. Dat wil ik meegeven, omdat er toch wat verwarring bestaat over de dagelijkse rapportering. De dagelijkse rapportering spreekt namelijk niet over het aantal afgenomen tests, maar over andere cijfers, wat verantwoordelijken van Sciensano eerstdaags zelf zullen uitklaren op een persconferentie.
Wat ik u nu meegedeeld hebt, zijn cijfers die wij rechtstreeks krijgen van de labo's en de woon-zorgcentra en die gevalideerd zijn door Sciensano. U ziet dat wij de capaciteit van 10.000 tests per dag al lang ruimschoots overschreden hebben. De capaciteit is dus beschikbaar en wordt ook ten volle benut. In de jongste drie dagen werden er respectievelijk 13.000, 15.000 en 15.000 tests per dag afgenomen. Sta me toe om onze cijfers te vergelijken met Duitsland. In Duitsland worden er 50.000 tot 60.000 tests per dag afgenomen. De Duitse bevolking is ongeveer 8,5 keer groter. In verhouding testen wij dus ruimschoots meer dan een aantal van onze naburige landen. Dat kunt u ook zien op de website van Our World In Data.
De discussie omtrent de capaciteit tegenover het aantal uitgevoerde tests wil ik nog eens duidelijk uitklaren aan de hand van de grijze lijn in de grafiek. De grijze lijn toont de capaciteit die de verschillende labo's, dus zowel het centraal platform als de klinische labo's en de hospitaallabo's, samen kunnen opbouwen. Vandaag ligt de capaciteit al ruimschoots boven 25.000 testen. Als men morgen 25.000 stalen aanlevert, kunnen die geanalyseerd worden.
U ziet ook de andere twee lijnen. U ziet dat het aantal uitgevoerde testen in stijgende lijn gaat, natuurlijk. U ziet daar dat de capaciteit ruimschoots hoger is dan het aantal testen dat wordt uitgevoerd. Hoe komt dat? Dat heb ik al een aantal keren uitgelegd. Dat is omdat de testcriteria redelijk rigide, redelijk strikt zijn. De RAG en de RMG nemen daar hun voorzorgen, omdat zij niet willen dat het systeem overstroomd wordt, ook al is er voldoende capaciteit.
....
Dat is de teststrategie zoals die geëvolueerd is in de jongste dagen en weken. U ziet dat er effectief een uitbreiding heeft plaatsgevonden. De uitbreiding naar griepachtige symptomen of zelfs een bredere uitbreiding, gebaseerd op niet louter respiratoire symptomen, zal vanaf 4 mei ingaan. Om dat te kunnen doen, zijn wij op dit moment aan het bekijken hoe wij die verruimde teststrategie effectief kunnen implementeren op het terrein. Er is een gesprek gaande, al een aantal dagen, tussen huisartsen en triageposten. Dat is bijna afgerond. Wij willen er zeker van zijn dat de huisartsen en de triageposten voldoende beschermdend materiaal hebben opdat zij die testen kunnen afnemen. De capaciteit kan nog verder worden opgetrokken tot 40.000 testen per dag op het centraal platform alleen, als we daar een derde shift per dag toevoegen. Het is dus geen kwestie van reagentia of ander materiaal, maar vooral van personeel. De bereidheid om die derde shift te draaien is er trouwens. De beschikbare capaciteit moet en zal natuurlijk worden gebruikt rekening houdend met het aantal patiënten. Als u mij dus vraagt of wij ooit 25.000 of 40.000 testen per dag zullen doen, dan moet ik u zeggen dat ik dat niet weet. Het is mogelijk, want de capaciteit zal er zijn, maar het hangt ook af van de wijze waarop de staalnames verlopen, van hoeveel patiënten er zich aandienen, welke mensen getest zullen worden en hoeveel mensen er vervolgens na het contactonderzoek ook getest moeten worden. We hebben in ieder geval de nodige voorbereidingen getroffen en de labocapaciteit is er. Het is belangrijk te melden dat op dat moment alle klinische labs, alle hospitaallabs en het centraal platform die capaciteit samen zullen moeten kunnen leveren. Ik kom daarop straks nog terug.
....
Voor de serologie wordt er vandaag nog onderhandeld over een RIZIV-protocol. Tegen het einde van de week zal duidelijk moeten zijn wat hier aan terugbetaling tegenover staat en wanneer. We zullen dus inderdaad doorlopend moeten blijven testen, zowel op het vlak van PCR om snel patiënten die mild symptomatisch zijn en hun contacten in kaart te brengen, als op het vlak van serologie, om ervoor te zorgen dat we een goed zicht krijgen op de verspreiding van het virus. Er is bijvoorbeeld een studie uitgevoerd door een aantal organisaties die serologische testen gedaan hebben op bloedbanken. Daaruit blijkt dat het virus zich ongeveer in 3 tot 5 % van de bevolking heeft verspreid. Dat is nog bijzonder weinig, als we kijken naar een algemene immuniteit. Daarom moeten we waakzaam blijven, en blijven testen en screenen, ook nog in de komende weken.
Deze grafiek laat zien welke testen we hebben kunnen securiseren voor de periode april, mei en juni. U kunt zien dat we de cijfers die genoemd zijn op de persconferentie van vrijdag ruimschoots halen. We hebben effectief testen ter beschikking die toelaten om de capaciteit van testing uit te rollen op het terrein. Daarnaast zijn de klinische labo's vrij om zelf reagentia aan te kopen om de serologische testen uit te voeren. Ik wil het ook kort hebben over het contactonderzoek. Er is een nationaal comité Contactonderzoek opgericht. Ik vind namelijk dat alle entiteiten hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Maar ik wil toch van bij het begin duidelijk stellen dat contactonderzoek een exclusieve competentie van de deelstaten is. Dat was zo vóór de crisis, tijdens de crisis, en dat zal het ook blijven tijdens de periode van versoepeling.
Dat is een duidelijk punt dat ik hier wil maken. Tegelijkertijd vind ik ook dat we allemaal moeten samenwerken en onze competenties moeten samenbrengen om ervoor te zorgen dat we van het contactonderzoek een succes maken. Wat zullen we doen op federaal niveau? We gaan het aantal testen optrekken en ter beschikking stellen. We bieden ook onze eHealth-infrastructuur aan om ondersteuning te bieden aan alles wat te maken heeft met databanken, verwerking van gegevens en dergelijke. Het opstellen van de verschillende scripts die zullen worden gebruikt in de callcenters door de callcenteragenten, zal interfederaal, tussen de deelstaten en het federale niveau, gebeuren om ervoor te zorgen dat zij overal hetzelfde zijn. De technologie van de callcenters – die openbare aanbesteding is net gesloten – zal ook ter beschikking komen van de deelstaten, zodat iedereen met hetzelfde platform kan werken.
....
Wat persoonlijke beschermingsmaterialen betreft, wil ik toch nog eens de globale context herhalen. De hele wereld is op zoek naar dezelfde producten en beschermingsmaterialen. Wij zitten in een geglobaliseerde markt en zijn dus sterk afhankelijk van andere landen. Er is dus een internationale race bezig om dezelfde producten te verkrijgen die slechts in een beperkt aantal landen te verkrijgen zijn. Wat hebben wij gedaan? Wij hebben contacten gezocht met bestaande leveranciers om hen te pushen om aan ziekenhuizen, aan woon-zorgcentra, aan thuisverpleging en andere instellingen te blijven leveren. Wij zijn daarin ook deels geslaagd, want een deel van die leveringen is effectief kunnen doorgaan. Niet alleen de federale overheid heeft aan bepaalde instellingen geleverd. Ook groothandelaars en anderen zijn daarmee deels kunnen doorgaan.
Wij hebben natuurlijk nieuwe leveranciers gezocht. Wij hebben Belgische stocks uit het buitenland teruggebracht. Wij hebben de eigen productie in gang gezet. Wij hebben ook een aantal innovatieve toepassingen, waarover ik straks meer uitleg zal geven, op de markt kunnen plaatsen. Ik herhaal dat de prioriteiten bij de verdeling door de Risk Management Group worden vastgelegd. Ik heb in het begin uitgelegd wat die groep is, wie in de groep zetelt en hoe het werk daarin verloopt. De RMG heeft de prioriteiten inzake de distributie van materialen opgesteld.
Wij hebben bij de start van de taskforce ontdekt dat er een algemene schaarste aan middelen was, dat bestelde ladingen vaak werden ingepalmd en zelfs werden afgesnoept en doorverkocht aan andere partijen. Soms verdwenen ze gewoon. Niet alleen België is daarmee geconfronteerd. Elk Europees land is daarmee geconfronteerd. Ik las gisteren nog een artikel in een Spaanse krant, waarin ook werd opgelijst wat in Spanje allemaal is gebeurd. Testkits waren niet conform; bestelde materialen waren niet conform en noem maar op. Elk land – Frankrijk, Duitsland, Nederland, Spanje, Portugal – heeft dezelfde problemen als wij gekend. Het is dus zeker niet alleen een Belgische uitdaging om die materialen in voldoende mate en met de nodige kwaliteit naar hier te kunnen brengen.
Waarmee werden wij nog geconfronteerd? Een grote miljoenenbestelling van maskers komt niet volledig uit dezelfde fabriek. Het gaat heel vaak om heterogene loten, dus loten die uit verschillende fabrieken komen. Op die manier is het natuurlijk ook moeilijk te controleren of de verschillende loten van voldoende kwaliteit zijn. De kwaliteitscontrole vóór de start van de taskforce verliep als volgt. Er was een controle op certificaten voorafgaandelijk aan de bestelling. Het probleem daarbij was dat die certificaten een aantal keer vervalst bleken te zijn. Er was ook geen controle op de productie ter plaatse. Soms was het probleem ook dat de geproduceerde goederen van onvoldoende kwaliteit waren. Er was ook geen kwaliteitscontrole in België, behalve dat de certificaten werden gecheckt en dat een visuele controle van de maskers plaatsvond. Dat was de standaardprocedure, die altijd al is toegepast en ook in andere landen werd toegepast, tot wij natuurlijk vaststelden dat er problemen waren met een aantal ladingen die in België waren aangekomen.
Wat hebben wij gedaan? De taskforce heeft een aantal veranderingen doorgevoerd. We doen een heel zware screening van de betrouwbaarheid van leveranciers. We hebben daarvoor professionele purchase teams aangesteld die de internationale technische ervaring hebben om dat te doen, die kennis hebben van bijvoorbeeld de Chinese markt, maar ook van andere markten waar wij bestellingen plaatsen. Wij hebben gebruikgemaakt van de kennis van onze diplomaten en onze handelsagentschappen om te bekijken of zij in staat waren om goede leads aan te brengen, om te bekijken hoe wij voldoende kwaliteitsvol materiaal konden aankopen. Vanaf 14 april hebben we een alternatief testprotocol ingesteld, waarbij een Belgisch labo een controle doet op alle loten die via een federale bestelling binnenkomen. Wij hebben mensen ter plaatse in China die ons helpen om de kwaliteitscontrole te doen. Als de kwaliteit onvoldoende blijkt, dan worden er ook juridische stappen ondernomen om een klacht in te dienen.
Omdat we werden overstelpt door mensen die ons wilden helpen – waarvoor onze dank – hebben wij een centraal ticketingsysteem aangemaakt om die aanbiedingen te centraliseren. Wij hebben ongeveer 3.000 leads ontvangen via ons ticketingsysteem, maar toen we de controleprocedures daarop begonnen toe te passen, bleek 95 % van die leads onbruikbaar. Het heeft heel wat tijd en energie gekost om de goede voorstellen van de slechte te onderscheiden. De meeste voorstellen bleken niet te voldoen aan de kwaliteitsvereisten die wij hebben gesteld. Wij wijzen heel veel van die goedbedoelde aanbiedingen af.
....
Voor de FFP2-maskers blijven we tegen een kritische grens aanzitten. We blijven ze verder bestellen. We denken dat we op dit moment kunnen voldoen aan alle noodleveringen. Er zijn noodleveringen gebeurd voor tandartsen en een aantal ziekenhuizen. We kunnen voldoen aan alle aanvragen voor noodleveringen van het terrein. Dat is een belangrijk element. In sommige entiteiten ontstaat er soms nog een tekort, maar we kunnen voldoen aan de leveringen op het terrein. Ook voor de handgels hebben we een oplossing gevonden. Dat probleem is dus ook van de baan. We hebben voldoende capaciteit om de handgels in de markt hun werk te laten doen.
....
De voorzitter:
Er is nog in een tweede antwoordronde voorzien na de replieken. Mevrouw De Block, ook u krijgt 45 minuten.
Minister Maggie De Block:
Mijnheer de voorzitter, ik dank collega De Backer voor deze presentatie.
Om te beginnen was er de vraag van mevrouw Van Camp over Zweden. Dat land heeft beslist om geen lockdown in te voeren. Dat heeft het hoofd van het Zweedse bureau voor Volksgezondheid verklaard. In die verklaring wordt gezegd hoezeer de aanpak van Zweden verschilt met die van andere landen en dat ook Zweden, net als België, inzet op social distancing. Het verschil is echter hoe dat in de praktijk wordt gebracht. Zweden verschilt sterk van België in termen van bevolkingsdichtheid, maar ook van gewoontes en culturele factoren die uiteraard een bijzonder grote impact hebben op de evolutie van de epidemie.
Zoals het recente debat over de sterftecijfers in België duidelijk heeft aangetoond, is het bijzonder moeilijk om internationale sterftecijfers met elkaar te vergelijken, aangezien elk land een andere manier van rapporteren hanteert. Wellicht is de meest objectieve parameter de oversterfte. De mortaliteitsgegevens van het Europees platform EuroMOMO tonen duidelijk aan dat er een zeer hoge oversterfte is in Zweden als men vergelijkt met de buurlanden Finland en Noorwegen, waar er wel lockdownmaatregelen werden genomen. Bovendien is Zweden ook een van de weinige Europese landen waar het aantal gevallen van COVID-19 nog steeds in stijgende lijn gaat.
Ook onze ligging is zeer verschillend, want ons land is centraal gelegen en heeft intense contacten met een aantal buurlanden. Met onze aanpak hebben wij bereikt dat de maximumcapaciteit van de intensieve zorgen nooit overschreden werd, wat goed voor onze patiënten is gebleken. Aangezien het om een nieuw virus gaat, kan men onmogelijk perfecte modellen hebben en moeten er dus telkens beslissingen genomen worden met een veiligheidsmarge. De vraag is welke prijs wij bereid zijn te betalen voor het verkrijgen van groepsimmuniteit. Het lijdt geen twijfel dat het virus vrij laten circuleren sneller tot een immune populatie leidt, maar daar moet mogelijk wel een hogere prijs voor worden betaald. Dat betekent dat het gezondheidssysteem ondertussen bedreigd wordt, iets wat wij te allen tijde hebben willen vermijden. Groepsimmuniteit is niet de enige manier om een tweede golf te vermijden in afwachting van een vaccin of therapie. Daarom wordt er in verschillende landen hard gewerkt aan strategieën inzake testing en tracking.
Meerdere leden hebben vragen gesteld over de exitstrategie. Het nationaal comité voor testing en tracking bereidt de strategie voor inzake het testen van alle mogelijke gevallen en het opsporen van hun contacten. De social-distancingmaatregelen worden hierbij progressief versoepeld. In deze context zullen ook de richtlijnen voor isolatie strenger worden, bijvoorbeeld ook voor de huisgenoten van personen die positief worden bevonden. Deze informatie zal door Sciensano eerst aan de artsen worden doorgegeven. Eén van de taken van het comité is om hierover ook een communicatiecampagne voor het publiek te plannen. Hierbij zal het nut van het dragen van mondmaskers worden behandeld, maar ook de manier waarop men ze moet dragen en wat men moet vermijden om de kans op besmetting te verkleinen.
Quarantaine-instructies voor mensen die thuis uitzieken, werden al in een vroeg stadium uitgeschreven en gepubliceerd. Hierbij werkte men vanuit twee invalshoeken, namelijk hoe een patiënt zich in thuisisolatie moet gedragen om de gezinsleden en de omgeving te beschermen, en hoe men veilig een gezinslid kan verzorgen dat in thuisisolatie moet uitzieken zonder het risico te lopen dat anderen besmet worden. Die informatie is beschikbaar op www.infocoronavirus.be en kan onder de vorm van een handige brochure worden gedownload. Van deze brochures werden ook gedrukte exemplaren verdeeld aan de pre-triagepunten van huisartsenkringen om mee te geven aan patiënten die geen toegang tot het internet hebben. Omdat het om belangrijke informatie gaat, werd die brochure in 22 talen vertaald. Ze is ook beschikbaar in Nederlandse en Franse doventaal op de website.
....
Er werd al iets gezegd over voetverzorging, waarover meerdere vragen kwamen. Mevrouw Gijbels, voetverzorgers kunnen nu eigenlijk niet optreden, maar wel de medisch erkende beroepen, zoals de podologen. De huisartsen moeten beslissen wat dringende zorg is en eventueel doorverwijzen. Ik hoor dat wel meer zeggen. Ik mis mijn pedicure ook. Bij sommige mensen met problemen aan de voeten begint het zwaar door te wegen dat zij al een aantal weken hun pedicure niet hebben gehad. Dat is een van die zorgen waarbij contact gemaakt wordt. Als wij in de exit geraken, hoop ik dat ook zij, mits de nodige voorzorgsmaatregelen, het werk opnieuw zullen kunnen hervatten. De GEES is ook bezig om dat per groep uit te werken.
Mevrouw Gijbels en de heer Rigot hadden een vraag over testen bij zorgverstrekkers. Via verschillende bronnen wordt informatie over COVID-19 bij zorgpersoneel opgevraagd, via het aanvraagformulier voor de afname van een test, voor testen uitgevoerd in het kader van screening in de woon-zorgcentra, voor gehospitaliseerde patiënten via een nietverplichte vragenlijst – we weten nu al dat 6 % van de gehospitaliseerde mensen zorgverstrekkers zijn – en via een barometer en bevraging van de eerstelijnszorgverstrekkers.
Er loopt ook een studie bij gezondheidswerkers in de ziekenhuizen, waarbij via PCR-testen en serologie wordt gekeken naar de evolutie van de besmettingen over verschillende maanden. Als we de testen gaan uitbreiden naar alle personen met symptomen, kan het nuttig zijn om te weten wie zorgverlener is en wie niet, om een duidelijk beeld te krijgen over welke groepen het virus zich verspreidt. Een voorwaarde is wel dat de aanvraagformulieren voor staalafname correct worden ingevuld.
Voorts wordt er ook in de loop van volgende week in overleg met vertegenwoordigers van de ziekenhuizen een voorstel uitgewerkt voor screening via serologie, ook bij asymptomatisch personeel in de ziekenhuizen, met voorrang aan wie op een COVID-19-eenheid werkt, om te weten wie antistoffen heeft en wie niet. Ook in de woon zorgcentra is dat gebeurd. Sciensano verwerkt al die gegevens, maar het zal dus nog een tijdje duren vooraleer wij daarover conclusies kunnen trekken.
Mevrouw Gijbels, u vroeg of een zorgverstrekker die uit het buitenland terugkomt, in quarantaine moet. Momenteel komen slechts zeer weinig mensen terug uit het buitenland, maar de algemene regel is inderdaad dat men in thuisisolatie moet, als men uit het buitenland komt. Als de grenzen weer openen en in een context waarin wij meer testcapaciteit hebben, kan dat opnieuw worden bekeken door het COFECO, want dat zijn andere omstandigheden. Dan kan er een nieuw advies worden gevraagd, maar ondertussen blijft dat inderdaad de regel. Ook andere landen passen dezelfde benadering toe.
Mevrouw Gijbels, deze week werd een persbericht verspreid over de goedkeuring door de ministerraad van de erkenning van COVID-19 als beroepsziekte voor vrijwillige ambulanciers. Het gaat daarbij niet alleen over ambulanciers, maar ook over brandweerlieden in de veiligheidszones. Wij schakelen de rechten van vrijwilligers dus gelijk met die van professionelen voor de erkenning van COVID-19 als beroepsziekte. Dat was nodig om Fedris hiervoor een dotatie te kunnen geven, want Fedris kent een paritair beheer. Wij hebben ons eigenlijk geënt op het model van het Asbestfonds, waarin gewerkt wordt met geld, een federale dotatie, maar waarin men dezelfde rechten als anderen krijgt via Fedris. De administratieve behandeling gebeurt ook door Fedris.
De screening werd in triagecentra georganiseerd. Nu er steeds meer tests uitgevoerd worden, moeten we samen met de artsen en verpleegkundigen over de organisatie van de screening nadenken. De raadplegingen bij de huisarts moeten geleidelijk hervat worden, met behoud van afzonderlijke circuits. Wanneer een persoon COVID-19-symptomen vertoont, moeten er tijdens de consulten voorzorgsmaatregelen genomen worden.
Op de website van Sciensano worden de beschermingsmaatregelen voor de zorgverleners en de huisartsen regelmatig geüpdatet, maar hun situaties zijn verschillend.
Mevrouw Gijbels, voor de tandartsen werd er een gefaseerd plan opgesteld door de beroepsorganisaties en de deskundigen op het terrein die in de Raad van de Tandheelkunde zitting hebben. Dat plan omvat modaliteiten voor de hervatting van de activiteiten en schrijft nauwkeurige protocollen voor met gezondheidsregels voor de organisatie van de opvang van en de zorg voor de patiënten. De vigerende door Sciensano uitgewerkte maatregelen blijven geldig. Ik heb ook al persberichten gelezen dat de beroepsverenigingen zich buigen over de vraag, met het oog op de hervatting van de activiteiten, welke hygiënische maatregelen genomen moeten worden ter bescherming van zowel de patiënt als de tandarts. De fase van de hervatting is inderdaad in de komende weken, maar dat zal afhankelijk zijn van de capaciteit van de tandartspraktijken en met inachtneming van strikte regels. De regering blijft met het oog op gecoördineerde actie inzetten op de aankoop van beschermingsmiddelen, zodat de tandartsen zichzelf en de patiënt veiligheid kunnen bieden.
De RMG blijft de behoeften van de verschillende beroepsgroepen op het terrein beoordelen naargelang de evolutie van de lockdown. Bij elke verdere stap zal daarover ook weer gesproken worden.
....
De voorzitter:
Ik heb u aan het woord gelaten, u bent maar drie minuten over uw tijd gegaan. Ik denk dat wij nu veel uitgebreider antwoorden hebben gekregen op de verschillende vragen. Voor het verslag vermeld ik dat het kabinet gisteren in drie e-mails zes antwoorden heeft opgestuurd op vragen van vorige week van eerder technische of wetenschappelijke aard. We gaan nu over tot de replieken. Ik had zes minuten spreektijd voorgesteld voor fracties met drie effectieve leden, vier minuten voor fracties met twee leden en twee minuten voor de andere fracties.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, voor we beginnen wil ik nog melden dat onze collega van Groen, Barbara Creemers, al even in de wachtzaal zit. Zij kan niet meer binnen in Zoom. Als iemand dat even wil nakijken?
Ik dank beide ministers voor het antwoord. Die waren deze keer heel duidelijk. Ik dank ook iedereen die deze antwoorden heeft voorbereid. Ik heb geen antwoord gehoord over het cohorteringsplan in de woonzorgcentra, tenzij ik dat gemist heb. Dat is blijkbaar niet verplicht. Ik vraag mij af of dit een federale bevoegdheid is.
Minister Maggie De Block:
Neen, dat is een bevoegdheid van de deelstaten. Dat zal een vraag voor uw collega in het Vlaams Parlement zijn.
....
Frieda Gijbels (N-VA):
Tijdens de beantwoording van vragen heb ik de tijd gehad om de powerpointpresentatie nog eens te bekijken. Bij de prioritering van de PBM zijn de tandartsen en, zoals mijn collega ook al opmerkte, de apothekers over het hoofd gezien. Ik dring er dus op aan om hen daar zeker mee in te betrekken.
Net zoals een collega eerder al zei, dring ook ik aan op duidelijke richtlijnen in verband met de heropstart van de verschillende medische disciplines. Er heerst namelijk heel veel onduidelijkheid. Ik hoop dat het heel snel duidelijk wordt wat er wanneer en op welke manier mag, rekening houdend met de beschikbare beschermingsmaterialen. Het is voor mij als tandarts nog altijd heel moeilijk om beschermingsmateriaal te verkrijgen.
....
Het incident is gesloten.
Het volledig verslag is terug te vinden via https://www.dekamer.be/doc/CCRI/pdf/55/ic160.pdf