Kamerlid
Kruimelpad
De zorgteams voor AYA-kankerzorg - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, u kondigde aan dat er in 6 ziekenhuizen zorgteams zullen worden geïnstalleerd en gefinancierd voor de zogenaamde AYAkankerzorg, dat is voor mensen tussen 16 en 35 jaar. Het gaat om 6 universitaire centra. Er zouden ongeveer 1.700 kankerdiagnoses zijn bij AYApersonen per jaar.
Op welke manier werden deze centra geselecteerd? Er zijn ook andere ziekenhuizen die zich al specifiek hadden toegelegd op de groep van AYA bij kankerzorg, zoals het Jessa Ziekenhuis in Hasselt dat hiervoor samenwerkt met Kom Op Tegen Kanker. Hoeveel ziekenhuizen hadden zich hier al op toegelegd? Wat gebeurt er met die zorgteams? In Nederland zijn er ongeveer 3.900 diagnoses per jaar bij AYA-patiënten, ongeveer het dubbele van bij ons.
Er zijn daar echter wel maar liefst 70 ziekenhuizen waar in AYA-zorg wordt voorzien en er zijn daarvoor 1.060 gecertificeerde zorgprofessionals. Beoogt u ook een certificering van zorgverstrekkers bij ons en welk aantal beoogt u dan?
...
Minister Frank Vandenbroucke:
De eerste vraag handelt over de manier waarop die centra werden geselecteerd. Vandaag bestaat er een grote spreiding van de plaatsen waar de kankerdiagnose voor deze leeftijdsgroep wordt gesteld. De cijfers van het Kankerregister toonden aan dat in het merendeel van de ziekenhuizen jaarlijks 1 tot 20 patiënten op AYA-leeftijd worden gediagnosticeerd.
Slechts 3 ziekenhuizen hebben rond de 100 cases of meer. Als we 100 als criterium nemen, hebben we natuurlijk geen goede spreiding. Nog een drietal ziekenhuizen hebben tussen de 50 en 100 cases per jaar. Gezien de beperkte omvang van de doelgroep en de lopende hervormingen van het ziekenhuislandschap is het niet nodig om in elk ziekenhuis in een AYA-referentieteam te voorzien.
We hebben dus een gemiddelde van meer dan 50 nieuw geregistreerde AYA-diagnoses op jaarbasis als cut-off gekozen voor wat het aantal diagnoses betreft. Hervallen is niet meegenomen in het aantal. Andere criteria betreffende een erkend zorgprogramma oncologie, een formele samenwerking tussen kinder- en volwassenenoncologie en –hematologie - waarbij transitiebeleid een belangrijk element is - en de beschikbaarheid van specifieke zorgverleners, de conventietekst, de nota van het Verzekeringscomité met alle details, kunt u opvragen bij het RIZIV.
Er zijn dus 6 centra die aan de criteria voldoen. Dat zijn de 6 centra waarmee de overeenkomst wordt gesloten. Op korte termijn voorziet de overeenkomst in een periode van een jaar om de interne expertise op het gebied van AYA-zorg te ontwikkelen en te versterken. Zodra het AYA-referentieteam de directe en kortetermijntaken heeft voltooid, kan het de outreachende opdracht naar andere ziekenhuizen en naar zorgverleners voor de eerste lijn overal in België opnemen.
Nu kom ik bij uw eerste vraag, over het Jessa Ziekenhuis. U vraagt wat er gebeurt met de zorgteams, hoe het zit met de behandeling van de patiënten en met de terugbetaling aldaar. Welnu, in verschillende ziekenhuizen wordt inderdaad reeds actief gewerkt aan gespecialiseerde zorg voor AYA-patiënten, wat een belangrijke stap vooruit betekent in het garanderen van de noodzakelijke medische en psychologische ondersteuning voor elke AYA-patiënt. Hoewel we geen exact aantal ziekenhuizen kunnen noemen dat zich specifiek op AYA-zorg richt, hebben wij tijdens het opstellen van de conventie wel gesprekken gevoerd met enkele van die ziekenhuizen. Daarin bespraken ze hoe zij die zorg hebben geïmplementeerd en waar zij extra ondersteuning nodig kunnen hebben om dat verder te verbeteren voor hun patiënten.
De ziekenhuizen met zorgteams die momenteel werken aan AYA-zorg maar die niet voldoen aan de criteria om deel te nemen aan de conventie, willen wij aanmoedigen om hun inspanningen voort te zetten. Zo kunnen zij specifieke zorg en ondersteuning blijven bieden aan AYA's in hun ziekenhuis en de behandelingen kunnen terugbetaald blijven, want deze conventie zet dat niet stop, deze conventie biedt ondersteuning. Wanneer die ondersteuningstaak wordt opgenomen door de AYA-referentieteams, zullen de zorgteams in kwestie bijkomend een beroep kunnen doen op de ontwikkelde expertise van AYA-referentieteams, om op die manier nog meer de zorg voor AYA's in het eigen ziekenhuis te kunnen verbeteren.
Bovendien bevordert de aanwezigheid van die zorgteams het contact tussen de AYA-referentieteams enerzijds en het ziekenhuis anderzijds. Met de expertise- en ondersteuningsrol die AYAreferentieteams opnemen, zal waardevolle en gerichte informatie beschikbaar worden gesteld met betrekking tot de zorg voor AYA's in andere ziekenhuizen en de eerstelijnszorg. In complexe AYA-cases kan de feedback en de expertise van die AYA-referentieteams zeer nuttig zijn voor het zorgteam om de zorg en de ondersteuning in het eigen ziekenhuis te optimaliseren voor hun AYApatiënten.
Ik kom bij de volgende vraag. Zullen Jessa en het ZOL een aanvraag kunnen indienen? Deze overeenkomst heeft als primair doel om gedurende de vijfjarige conventieperiode een geharmoniseerd AYA-zorgbeleid in België tot stand te brengen. Dat beleid is bedoeld om ervoor te zorgen dat alle AYA's de noodzakelijke leeftijdsspecifieke psychosociale en medische ondersteuning krijgen. Gedurende de looptijd van deze overeenkomst zullen regelmatig tussentijdse evaluaties worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de realisatie van de doelstellingen in de overeenkomst op koers blijft en haar streven naar harmonisatie en kwaliteit in de AYA-zorg gehandhaafd blijft. De overeenkomst voorziet in de mogelijkheid van een eerlijke en transparante herziening van de financiering van de referentiecentra. Verder was er een verwijzing naar Nederland.
Artikel 56 van de conventie beoogt een uitwerking in een projectfase. Gedurende deze uitwerking kan de certificering van andere zorgverleners buiten de AYA-referentieteams worden overwogen. Op dit moment is er nog geen concrete beslissing genomen of iets uitgewerkt. Tijdens de voortgang van het project kan dat worden onderzocht om te bepalen of het haalbaar is en welke voordelen dit zou kunnen bieden voor de verbetering van de AYA-zorg in België.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, als het om zeldzame of heel complexe pathologieën gaat, is het de logica zelve dat de universitaire centra daarvoor bevoegd zijn. Voor het overige is voor die doelgroep van jongere patiënten de nabijheid heel belangrijk. Zij zitten zelf dikwijls met jonge kinderen of zijn nog afhankelijk van hun ouders. De nabijheid speelt dus wel degelijk een grote rol.
Zeker voor wie op zo een jonge leeftijd iets dergelijks meemaakt, is dat bijzonder ingrijpend. Het is echt geen goed idee om altijd ver van huis te worden verzorgd. U geeft aan dat het de bedoeling is dat de expertise wordt uitgebreid. In eerste instantie zal ze in enkele centra worden opgebouwd, om ze daarna uit te wisselen met andere zorgverstrekkers. Ik hoop dat daarop wordt ingezet en dat er een echt actieve uitwisseling van expertise zal plaatsvinden met andere ziekenhuizen.
Zoals mevrouw Farih al aangaf, zou het goed zijn, mochten het Jessa Ziekenhuis en het ZOL de handen in elkaar slaan om op die manier hun expertise samen te leggen en te kunnen voortzetten. Zij zijn op dat vlak al heel goed bezig. Ik vraag mij dus af of, wanneer zij hun patiëntenaantallen zouden samenleggen, niet in aanmerking zouden kunnen komen voor hetzelfde traject.
U ging ook even in op de certificering, zoals in Nederland gebeurt, voor meer dan duizend zorgprofessionals. Wij hebben op dat vlak nog een hele weg te gaan. Ik zou niettemin voorstellen om zeker eens in Nederland te gaan kijken naar de ervaringen daar. Ik weet niet of wij het warme water opnieuw moeten uitvinden, maar indien wij daar goede voorbeelden kunnen halen voor die belangrijke doelgroep, is dat echt wel de moeite waard.
...
Het incident is gesloten.