Kamerlid
Kruimelpad
Maatregelen in dierenparken en vaccinatie van vatbare diersoorten tegen SARS-CoV-2
Mijnheer de minister,
In de zoo van San Diego (Verenigde Staten) is men gestart met de vaccinatie van dieren, meer specifiek mensapen, gebruikmakend van speciaal ontwikkelde experimentele vaccins in de strijd tegen het SARS-CoV-2 virus. Dit was te horen tijdens een interview op Radio 1 met de heer Jeroen Dewulf, professor Veterinaire Epidemiologie aan de UGent en voorzitter van de werkgroep die de gevolgen van de coronapandemie voor dieren in ons land opvolgt. Het is al een tijd geweten dat bepaalde diersoorten, waaronder mensapen en ook marter- en katachtigen, vatbaar zijn voor het SARS-CoV-2 virus. In dezelfde zoo werd in januari 2021 immers een SARS-CoV-2 besmetting en uitbraak vastgesteld bij gorilla’s. Daarop kondigden de Zoo van Antwerpen en Planckendael verhoogde hygiënische maatregelen aan.
Wordt er, naast de extra hygiënische maatregelen, ook voldoende afstand gegarandeerd in dierenparken tussen (vatbare) diersoorten enerzijds en verzorgers en bezoekers anderzijds?
Is het uw intentie om bij ons, wanneer vaccins specifiek ontwikkeld voor de vaccinatie van dieren beschikbaar zijn en wanneer de vaccinatie bij mensen dit toelaat, (vatbare) diersoorten te laten vaccineren om zo potentiële uitbraken te voorkomen? Zo ja, beoogt u dan vaccinatie in dierenparken, bij/door de dierenarts, of beide?
Met dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
Commissie gezondheid 16 maart 2021:
Mevrouw Gijbels, u had ook een vraag over dierentuinen. U krijgt daar dan ook een antwoord op. De Risk Assessment Group – Covid Animals of RAGCA heeft van de RAG de opdracht gekregen dagelijks de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis, het nieuws en nieuwe gevallen wereldwijd met betrekking tot SarsCovid2-infecties bij dieren op te volgen. Gevallen bij dieren, waaronder de enkele gevallen die in dierentuinen werden vastgesteld, worden in verband gebracht met infecties door eerder besmette mensen. Tot op heden en afgezien van de fameuze kat die in maart 2020 in de provincie Luik werd besmet, is aan de overheid geen enkel vermoeden van besmetting van een huisdier, een wild dier of een dier uit de dierentuin gemeld; het gaat om een aangifteplichtige ziekte. Onlangs heeft het FAVV een brief gestuurd naar alle dierentuinen, waarin zij worden herinnerd aan de essentiële maatregelen om het risico van besmetting van in gevangenschap gehouden dieren te verminderen. Die maatregelen zijn bedoeld om de dieren te beschermen tegen mogelijk besmette bezoekers en tegen hun verzorgers in overeenstemming met de aanbevelingen. U vindt dat terug op de website van het FAVV. Een "massale" vaccinatie van gedomesticeerde dieren is in deze epidemiologische context niet relevant. Een voldoende vaccinatiegraad van de menselijke bevolking moet het risico van overdracht van mens op dier en derhalve van dier op mens beperken. Alleen incidentele vaccinaties zouden gerechtvaardigd kunnen zijn in zeer specifieke contexten, zoals de bescherming van bedreigde dieren of het vermijden van het ontstaan van een dierlijk reservoir door het virus. Meer dan het dier is het dus in de eerste plaats de mens die in contact met een vatbare diersoort komt, die zich vooraf moet laten vaccineren en alle andere aanvullende matregelen moet nemen om het risico van overdracht te beperken. Het gebruik van vaccins bij dieren mag echter geen gevolgen hebben voor het vaccinatieprogramma bij de mens.