
Kamerlid

De transparantie van China over de oorsprong van COVID-19
Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, vijf jaar na de eerste signalen rond het nieuwe virus SARS-CoV-2, die door de Wereldgezondheidsorganisatie werden opgepikt, staat de Wereldgezondheidsorganisatie stil bij de impact van de covidcrisis en bij het belang van internationale samenwerking bij de bestrijding van pandemieën. Opvallend is de expliciete oproep opnieuw van de Wereldgezondheidsorganisatie aan China om transparantie te verschaffen rond data, aangezien die meer helderheid moeten scheppen over de oorsprong van COVID-19 en de wereld in staat zouden moeten stellen om lessen te trekken voor toekomstige virusuitbraken. Pas in 2023, dus drie jaar na de uitbraak, kreeg een internationale onderzoeksgroep toegang tot de data in China, maar blijkbaar was die informatie nog steeds onvolledig. Zo werd er geen toegang verschaft tot de eerste ruwe data. Opmerkelijk is ook dat de eerste DNA-sequentie van SARS-CoV2 aanvankelijk door Chinese wetenschappers werd opgeladen op een internationale website, maar snel weer werd verwijderd. Eerder stelde ik u ook al vragen over het gevaarlijke gebrek aan informatie vanuit China en de rol die de Wereldgezondheidsorganisatie hierin kan of moet spelen. Hoe schat u de impact in van het gebrek aan informatie vanuit China? Op welke manier kunnen we een dergelijk gebrek aan informatie omtrent een uitbraak van een pathogeen voorkomen?
Hoe schat u de rol van de Wereldgezondheidsorganisatie in bij de aanpak van de pandemie? Er was forse kritiek op de tolerante houding van de Wereldgezondheidsorganisatie ten opzichte van China in het begin van de pandemie. Kunt u zich vinden in die kritiek? De WHO is bezig met een internationaal pandemieakkoord, maar wat is dat waard als landen, als China niet voluit willen coöpereren? Welke boodschap wordt er namens België gebracht bij de Wereldgezondheidsorganisatie? Wordt er ook namens ons gepleit voor meer transparantie en democratie? Op welke manier gebeurt dat?
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Gijbels, China legde duidelijk onvoldoende transparantie aan de dag bij de start van de pandemie. De Wereldgezondheidsorganisatie bleef een diplomatieke aanpak hanteren, terwijl ze op basis van het Internationaal Gezondheidsreglement harder had kunnen en moeten aandringen op volledige transparantie. Ik beschik echter over geen enkele betrouwbare indicatie dat de WHO in haar contacten met China niet te goeder trouw was en niet in lijn met de WHO-Constitutie handelde. Voor de toekomst is het sneller delen van beschikbare informatie over nieuwe ziekteverwekkers in het voordeel van iedereen en cruciaal voor de verhoging van de mondiale gezondheidsveiligheid. De reden waarom die informatie niet gedeeld wordt of kan gedeeld worden, zijn velerlei. Heel wat landen beschikken eenvoudigweg niet over de onderzoekscapaciteiten om specifieke gegevens zoals genetische sequentiegegevens van een nieuwe ziekteverwekker te genereren. De WHO werkt actief aan de versterking van die capaciteit, opdat meer landen in staat zouden zijn om die gegevens te genereren en te delen. De beste manier om ervoor te zorgen dat dergelijke informatie, indien beschikbaar, tijdig wordt gedeeld, is sterkere internationale samenwerking. In de onderhandelingen over het Pandemieverdrag pleiten we dan ook voor duidelijke verplichtingen voor het snel delen van zowel stalen als van genetische sequentiegegevens van pathogenen met pandemisch potentieel met het oog op de verhoging van de transparantie en het verzekeren van een zo goed mogelijke paraatheid en respons wereldwijd bij een nieuwe gezondheidscrisis. Volgens het eindrapport COVID-19: Make it the Last Pandemic van het Independent Panel for Pandemic Preparedness & Response heeft de WHO globaal gesproken goed gehandeld en reageerde de WHO snel door het afkondigen van de noodsituatie op het gebied van volksgezondheid op 30 januari 2020. Het zijn veeleer landen die te lang hebben gewacht om maatregelen te nemen. U had ook vragen over het internationale pandemieakkoord. Ik vertel u niets nieuws wanneer ik zeg dat dat akkoord, zoals bij elk internationaal akkoord tussen landen, maar zo sterk zal zijn als de mate waarin landen bereid zijn om bindende verplichtingen op te nemen en de nodige mechanismen te implementeren om het nakomen van de verplichtingen te monitoren en eventueel af te dwingen. Welke boodschap brengen we dan uiteindelijk aan de WHO? We hopen dat het toekomstige akkoord door zoveel mogelijk landen, inclusief China, zal worden geratificeerd. We gaan ervan uit dat een ruim geratificeerd akkoord kan leiden tot een brede internationale acceptatie en toepassing van de in het akkoord vastgelegde normen en richtlijnen inzake samenwerking en voorbereiding op het vlak van toekomstige pandemieën. De verwachting is dat het akkoord voor meer transparantie zal zorgen, omdat het centrale motief is dat enkel een verbeterde samenwerking tussen landen ervoor kan zorgen dat we niet nog eens zo kwetsbaar zijn voor nieuwe pandemieën. Bovendien staat, althans in de recentste draft van het akkoord, transparantie uitdrukkelijk vermeld op meerdere plaatsen, zoals het transparant delen van de protocollen van klinische studies.
Frieda Gijbels (N-VA): Het klopt dat een dergelijk akkoord maar zo sterk is als de zwakste schakel of de minst meewerkende schakel. We zien nu dat de Verenigde Staten uit de Wereldgezondheidsorganisatie stappen en bewust kiezen voor minder datadeling. Dat zijn geen goede ontwikkelingen. We moeten daarvoor extra waakzaam zijn. Denken we maar aan de situatie in de Verenigde Staten, waar het vogelgriepvirus nu ook onder runderen is verspreid. Moeten we dus niet harder aandringen op meer samenwerking en meer datadeling en zelf het goede voorbeeld geven door optimale transparantie te brengen?
Bekijk het fragment: https://media.dekamer.be/media/index.html?language=nl&sid=56U0359&offset=9656
