Kamerlid
Kruimelpad
De verschillen in conventiegraad van kinesitherapeuten - mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, al eerder hebben we de sterke regionale verschillen in de conventiegraad van kinesitherapeuten besproken. In Vlaanderen is 57 % geconventioneerd, terwijl in Wallonië 88 % geconventioneerd is, een verschil van 30 %, en in Brussel 72 %. Een percentage van minstens 60 % is nodig om van een conventie te kunnen spreken en dat halen we alleen omdat het landelijk gemiddelde wordt bekeken. Louter in Vlaanderen wordt het vereiste conventiecijfer stricto sensu immers niet meer bereikt.
Mijnheer de minister, hoe komt het dat er zulke grote verschillen in conventiegraad bestaan tussen de verschillende gewesten. Eerder ondervroeg ik u daarover al en u gaf toen aan dat u de verschillen zou laten onderzoeken. Van dat onderzoek heb ik verder niets meer vernomen. Is dat onderzoek ondertussen van start gegaan? Hoe werd dat onderzoek opgezet, of met andere woorden, wat is de vraagstelling? Wanneer verwacht u de resultaten?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, de conventiegraad en ook het verschil in conventiegraad over regio's en leeftijdsgroepen is ook voor mij een belangrijk aandachtspunt. Het probleem van een dalende conventiegraad doet zich overigens niet alleen bij de kinesitherapeuten voor. De verzekeringsinstellingen hebben het wel nuttig geacht om de enquête bij de actieve kinesitherapeuten uit te breiden naar andere zorgverstrekkers. De enquête heeft als doel de redenen van conventionering of deconventionering te achterhalen. Die oefening is nog niet afgerond. De oefening heeft ook betrekking op de lopende reflectie over het conventiemodel en waaromtrent ik verwacht dat het RIZIV, zeker tegen de volgende legislatuur, voorstellen zal voorbereiden.
Met de kinesitherapeuten is, zoals u weet, een nieuwe overeenkomst tot stand gekomen op 14 december voor de jaren 2024 en 2025. Na goedkeuring door de ministerraad en publicatie in het Belgisch Staatsblad reken ik er eigenlijk op dat de toetredingscijfers beter zullen zijn dan onder de vorige overeenkomst. We doen immers een belangrijke inspanning voor de kinesitherapie, waarbij ook de honoraria worden aangepast voor heel wat prestaties. Dat laat kinesitherapeuten die geconventioneerd zijn en die conventietarieven toepassen toe om hun inkomenssituatie te verbeteren. Ik denk dat dit ook nodig was en ik hoop dat dit de balans in de overwegingen die kinesitherapeuten maken meer doet overhellen richting conventionering. Dat levert hen immers ook andere en belangrijke voordelen op.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, dat die enquête puur gaat over het waarom van het niet toetreden tot het akkoord vind ik wat teleurstellend. Ik denk dat we allemaal wel weten waarom er een hoge deconventiegraad is, namelijk omdat de tarieven niet toereikend zijn. Ik denk dat degenen die wel nog zijn toegetreden, dat vooral doen om hun patiënten te sparen, omdat die anders 25 % van de terugbetaling zouden mislopen. Dat is nog altijd een heel oneerlijke situatie en er bestaat nog altijd een heel oneerlijke verhouding tussen de overheid en de kinesisten.
Ik had gehoopt dat u zou onderzoeken of er misschien ook hier en daar achterpoortjes worden gebruikt. Dat is immers het gerucht dat ons bereikt, dat in sommige gevallen aan die ontoereikende tarieven wordt verholpen door bijvoorbeeld nietmedische prestaties aan te rekenen bovenop de officiële tarieven. Ik had gehoopt dat u daarnaar zou kijken. Ik heb al eerder laten vallen dat dit een mogelijke piste is en dat wordt ook door de beroepsverenigingen aangekaart.
Mijnheer de minister, leg uw oor daar toch nog eens te luisteren. Als er wetgeving is, zou die immers op zijn minst voor iedereen moeten gelden. Iedereen gelijk voor de wet. Bovendien geeft het ook een heel vertekend beeld van de conventiegraad als men op die manier achterpoortjes gebruikt om de regels te omzeilen.
Minister Frank Vandenbroucke:
Misschien hebt u dat al eerder gezegd, maar als u aanduidingen hebt van praktijken die u niet koosjer vindt, dan mag u mij dat altijd laten weten.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik verwijs u graag naar de beroepsvereniging Axxon. Ik denk dat zij u echt wel te woord kunnen staan wat dat betreft.
Het incident is gesloten.