Kamerlid
Kruimelpad
Het coronavirus - actuele vraag aan Sophie Wilmès (eerste minister) en minister De Block
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de premier, mevrouw de minister, we riepen enkele weken geleden al een paar keer op om het plan voor het coronavirus ernstig te nemen. Er moesten immers goede voorbereidingen worden getroffen. Wij wilden de mensen hiermee niet ongerust maken, integendeel zelfs. We wilden ervoor zorgen dat we klaar zouden staan op het moment dat we er moesten staan. Dat moment is nu. Nu kunnen we de verspreiding van het virus nog inperken, maar dan moet alles wel op punt staan.
We zien echter dat allerlei zaken fout lopen. Er zijn geen mondmaskers meer voor de eerstelijnsgezondheidszorg. Artsen, tandartsen, apothekers, verpleegkundigen en zorgkundigen voelen zich in de steek gelaten. U meldde afgelopen dinsdag dat onderzocht werd of wij zelf mondmaskers konden maken. Ik hoorde minister Beke zeggen dat er misschien een back-upplan was en dat hij eens zou kijken wat er nog bij Defensie te krijgen viel. Ondertussen staan de tandartsen op rantsoen. Zij kunnen nog 3 doosjes per maand bestellen, wat neerkomt op 150 stuks. Zij komen daar net één week mee toe en een maand telt 4 weken.
De testcapaciteit van het centrale lab, met name dat van het UZ in Leuven, zou verzadigd zijn. Men zou zelfs een achterstand hebben van meer dan duizend tot wel tweeduizend tests. Een snel resultaat is nu nochtans belangrijk, zodat de mensen waarmee een besmet persoon in contact is gekomen, heel snel getraceerd kunnen worden om de verspreiding in te dijken. Er is nog een ander aspect, de impact op onze economie. Er is nu al schade bij verschillende bedrijven en ondernemers. Die zal ongetwijfeld nog toenemen.
Hoe zult u de problemen met de mondmaskers oplossen? De textielsector liet immers al weten dat de productie daarvan niet zomaar kan worden opgestart. Hoe staat het met de testcapaciteit? Waren de andere labs en ziekenhuizen voorbereid om een deel van het werk over te nemen? Wat is de planning hiervoor? Zullen onze bedrijven en ondernemers gesteund worden in deze moeilijke tijden? Kan het pakket maatregelen dat bijvoorbeeld in de periode van de aanslagen werd uitgerold, worden herhaald om onze economie te steunen?
Eerste minister Sophie Wilmès:
De hele bevolking is verontrust over de verspreiding van het coronavirus. Ik zal dieper ingaan op de coördinatie en op het socio-economische aspect, en de minister van Volksgezondheid zal antwoorden op de specifieke vragen op het stuk van de volksgezondheid.
Ik waardeer de bezorgdheid van het publiek en begrijp de noodzaak om er adequaat en continu op te reageren. Iedereen die bij de uitoefening van zijn beroep aan het virus blootgesteld wordt of dreigt te worden is bezorgd over de evolutie van de situatie. Ik verzeker u dat elk beleidsniveau alles in het werk stelt om een antwoord op die bezorgdheid te bieden. Daarom wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om alle zorgverleners te bedanken die in de uitoefening van hun taken gemobiliseerd blijven in een soms heel moeilijk klimaat.
We moeten werken binnen de complexe institutionele structuur van België, waarin de bevoegdheden inzake Volksgezondheid, Onderwijs en Economie over verschillende beleidsniveaus versnipperd zijn.
Daarom lijkt het mij essentieel dat behalve de werkgroep van deskundigen en technici en van vertegenwoordigers van de verschillende beleidsniveaus, die zijn verenigd in wat de Risk Management Group wordt genoemd, ook het politieke niveau regelmatig samenkomt.
Op maandag vond er een eerste vergadering van het Overlegcomité over het coronavirus plaats, maar samen met de deelgebieden zijn wij ons al weken op de epidemie aan het voorbereiden. Dankzij de expertise van de wetenschappers kunnen er passende aanbevelingen ter attentie van de Risk Management Group geformuleerd worden.
Ik herinner u eraan dat ik vorige zondag een uitgebreide vergadering van het kernkabinet met de betrokken ministers heb georganiseerd om een stand van zaken te krijgen. Wij wisten inderdaad dat – nadat meerdere technische vergaderingen hadden plaatsgevonden – de terugkeer van vakantiegangers een bijkomende challenge zou vormen voor het beheer van de verspreiding van het virus.
De ministers-presidenten en de ministers van Volksgezondheid, van Onderwijs en van Economie van alle beleidsniveaus hebben op maandagnamiddag en op woensdagvoormiddag vergaderd in het Overlegcomité. Dat zal minstens één maal per week bijeenkomen om de informatie te stroomlijnen en de acties te coördineren. We wisselen er ervaringen uit en trachten oplossingen te vinden.
De vertegenwoordigers van het wetenschappelijk comité wonen de vergadering bij. Zij hebben ook de gelegenheid om op vragen te antwoorden, maar ook om hun standpunt te geven. Dat is heel belangrijk. Politici staan niet alleen in het verhaal. Wij treffen maatregelen op basis van de informatie die de wetenschappelijke wereld ons aanreikt. Zij krijgen ook de input van de Interministeriële Conferentie of ad-hocvergaderingen met ministers op interfederaal niveau voor hun specifieke bevoegdheden.
Er werd deze week bijvoorbeeld een IMC Gezondheid, een IMC Werkgelegenheid en een IMC Mobiliteit gehouden boven op de vele werkvergaderingen die elke entiteit, federaal en gefedereerd, hebben georganiseerd. De gezondheid van de burgers is daadwerkelijk een prioriteit van de regering, maar wij weten dat het coronavirus waarschijnlijk een grote impact op onze bedrijven en zelfstandigen zal hebben. Ik heb een interfederale werkgroep samengeroepen om de acties ter zake te coördineren.
De regering zal morgen tien steunmaatregelen ten behoeve van de bedrijven en de zelfstandigen goedkeuren opdat zij voor hun werknemers gebruik kunnen maken van de regeling inzake tijdelijke werkloosheid om zo de werkgelegenheid te vrijwaren. Daarnaast gaat het over methoden voor spreiding, uitstel en vrijstelling van de betaling van bijdragen, bronbelasting, sociale en fiscale belastingen voor bedrijven en zelfstandigen. Ik zal vanmiddag samen met de ministers Muylle en Ducarme de Groep van Tien ontvangen om een stand van zaken op te maken van de situatie in de arbeidswereld.
Tot slot, wil ik ook de nadruk leggen op de kwaliteit – dat is heel belangrijk – van de samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus. Geconfronteerd met grote maatschappelijke uitdagingen moeten wij kunnen samenwerken in het belang van de hele bevolking. Wij volgen de situatie van nabij op en ik ben ervan overtuigd dat alle andere overheden zich volledig inzetten om de huidige crisis goed aan te pakken.
De voorzitter:
Het woord is aan minister De Block.
Minister Maggie De Block:
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de premier, op mijn beurt dank u wel. Dames en heren, ik geef een stand van zaken. Wij hebben vandaag 50 patiënten gehad in dit land, 50 gediagnosticeerde coronaviruspatiënten. De eerste patiënt is genezen, 48 patiënten zijn thuis in isolatie. Daar zijn gezinnen bij, gaande tot 8 personen. Dat loopt natuurlijk snel op. Eén patiënt heeft niet de milde klachten die de anderen hebben, maar is gehospitaliseerd in het Sint-Pietersziekenhuis met een respiratoire infectie. Die heeft dus meer zorgen nodig, maar wordt daar goed verzorgd.
Het gaat om een griepvirus, een nieuw griepvirus weliswaar. Ik begrijp de angst die daarmee gepaard gaat, de angst voor een virus waarvan we het gedrag niet kennen en dat natuurlijk ook, zoals alle andere virussen, de wereld, de planeet rondreist en geen grenzen kent, geen oceaan, geen stadsgrens, geen gemeentegrens. Geen berg is te hoog om een dergelijk virus tegen te houden. Wereldwijd zijn er meer dan 90.000 besmette patiënten, waarvan er al 40.000 zijn hersteld, vooral in China dat het eerst werd getroffen. Wij zijn al weken bezig, van bij het uitbreken in China, met de voorbereiding van de komst van het virus. We wisten niet wanneer het er zou zijn, maar één ding wisten we zeker: ons land, hoe klein ook, zou niet ontsnappen aan dat virus. We zijn dus al weken bezig met voorbereidingen, met het geven van informatie via Sciensano en van informatie die we doorkrijgen van de Wereldgezondheidsorganisatie, van ECDC, van Europa, dus van alle mogelijke instanties. We zorgen voor een goede coördinatie en hebben goede afspraken gemaakt met de ministers van de verschillende deelstaten. Die samenwerking met veel ministers is nodig om onze burgers zo goed mogelijk te verzorgen.
De referentieziekenhuizen zijn het UMC Sint-Pieter in Brussel en het UZA. Onze andere algemene ziekenhuizen, dat zijn er 100, zijn ook allemaal goed uitgerust. Zij hebben noodplannen en zijn geschikt om mensen op te vangen die niet thuis in quarantaine kunnen gaan. Wij hebben dus voldoende capaciteit. Het wetenschappelijk comité heeft ook een worstcasescenario opgesteld dat uitvoerig is toegelicht in de commissievergadering die meer dan vier uur heeft geduurd. Wie wordt er getroffen? Iedereen wordt getroffen maar 80 % van de mensen wordt niet ziek. Slechts 15 % wordt ziek met klachten als een algemene malaise, keelpijn, hoesten en eventueel koorts. Uiteindelijk wordt 5 % van de mensen zwaar ziek.
We moeten dus alles in de juiste context zien en we hebben voldoende capaciteit om dit op te vangen. Wat ons medisch korps betreft, zij zijn allemaal meermaals gecontacteerd via Sciensano. Ook de ziekenhuizen zijn gecontacteerd. Verder hebben de deelstaten een aantal ontmoetingen gehad. Zo heeft Wouter Beke deze week de woon- en zorgcentra ontmoet. Mevrouw Morreale heeft ook de eerste lijn in de gezondheidszorg geconsulteerd.
Wij gaan de bijzondere wet hier dus niet herschrijven, hoewel sommigen dat nu wel zouden willen. Wij hebben allemaal onze eigen competenties en wij werken samen. We zorgen er ook voor dat dit goed verloopt. Daarvoor zijn in al die overlegmomenten voorzien. Vorige vrijdag heb ik de collega's ook zonder overlegmoment gewoon gebeld om te zeggen dat er een cruciale week aankwam en dat ze klaar moesten staan. Er kwamen immers veel mensen terug en 48 van die 50 mensen waren besmet geraakt tijdens een ski-reis in het noorden van Italië. Wat de mensen betreft die terugkomen uit Tenerife, dat wordt geregeld door Buitenlandse Zaken. Er wordt bovendien in opvang voorzien door het Agentschap Zorg en Gezondheid voor de Vlamingen. En door het AViQ voor de Franse Gemeenschap.
Het is belangrijk dat de burgers de juiste informatie krijgen. Ze kunnen vragen stellen via de 0800-lijn en via www.info-coronavirus.be, een website van Volksgezondheid in de landstalen en het Engels. De website kan ook in het Engels geraadpleegd worden omdat wij in Brussel een omvangrijke Europese gemeenschap hebben, aangezien de Europese Commissie hier zetelt.
De FOD Volksgezondheid heeft een risicobeheersingsplan met drie fases opgesteld: we bevinden ons nu in de tweede fase, met patiënten die de diagnose kregen en afzonderingsmaatregelen. In de derde fase, waar sommige landen al in zitten, is het virus overal en kan men geen maatregelen meer nemen om het virus in te dijken. Op dat moment moeten er eventueel adviezen komen van de Risk Management Group en gebeurt de coördinatie door het Crisiscentrum om andere maatregelen te nemen.
Zoals de eerste minister zei, hebben wij wetenschappelijke adviezen van de Risk Assessment Group en de Risk Management Group. Wij baseren ons op de wetenschap, op epidemiologische en wetenschappelijke gegevens. Over het testmateriaal wordt nogal wat verteld. Waar is de kit? Er bestaat niet zoiets als een speciale kit, het enige dat men nodig heeft, is testmateriaal om een virusstaal te nemen, zoals men u in de commissie heeft uitgelegd.
Het verslag van die lange vergadering heb ik nog eens herlezen. Er is geen speciale kit. Het gaat om een gewoon virus. Daar heeft men een swap voor nodig, bij de betrokkene wordt het staal uit de neus afgenomen en dat staal wordt in een huls met gel naar het laboratorium gestuurd. Die testswap wordt bij het labo aangevraagd. Ik ben 25 jaar huisarts geweest en vanuit die ervaring weet ik hoe belangrijk het is om met een goed laboratorium samen te werken, aangezien de laboratoria aan de artsen al het materiaal leveren.
Er is een tekort aan maskers op wereldschaal. China, de grootste producent van maskers, houdt namelijk zijn productie voor zich omdat er daar veel vaker maskers worden gedragen. China vraagt nu zelfs aan Europa om een deel van de Europese productie te kunnen kopen. De regering heeft een openbare aanbesteding uitgeschreven en de EU heeft een groepsbestelling geplaatst. Wat die groepsbestelling betreft, is het niet mogelijk een bepaald type masker of bepaalde hoeveelheden te vragen. Daarin hebben wij ons ook ingeschreven.
Het is nu belangrijk te weten dat wij goede mensen hebben op het terrein, waarvoor ik mijn oprechte dank uitspreek. Ik denk aan ambulanciers, verplegers, verzorgenden, artsen en huisartsen, kinesisten en apothekers. Iedereen doet zijn best. Wij hopen dan ook dat wij voor de maskers zo vlug mogelijk een oplossing hebben. Wij hebben ook goede ziekenhuizen die zich kenmerken door een grote professionaliteit en een historisch gegroeide grote betrokkenheid bij ons medisch korps. De beschikbaarheid voor de patiënten is groot.
Wat kunnen de mensen zelf doen? Mensen dienen meermaals per dag hun handen te wassen. Dat hoeft niet met alcoholflesjes, maar wel met zeep – gewone grootmoeders zeep – en water. Mensen geven elkaar best geen handen of geen kussen. Niezen en snuiten doet men in papieren zakdoeken, die men meteen weggooit. Wie ziek is, moet thuisblijven. Die regel geldt niet om iedereen te ambeteren, maar gewoonweg omdat dat helpt. Voormalig president Obama heeft het deze week ook nog bevestigd; misschien gelooft u het eerder van hem.
Er vinden Europese vergaderingen plaats. Ook morgen staat er weer een gepland. Die vergadering moet coördinerend werken. Daarnaast geeft ook de WHO adviezen. Elk land kent een eigen besmettingssnelheid, wat de coördinatie bemoeilijkt. Laten wij de zaken echter benoemen zoals ze zijn. Het gaat om een nieuwe, maar milde griep die verder zal reizen over de aardbol en die vervolgens een seizoensgriep zal worden, zoals we er net ook een hebben gehad. Ik vraag u dus om het in perspectief te plaatsen.
Bescherm de kwetsbare mensen. Kinderen lijken minder gevoelig te zijn. Zwangeren zijn ook kwetsbaar, maar vooral mensen op leeftijd en mensen met chronische aandoeningen zijn kwetsbaar. Laten wij de zaken enigszins op die manier bekijken. Al die paniekmakerij maakt de mensen ongerust. Mensen zien beelden van lege schappen in Italië en daardoor beginnen ook hier mensen te hamsteren. Dat is nergens voor nodig. Er wordt daardoor echt overbodige stress en paniek gezaaid. Ik weet dat het moeilijk is om enige koelbloedigheid te behouden. Ik heb ook in de commissie gezegd dat ik 25 jaar huisarts geweest ben. Ik heb een opleiding geneeskunde gekregen. Eén raad die ik meekreeg, heb ik altijd onthouden: als de dokter begint te wenen of wegloopt, waar blijft de patiënt dan? Wie zal dan de patiënt helpen? Laten we allemaal ons best doen om onze patiënten te helpen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u beiden voor de antwoorden. Mevrouw de eerste minister, mevrouw de minister van Volksgezondheid, ik hoor u allebei over de goede coördinatie spreken. Noch op de werkvloer, noch uit de praktijk en evenmin uit de feiten blijkt dat de coördinatie goed zou zijn.
Mevrouw De Block, u hebt zelf heel vaak aangehaald dat preventie in de gezondheidszorg erg belangrijk is. Preventie werkt kostenbesparend en voorkomt veel ellende. Ook in de aanpak van een epidemie is preventie echter belangrijk. Die preventie moet er zijn onder de vorm van een omvattend plan dat er al geweest had moeten zijn en waarbij de verschillende diensten van bij het begin nauw betrokken zijn, namelijk Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken en Defensie maar ook de verschillende beleidsniveaus, inclusief de steden en gemeenten en de provincies. Ik wil eerst even de puntjes op de i zetten over de ziekte. U geeft aan dat 80 % geen klachten en 15 % lichte klachten heeft.
De feiten zijn echter anders, wanneer wij naar de wetenschappelijke gegevens kijken. Uit die cijfers blijkt dat 80 % milde klachten heeft, dat 15 % in het ziekenhuis wordt opgenomen en dat 5 % zelfs op de intensivecareafdeling ligt. Zo is het. Dit zou wel eens een behoorlijke belasting voor onze ziekenhuizen kunnen betekenen. Het is dus heel belangrijk dat wij nu werk maken van een spreiding van mogelijke patiënten, zodat zij niet allemaal tegelijk moeten worden opgevangen. Er moeten immers ook nog andere patiënten worden verzorgd. De aanpak van een epidemie houdt meer in dan u op het moment van de uitbraak met medische experts te omringen. Een degelijk plan houdt ook een grote logistieke oefening in, onder andere een noodvoorraad maskers, beschermende brillen en dito kledij.
Mevrouw de minister, u hebt misschien ons persbericht gezien. Ondertussen zijn wij er op een paar uur tijd wel in geslaagd een aantal stakeholders op de been te brengen en ervoor te zorgen dat wij binnenkort, namelijk over tien dagen, over voldoende mondmaskers kunnen beschikken. Wij hebben dus uw taak gedeeltelijk overgenomen. Het is erg dat één fractie kan wat acht ministers niet kunnen.
Minister Maggie De Block:
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Gijbels, zal uw fractie het voorstel ook betalen?
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de minister, u mag het voorstel bekijken en daarna beslissen om er al dan niet op in te gaan. U zou echter blij moeten zijn dat uw werk voor een deel wordt overgenomen. Ook een goede planning met betrekking tot de testcapaciteit is essentieel, zodat ze volop beschikbaar is wanneer ze nodig is. Dat is nu. Nu kunnen wij de verspreiding beperken en de contacten opsporen. (...)
Het incident is gesloten.