Kamerlid
Kruimelpad
Bloedonderzoek - mondelinge vraag aan minister De Block
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de minister, het is mij ter ore gekomen dat bij controles of opnames in een ziekenhuis op de bloedbon vaak op voorhand al enkele onderzoeken staan aangevinkt zonder dat de patiënt in kwestie onderzocht is of zonder dat die onderzoeken van toepassing zijn voor die specifieke patiënt. Bijgevolg zijn dan ook niet alle aangevinkte onderzoeken nuttig of van toepassing. Ik denk bijvoorbeeld aan patiënten die binnenkomen met een fractuur of voor een andere acute opname. Daardoor kosten die bloedonderzoeken de sociale zekerheid potentieel onnodig geld.
Mevrouw de minister, op welke wijze wordt gecontroleerd dat een uitgevoerde test bij bloedonderzoek nodig en nuttig is in functie van de klacht van de patiënt of van de diagnose? Kan, in het geval van een nutteloos onderzoek, de tegemoetkoming bij de terugbetaling worden geweigerd? Zo ja, hoe vaak is dat al voorgevallen in de periode 2014-2019? Op welke wijze worden artsen gesensibiliseerd in functie van het vermijden van nutteloze tests bij bloedonderzoeken?
Minister Maggie De Block:
Mevrouw Gijbels, de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle van het RIZIV voert gerichte onderzoeken uit naar specifieke laboratoriumbepalingen. Deze onderzoeken proberen voornamelijk variaties op te sporen tussen laboratoria, maar ook tussen voorschrijvers of ziekenhuizen. Indien zulke variaties na correctie voor bepaalde wegingsfactoren worden vastgesteld, kunnen ze inderdaad de vraag naar correcte indicatiestelling oproepen. Deze analyses gebeuren in regel op geaggregeerde gegevens en niet op basis van de individuele klacht of diagnose van patiënten. Gezien de wettelijk vastgelegde diagnostische en therapeutische vrijheid zijn controles op dit niveau, dus per patiënt, niet evident en eigenlijk ook niet wettelijk. Vermits de uitbetaling gebeurt op het niveau van de verzekeringsinstellingen kan de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle zelf geen terugbetalingen weigeren.
De Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle is gehouden aan de vaststelling van de inbreuken, zoals wettelijk bepaald in artikel 73bis van de vernoemde wet voor de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering. Door een gebrek aan duidelijke en algemeen aanvaarde richtlijnen is het voor de dienst binnen de huidige wetgeving zeer ingewikkeld om gefactureerde prestaties ten laste te leggen op basis van een beperkte diagnostische of therapeutische bijdrage. Een sensibilisering heeft in dit geval meer impact. De dienst verkiest bij gevolg deze acties. Er zijn in de periode 2014-2019 verschillende zorgverleners onder monitoring geplaatst. Er is maar één dossier voor het Comité van de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle gebracht omwille van overconsumptie. Een herziening van de wetgeving zou dergelijke acties inderdaad meer efficiënt kunnen maken, maar dan moeten we naar de invoering van meer richtlijnen evolueren.
Vooreerst dient te worden opgemerkt dat de honoraria voor laboratoriumbepalingen van klinische biologie grotendeels, voor 75 %, forfaitair worden uitbetaald. Dat is reeds een preventiemechanisme dat de meerkosten aan de sociale zekerheid van een overdreven aantal testen reduceert. Hierbij dient te worden opgemerkt dat dit mechanisme in eerste instantie een effect zal hebben op de uitvoerder van de testen en minder op de voorschrijvers. Daarnaast probeert de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle ook sensibiliseringsacties uit te voeren. Zo werd recentelijk nog een selectieve briefcampagne aan enkele ziekenhuizen gericht die voor bepaalde bloedtesten een duidelijk verhoogd gebruik hadden ten opzichte van de andere ziekenhuizen. Met andere woorden, men haalt de outliers eruit. Als blijkt dat zij outliers blijven, worden zij onder monitoring geplaatst, maar er wordt ook gesensibiliseerd en zij worden erop aangesproken. Zij krijgen dan ook op maat gemaakte feedback over het gebruik van de testen, alsook de duidelijke vraag om de testen conform de regels van evidencebased practice toe te passen.
Ook de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV voert jaarlijks een informatiecampagne voor de huisartsen over onder andere het voorschrijven van testen klinische biologie. Ook de huisartsen krijgen een individuele feedback van hun voorschrijfgedrag van een aantal testen. De nadruk wordt gelegd op een correct gebruik van de desbetreffende bloedonderzoeken. Er zijn ook testen die maar één keer per jaar worden terugbetaald, een PSA-test bijvoorbeeld. Men kan die elke maand doen, maar die zal niet worden terugbetaald. Ik vind ook niet dat u die elke maand moet doen, maar zo zijn er nog testen die restrictief zijn, wat de terugbetaling betreft.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik hoorde een heleboel goede zaken, bijvoorbeeld de terugkoppeling naar de artsen en de ziekenhuizen. Verder zouden richtlijnen ook een heel goede zaak zijn aangezien het kenniscentrum ooit heeft berekend dat ongeveer 40 % van de onderzoeken overbodig zou zijn. Dat lijkt mij voldoende om het mee te nemen in het verdere beleid.
Het incident is gesloten;