
Kamerlid

Het H5N1-vogelgriepvirus en de monitoring ervan via rioolwater
Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, het H5N1-virus is ondertussen vrij breed verspreid bij pluimvee en wilde vogels. Er zijn ook, weliswaar niet in dit land, zoönotische infecties gekend bij de mens. Het lijkt dus van belang om de aanwezigheid van H5N1 op te sporen. Een van de opties daarvoor is de monitoring van het rioolwater. U had het daarnet ook al over polio in het rioolwater. Volgens de gegevens op de website van Sciensano wordt het rioolwater momenteel gescreend op influenza, RSV, SarsCoV-2 en polio. De Europese Commissie heeft blijkbaar ook navraag gedaan bij de verschillende lidstaten of er interesse zou zijn in de monitoring van H5N1 in afvalwater en lijkt de screening dus ook aan te moedigen. Hoe hoog wordt het risico op zoönose ten gevolge van H5N1 vandaag ingeschat? Voor welke bevolkings- of beroepsgroepen is het risico het grootst? Acht u het zinvol om de rioolwaterscreening uit te breiden naar H5N1? Welke praktische beperkingen zijn er eventueel? Wordt dit al gedaan en zo ja, waar en door welke instelling? Acht u het zinvol om de rioolwaterscreening naar andere pathogenen uit te breiden en zo ja, naar welke? Werd er een kostenbatenanalyse gemaakt van rioolwaterscreening en hoe ziet die eruit?
Minister Frank Vandenbroucke: In antwoord op uw eerste vraag kan ik u meedelen dat de situatie nauwgezet wordt opgevolgd door Sciensano, het FAVV, de RAG en de RAG-V-EZ, de Risk Assessment Group-Veterinary-Emerging Zoonoses. Sinds maart 2024 is er een uitbraak van H5N1 gaande onder runderen in de Verenigde Staten. Daarbij werden ook al meer dan 60 gevallen bij mensen vastgesteld. Deze werden zo goed als allemaal gelinkt aan professionele blootstelling. De besmettingen kenden ook een grotendeels mild klinisch verloop en resulteerden niet in overlijden. Wereldwijd blijven humane infecties met H5N1 zeldzaam. Tot nu toe werd nog geen evidentie van mens-tot-menstransmissie gedocumenteerd. Specifiek voor België werd in januari het eerste geval van H5N1 in 2025 gerapporteerd bij een wilde vogel. Dat is echter geen onmiddellijke aanleiding tot paniek. Het meest recente verslag van het ECDC van 17 januari 2025 bevestigt dat ook: menselijke infecties met aviaire influenzavirussen blijven zeldzaam. In de verslagperiode werden ook geen aanwijzingen voor overdracht van mens op mens gedocumenteerd. Het risico van infectie met de momenteel circulerende aviaire influenzavirussen blijft in Europa laag voor het grote publiek. En het blijft laag tot matig voor mensen die beroepshalve of anderszins zijn blootgesteld aan besmette dieren of omgevingen. Wat betreft uw tweede vraag of Sciensano bezig is met het ontwikkelen van een geschikte test die H5N1 in rioolwater opspoort. De praktische beperkingen zijn enerzijds het feit dat men geen onderscheid kan maken tussen humane en dierlijke infectie, en anderzijds de gevoeligheid van de methode om H5N1 te detecteren. Indien men iets vindt in rioolwater is het bijvoorbeeld niet evident om de bron van infectie te gaan opsporen, aangezien rioolwater een bevolking dekt van ruim 100.000 mensen. De zinvolheid om rioolwater te testen voor H5N1 hangt dus af van de gevoeligheid van de test en in welk scenario men afvalwater wil testen. Het kan zinvol zijn als men de aanwezigheid van een wijdverspreide niet-gedetecteerde circulatie in de algemene bevolking wil nagaan, nadat eerst meldingen binnenkwamen via de registers voor verplichte melding van infectieziekten. Het kan ook zinvol zijn om rioolwater te testen als een vroegtijdig waarschuwingsmechanisme met inachtneming van de praktische beperkingen van de test.
Wat betreft uw derde vraag is de enige instelling die momenteel actief bezig is met het opsporen van H5N1 in rioolwater, de Amerikaanse CDC (Centers for Disease Control and Prevention). Via het Europees Centrum voor ziektepreventie en - bestrijding (ECDC) hebben we vernomen dat ook de CDC moeilijk onderscheid kan maken tussen H5N1 van dierlijke of menselijke oorsprong. In een aantal Europese landen wordt het op punt stellen van laboratoriumtesten onderzocht. De KU Leuven screent het afvalwater van Leuven op H5N1. In verband met uw vierde vraag hebben we in 2024 de monitoring van afvalwater uitgebreid van SARSCoV‑2 naar poliomyelitis, RSV- en influenzavirussen. Door de maandelijkse metingen van poliomyelitis is de kwaliteit van de poliosurveillance in België versterkt. Daardoor heeft de WHO België geklasseerd als laag risico voor poliomyelitisheropflakkering. Daarvoor zaten we op een intermediair risico, volgens de WHO. Voor RSV en influenza bestuderen we of rioolwater de stijging van deze pathogenen in de algemene bevolking vroeger kan detecteren ten opzichte van de huidige surveillancesystemen op het niveau van huisartsen en klinische labo's. Voor de toekomst bestuderen we de toegevoegde waarde van afvalwatermonitoring ter bevestiging van de afwezigheid van mazelen in het kader van de WHO eliminatiedoelstellingen. Afvalwatermonitoring zal in 2025 ook toegepast worden voor het meten van drugs. Eveneens werd een nationaal actieplan voor antimicrobiële resistentie ingediend om deze in afvalwater te meten en te vergelijken met het huidige surveillancesysteem. Is er een kosten-batenanalyse uitgevoerd? Neen, tot nu toe nog niet.
Frieda Gijbels (N-VA): Dank u wel, mijnheer de minister. Ik heb een rapport gevonden van de Europese Commissie waaruit blijkt dat verschillende landen toch wel bezig zijn met het opsporen van vogelgriep in afvalwater. Misschien zit dit nog in een testfase. Het lijkt me nog steeds het bekijken waard. Ik las ook dat de universiteit van Antwerpen interesse zou hebben om hiermee verder te gaan. Het is ook goed dat de KULeuven hier al mee bezig is. Het is immers volgens mij toch een vrij eenvoudige manier om de verspreiding van een virus te bekijken en maatregelen te nemen. Zo krijgt men immers van een bepaalde regio, ook al is die groot, een indicatie over de aanwezigheid van vogelgriep in het afvalwater. De kosten-batenanalyse zal volgens mij redelijk gunstig uitvallen. Dat lees ik toch in de wetenschappelijke literatuur. Het is een systeem dat tegenwoordig vaker wordt ingezet, omdat het nu precies gunstig is wat kosten en baten betreft. Het is ook heel goed dat men kijkt naar andere zaken zoals drugs en antimicrobiële resistentie. Daar kunnen we nog heel wat informatie over te weten komen. Verder denk ik dat we de vogelgriep niet mogen onderschatten. In de Verenigde Staten is ze al verspreid onder runderen. Er zijn ook al een aantal besmettingen bij mensen. We moeten niet panikeren, maar toch wel de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen.
Bekijk het fragment: https://media.dekamer.be/media/index.html?language=nl&sid=56U0359&offse…
