Kamerlid
Kruimelpad
Wetenschappelijke evidentie van SARS-CoV-2 besmettingen in de buitenomgeving - Schriftelijke vraag aan minister Vandenbroucke
23 maart 2021
Mijnheer de minister,
Er wordt al enige tijd aangeraden om, in het kader van het voorkomen van besmetting met het SARS-CoV-2 virus en de verspreiding ervan, activiteiten voornamelijk buiten uit te oefenen. Recent internationaal wetenschappelijke onderzoek toont aan dat de kans op infectie in de buitenomgeving vele maken kleiner is dan in binnenruimtes (Bulfone, T. C., Malekinejad, M., Rutherford, G. W., & Razani, N. (2021). Outdoor Transmission of SARS-CoV-2 and Other Respiratory Viruses: A Systematic Review. The Journal of infectious diseases, 223(4), 550-561.). Professor Van Gucht stelt echter in een persconferentie op 5 maart 2021 dat 5 tot 10 procent van de besmettingen buiten worden opgelopen.
Wordt er in België onderzoek gedaan naar het risico op en de incidentie van infectie binnen vs. buiten? Kan u me de gedetailleerde gegevens hiervan bezorgen? Hoeveel procent van de infecties wordt binnen opgelopen, hoeveel buiten?
Waarop zijn de bovenvermelde uitspraken van Professor Van Gucht gebaseerd?
Wat betreft de infecties die buiten worden opgelopen, wat houdt hierbij het grootste risico in? Met andere woorden, in welke omstandigheden of na welke activiteiten vinden deze infecties voornamelijk plaats?
Is hierbij onderzocht of en wanneer het zinvol is om buiten een mondmasker te dragen?
Met dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
Schriftelijk antwoord 20 mei 2021
Het Geachte Lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
Er bestaan geen gedetailleerde gegevens over het aantal infecties in België dat binnen of buiten werden opgelopen. Bovendien zijn de maatregelen er sinds lange tijd op gericht om situaties binnen te vermijden waarbij er zich binnen veel besmettingen tegelijkertijd zouden kunnen voordoen (zoals in de horeca, fitnesszalen etc).
Professor Van Gucht baseerde zich op het overzichtsartikel “Outdoor Transmission of SARS-CoV-2 and Other Respiratory Viruses, a Systematic Review” van T. Bulfone en collega’s, dat op 24 februari 2021 gepubliceerd werd in het Journal of Infectious Diseases en ook in de inleiding van deze vraag aangehaald werd. Daarin wordt gesteld dat “Five identified studies found that a low proportion of reported global SARS-CoV-2 infections have occurred outdoors (<10%) and the odds of indoor transmission was very high compared to outdoors (18.7 times; 95% CI 6.0, 57.9).”
Besmettingen van SARS-CoV-2 kunnen zich verspreiden via druppels van verschillende groottes. De grotere druppels reiken maximaal enkele meters ver en vallen dan neer. Kleinere microdruppels (ook wel aërosolen genaamd) kunnen zich opstapelen in een ruimte en daar lange tijd blijven hangen. Op die manier kunnen ook personen die niet dichtbij de bron van besmetting (de zogenaamde ‘indexpatiënt’) geweest zijn, toch besmet raken. In de openlucht kunnen die microdruppels/aërosolen zich niet opstapelen en worden ze meteen verdund door de wind. De grotere druppels kunnen wel nog besmettingen veroorzaken op dichtere afstand. Dat wil zeggen dat bv. praten of samen eten ook in de buitenlucht tot besmettingen kunnen leiden, maar het is moeilijker om meteen een grote groep te besmetten.
Het dragen van mondmaskers helpt om druppels tegen te houden. Wanneer veel mensen dichtbij elkaar zijn, bv. in een drukke winkelstraat, is het dus ook buiten zinvol om een mondmasker te dragen. Omdat in de buitenlucht het besmettingsrisico op >1,5m sowieso al erg klein is, heeft het geen zin om bv. een mondmasker te dragen als je alleen op straat loopt.
Le Ministre, De Minister,
Frank VANDENBROUCKE