Kamerlid
Kruimelpad
Beslissing van een leeftijdsgrens voor het AstraZeneca vaccin - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
20 april 2021: ingediende mondelinge vraag tijdens het actualiteitsdebat over COVID-19 in de commissie Volksgezondheid.
Mijnheer de minister,
Op 7 april besliste België om gedurende een maand -55 jarigen niet meer te vaccineren met het AstraZeneca vaccin.
Wat is de rationale achter deze beslissing? Bij vorige beslissingen omtrent het vaccin werden steeds de adviezen van Het Europese Geneesmiddelenbureau EMA gevolgd, waarom werd dan nu beslist om tegen het advies van het EMA in te gaan en de beslissingen van buurlanden te volgen?
Wat met -55 jarigen die al een eerste vaccin van AstraZeneca hebben gehad?
Is het een optie om de antistoffentiter te bepalen en geen tweede dosis toe te dienen? Wordt die optie onderzocht?
Is het een optie om een ander vaccin als booster te gebruiken? Wordt die optie onderzocht?
Op basis waarvan zal beslist worden om na een maand al dan niet verder te gaan met het AstraZeneca vaccin voor -55 jarigen? Wordt onderzocht of het draagvlak dan überhaupt nog voldoende groot is?
Met dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
01.19 Minister Frank Vandenbroucke:
Donderdag verwachten wij meer precisie inzake de aanbevelingen van het EMA voor het AstraZenecavaccin. Wij hebben erop aangedrongen en daar ook een toezegging over gekregen dat het EMA verder zou gaan dan de loutere observatie dat er bij de jongere groep van de gevaccineerden en eerder bij de vrouwen nevenwerkingen zijn, die soms, in zeer zeldzame gevallen, ernstig zijn, zoals de combinatie van tromboses en trombocytopenie. Het is nodig dat dat nader onderzocht wordt en we willen graag een aanbeveling krijgen van het EMA, die meer in detail een onderscheid maakt tussen verschillende leeftijdscohorten. Zo kunnen we per leeftijdscohorte meten wat de balans is tussen de risico's op nevenwerkingen en de voordelen van de vaccinatie. Ik hoop dat we daar donderdag voor het AstraZenecavaccin meer zicht op krijgen vanwege het EMA. Ik hoop ook dat we op een bepaald moment meer gegevens en meer zicht krijgen op wat we het beste doen met de tweede dosis voor de verschillende vaccins, meer bepaald voor het AstraZenecavaccin. Ik weet niet of we snel een antwoord zullen krijgen, maar de vraag is alleszins gesteld. Ik wil daarom nu niet vooruitlopen op onze eventuele reactie op een advies dat we nog moeten krijgen met betrekking tot het Johnson & Johnsonvaccin en op meer specifieke, gedetailleerde en precieze aanbevelingen die we hopen te krijgen met betrekking tot het gebruik van het AstraZenecavaccin. Wij zullen ons beleid, indien nodig, daaraan aanpassen. Wij doen dat altijd op basis van de wetenschappelijke adviezen, die wij krijgen. Daarbij maken we steeds de afweging tussen de noodzaak om de vaccinatiecampagne snel vooruit te laten gaan, enerzijds, en natuurlijk de absolute prioriteit voor de veiligheid van de vaccins, anderzijds. U zult dus begrijpen dat ik nu niet op de kwestie vooruitloop, omdat wij wachtende zijn op de nadere adviezen. Het is essentieel dat mensen ervan overtuigd zijn dat alle gegevens in alle transparantie op tafel komen. Ik herinner aan de mooie uitdrukking van de heer Bacquelaine tijdens de plenaire vergadering: "Vaccins sur table, cartes sur table". Alles moet duidelijk zijn; alles moet gedocumenteerd worden en mensen moeten de informatie hebben. Wij moeten in de mate van het mogelijke in Europees verband samen optreden. Dat is naar mijn mening echt essentieel.