Kamerlid
Kruimelpad
De stand van zaken in de coronacrisis - actuele vraag aan de premier
....
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik zal direct zijn. Ik krijg het op mijn heupen. We zitten nu volop in de tweede golf. We zouden al zoveel geleerd moeten hebben na acht maanden coronacrisis. We hebben een pak data, maar daar wordt zo weinig mee gedaan. Er waren 90.000 testen per dag beloofd tegen eind september; het is oktober en we zitten nog maar aan de helft. Er is geen zicht op speekseltesten en sneltesten. Die worden nochtans massaal gebruikt in het buitenland, maar niet bij ons. Nederland test al sinds maart het afvalwater om broeihaarden te lokaliseren, bij ons gebeurt dat niet.
We zagen weken geleden al dat het aantal besmettingen in Wallonië en Brussel opliep, terwijl er te weinig werd getest. We hadden die data, maar er werd niets mee gedaan. Nochtans weten we al lang dat er niets belangrijker is dan testen, testen en testen. En nu kunnen de labo's de situatie zelfs niet meer aan. Het is zo erg dat onze oudsten, onze meest kwetsbaren vanaf morgen blijkbaar niet meer kunnen worden getest. Hoe kan dat nu?
En dan het allerbelangrijkste. We weten nog altijd niet waar we de besmettingen oplopen, terwijl net dat cruciaal is om een gericht beleid te kunnen voeren. Hoe is dat mogelijk? Dat zijn allemaal zaken die onze fractie al maanden aankaart in dit Parlement, maar waarop we geen of halve antwoorden kregen. Mijnheer de eerste minister, ik heb twee vragen voor u. We zijn in staat om superverspreiders op te sporen en om broeihaarden te detecteren, maar wanneer zullen wij die gegevens nu gebruiken om het beleid daarop te enten? Wanneer zal de testcapaciteit op punt staan?
.....
Eerste minister Alexander De Croo:
Het is de eerste keer dat er in België een vrouw tot Kamervoorzitter benoemd wordt: daar ben ik blij om en ik wens u veel geluk, mevrouw de voorzitster. (Applaus)
Ik hoop dat ik hier in het halfrond niemand ervan hoef te overtuigen dat de situatie bijzonder ernstig is. Vandaag spreken wij in ons land over 470 bevestigde gevallen van COVID-19 per 100.000 inwoners. Dat is het hoogste cijfer dat wij in ons land hebben gekend sinds maart 2020, toen over 180 gevallen per 100.000 inwoners werd gesproken. Wij zitten dus bijna driemaal zo hoog.
De situatie vandaag is een stuk erger op het gebied van bevestigde gevallen van COVID-19 dan ze was tijdens de eerste golf. Wij kennen allemaal mensen die besmet zijn, die in quarantaine zitten of vandaag in het ziekenhuis liggen. Dat is het grote verschil ten opzichte van de eerste golf. Toen hadden wij vaak het gevoel dat het relatief veraf was.
Vandaag kennen wij in onze omgeving allemaal mensen die door de pandemie getroffen zijn. De besmettingen gaan absoluut exponentieel de hoogte in. Ik heb gisteren samen met de minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, ziekenhuizen bezocht in Antwerpen en in Brussel. Het is absoluut duidelijk dat de toestand in onze ziekenhuizen op een kantelpunt staat. In onze ziekenhuizen staan de verantwoordelijken op het punt waarop zij bekijken of zij de reguliere, normale zorg moeten beginnen uit te stellen ten gevolge van het aantal COVID-19- opnames die zij vandaag kennen.
Wij zitten vandaag in die situatie. Op nationaal vlak weten wij dat de ziekenhuizen vandaag in de befaamde fase 1A zitten, waarbij 25 % van de intensieve capaciteit wordt voorbehouden voor COVID-19- bedden. Vandaag is Brussel al een stap verder. Vandaag wordt in Brussel al gesproken over 50 % van de capaciteit die daarvoor wordt gereserveerd.
We moeten ons geen illusies maken: over enkele dagen zullen we in het hele land Brusselse toestanden zien. Dat betekent dat we keuzes zullen moeten maken, dat de reguliere zorg onder druk komt te staan en dat operaties uitgesteld zullen moeten worden.
Het is een bijzonder ernstige situatie: het aantal gevallen stijgt exponentieel. Er komen niet enkele procenten bij, wij spreken over verdubbelingen. Bijna week-over-week spreken wij over verdubbelingen. Onze opdracht is zeer duidelijk: wij moeten de situatie in de ziekenhuizen onder controle krijgen, wij moeten de situatie werkbaar houden voor artsen en verplegend personeel, mensen die al sinds maart van dit jaar onder zeer zware druk staan. Het is absoluut duidelijk dat dat de opdracht is: de situatie in de ziekenhuizen onder controle krijgen voor de mensen die opgenomen zullen worden, maar vooral voor wie al maanden aan een stuk het beste van zichzelf geeft in de zorg.
De maatregelen die in maart van kracht werden zullen de komende weken effect beginnen te sorteren: de groei zal vertragen, maar niet negatief worden. Daarnaast moeten er andere maatregelen genomen worden en dat zal onverwijld gebeuren. Ze zullen morgen aan bod komen op de vergadering van het Overlegcomité, maar we zullen dan ook een aanpak voor de langere termijn bespreken. Dankzij de invoering van een coronabarometer zal het mogelijk zijn de evolutie van de situatie beter te voorspellen en uit te leggen en de burger beter te motiveren om de regels te volgen.
Er is de voorbije dagen veel gesproken over het draagvlak; men vroeg of mensen de maatregelen begrijpen en ze nog willen volgen. Sommigen onder u klaagden dat de mensen niet meer volgen en dat men het contact verloren had. Ik weet niet of het daarbij gaat om een buikgevoel of niet; ik kijk alvast naar de cijfers. Een studie van de Universiteit Gent, de motivatiebarometer, toont aan dat de motivatie flink aan het stijgen is. De studie toont aan dat mensen bereid zijn om strengere regels te aanvaarden en te volgen. De basisregel moet absoluut zijn dat de maatregelen duidelijk en eenvoudig zijn. Dat is trouwens een van de redenen waarom de motivatie gestegen is, omdat wij er alles aan gedaan hebben om eenvoudige en duidelijke maatregelen te nemen. Ik wil iedereen oproepen om deze logica te blijven aanhouden bij de komende beslissingen: laten we maatregelen nemen die eenvoudig zijn, die mensen begrijpen, die duidelijk zijn en die te handhaven zijn. Immers, handhaving is essentieel. Al te complexe maatregelen maken de handhaving natuurlijk bijzonder moeilijk.
Mevrouw Gijbels, u had vragen over testing en over de mogelijkheid om meer testen aan de woonzorgcentra aan te bieden. Die vraag is gisterenavond aan de federale regering gesteld; er is vervolgens gezocht naar nieuwe testen en die zijn ook gevonden. Minister Vandenbroucke heeft meegedeeld dat er extra testen ter beschikking zijn. Vanaf vrijdag en zaterdag zullen er 1.000 extra testen beschikbaar zijn om aan de vraag tegemoet te komen. We zien trouwens dat er in heel Europa een alsmaar hogere vraag is naar testen. Vandaag voeren wij in ons land elke dag al 60.000 testen uit. De vraag naar testen blijft dus stijgen en wij doen er alles aan om het aantal te kunnen verhogen.
In het regeerakkoord worden er, zoals u wellicht al gezien hebt, een heel aantal belangrijke maatregelen genomen. Het regeerakkoord verhoogt minimumpensioenen, het regeerakkoord verhoogt leeflonen en het regeerakkoord verhoogt tegemoetkomingen aan gehandicapten. We spreken hier niet over kleine verhogingen, wel over verhogingen van uiteindelijk 11 % in de gevallen die ik zojuist vermeld heb. Daarmee voeren wij bijzonder significante verhogingen door. Daaraan wil ik toevoegen dat al de inspanningen die wij leveren om te vermijden dat mensen ziek worden, in het voordeel van iedereen zijn en vooral in het voordeel van de zwakkeren. Bij zij die al financieel of sociaal zwakker staan, is de impact een stuk groter als zij medisch geraakt worden door de pandemie. Mensen beseffen vandaag volgens mij meer dan ooit dat economie en gezondheid niet aan mekaar tegengesteld zijn in deze pandemie. Het is niet mogelijk om een gezonde economie te bouwen op ongezonde mensen. Evenmin is er een gezond sociaal weefsel indien de mensen ongezond zijn. Gezondheid is vandaag daarom meer dan ooit de basis van een economie, die opnieuw veerkracht kan tonen. Ook ons sociaal weefsel kan de veerkracht tonen die wij in ons land nodig hebben.
In de namiddag zal ik deelnemen aan de vergadering van de Europese Raad, waar er gedebatteerd zal worden over de Europese strategie met betrekking tot de vaccins. Sedert verscheidene maanden werken talloze wetenschappers op Europees niveau nauw samen. Dat gebeurt niet in een geest van wedijver, maar van samenwerking, niet in het geheim, maar in alle openheid en op een solidaire manier. Dat moet voor ons in België een inspiratiebron zijn. We moeten deze strijd eendrachtig volhouden.
....
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de eerste minister, u praat over 1.000 extra testen. Dat zijn er nog 39.000 te gaan om aan 90.000 te geraken. Er is dus nog wel wat werk aan de winkel. Ik vind het heel jammer dat er zolang word gewacht met sneltesten en bronopsporing.
Ik vind het ook onaanvaardbaar dat men informatie heeft uit de eerste golf en die niet gebruikt, en dat men geen lessen trekt uit de eerste golf. Onze economie en onze burgers zijn slachtoffers van een te laks federaal beleid. Onze horeca, onze ondernemers, onze zorgverstrekkers, maar ook ons aller mentale gezondheid, staan op het spel. Ik hoop dus dat snel de hand aan de ploeg wordt geslagen.
.....
Het incident is gesloten.