Kamerlid
Kruimelpad
Agressie in de zorg - mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik stelde u een aantal maanden geleden ook al vragen over de toegenomen agressie tegen zorgverstrekkers. U gaf toen aan dat er een interkabinettenwerkgroep was opgericht en dat het Strafwetboek werd aangepast. U sprak ook over een sensibiliseringscampagne. De Orde der Artsen heeft ondertussen verschillende aanbevelingen geformuleerd, onder andere een centraal meldpunt en de noodzaak om gevallen van agressie beter te registreren.
De ernst en de ontoelaatbaarheid van de problematiek zijn duidelijk. Ik wil u dan ook graag vragen naar de stand van zaken. Wat is de stand van zaken met betrekking tot die sensibiliseringscampagnes? In het Ziekenhuis Oost Limburg, dat ik toevallig goed ken, loopt al enige tijd een campagne tegen agressie in de zorg. Misschien is dat ook het geval in andere ziekenhuizen. Wordt er met hen overlegd, bekeken wat het succes is van hun campagne en wat er mogelijk kan worden meegenomen in een landelijke campagne?
Kunt u cijfers geven over gevallen van agressie voor verschillende zorgberoepen? Bij welke zorgberoepen is de kans op agressie het grootst? Is er een verschil tussen agressie in ambulante en ziekenhuisomgevingen? Is er zicht op het percentage van gevallen van agressie dat ook daadwerkelijk wordt gemeld en dus ook het percentage dat niet wordt gemeld? Wat zijn de oorzaken van niet-melding? Wordt er ook gekeken naar de triggers voor agressie? Is er duidelijkheid daarover? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de verstrengde wetgeving? Wanneer zal die in werking treden?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mijnheer de voorzitter, ik vind het absoluut onaanvaardbaar dat er geweld wordt gepleegd tegen hulpverleners. Dat vinden wij samen. Wij hebben het ook allen al enkele keren gezegd in deze commissie. Wij moeten dat ook blijven zeggen en herhalen. De regering heeft beslist dat feiten die gepleegd worden tegen een persoon die een maatschappelijke functie uitoefent, waaronder hulpverleners in de zorg, een verzwarende omstandigheid vormen. Wij gaan dat opnemen in het nieuwe Strafwetboek. Voor het kerstreces heeft het kernkabinet beslist om daaromtrent versneld actie te nemen. Deze bepaling zal dan ook worden opgenomen in het huidige Strafwetboek, waardoor die verzwaring veel sneller in voege zal treden. Die duidelijke boodschap is belangrijk. Iedereen die geweld pleegt tegen hulpverleners, tegen gezondheidswerkers tijdens hun werk, moet en zal streng worden gestraft. Ik moedig ook echt aan dat slachtoffers van geweld hun klacht laten registreren waar ze echt kan worden opgevolgd, dit wil zeggen bij de politie en het gerecht.
Eenzelfde signaal is gegeven vanuit het kabinet van de minister van Justitie, in een overleg tussen Justitie, de sector en leden van mijn kabinet. Het is zeer belangrijk dat slachtoffers aangifte doen, zodat we een juist beeld van de problematiek krijgen en de daden een krachtige respons kunnen krijgen. Meldingen worden opgevolgd op het niveau van de werkgever of de beroepsgroep. Er bestaat geen centrale databank waarin de meldingen tegen zorgverleners worden verzameld. Bijgevolg kan ik ook geen cijfers geven over meldingen op het niveau van de verschillende zorgberoepen of over de verschillen inzake agressie in de ambulante zorg en in een ziekenhuisomgeving.
VIAS, het onafhankelijke kennisinstituut dat als referentie fungeert voor burgers, overheden en bedrijven om de verkeersveiligheid, de mobiliteit, de veiligheid en de gezondheid te verbeteren, heeft wel een onderzoek naar geweld gedaan, bijvoorbeeld tegen paramedici of hulpverleners. Volgens zijn waarnemingen zijn de daders vaak de patiënt zelf, familieleden of vrienden van de patiënt en kunnen verschillende risicofactoren bijdragen tot geweld en agressie, zoals het onder invloed zijn alcohol, drugs of medicijnen. Ook situaties van angst of pijn vormen een risicofactor, alsook ontevredenheid over de dienstverlening, slechte prestaties, problemen met de reactietijd. Dat is nooit een excuus, vind ik. We kunnen begrijpen waarom agressie tot stand komt, maar de strafverzwaring, die we nu in het Strafwetboek inbrengen, onderstreept het feit dat men misschien wel een uitleg kan hebben voor iets, maar dat het geen excuus is. Dat is ook de reden waarom we, na voorlichtingscampagnes voor het grote publiek, ook opleidingen voor de hulpverleners tot stand hebben gebracht. Hulpverleners, van ziekenwagenpersoneel tot arts-specialisten, krijgen training in communicatie en risicoherkenning en zelfs zelfverdedigingstrainingen. Met training en vorming maakt men de hulpverleners meer weerbaar en kan men ook meer preventief werken.
Met preventie alleen lost men het probleem natuurlijk niet op. Het is precies daarom dat de regering een krachtig signaal geeft dat wie geweld pleegt op het moment dat de zorgverleners gewoon hun job doen, zwaar zal worden gestraft.
Frieda Gijbels (N-VA):
De verstrenging van de wetgeving is natuurlijk een goede zaak. Die zou bovendien versneld in werking treden. Hebt u er enig zicht op wanneer dat zou zijn? Er gaan immers meestal wat jaren overheen vooraleer een Strafwetboek in uitvoering komt. Ik dring erop aan dat u daar volop inzet, zodat de verstrengde wetgeving zo snel mogelijk uitgevoerd kan worden.
Het is bijzonder vreemd dat er geen cijfers zijn over het aantal meldingen. Kan er nu echt geen werk worden gemaakt van een centraal meldpunt? Verscheidene organisaties, onder andere de Orde der Artsen, zijn daar vragende partij voor. Zo kan men toch de evolutie in de tijd opvolgen. Dat is toch de conditio sine qua non om het probleem aan te pakken. U zegt dat triggers van agressie nooit een excuus voor agressie mogen zijn. Ik ga daarmee akkoord. Hoe dan ook is het belangrijk om die in kaart te brengen en om die aan zorgverstrekkers en zorginstellingen te communiceren, zodat die daar eventueel ook al rekening mee kunnen houden. Bijvoorbeeld een klok op een spoedgevallendienst die aangeeft hoelang de wachttijd nog is, zou al wat rust kunnen brengen.
Voorts zou het ook een goed idee zijn dat u zich burgerlijke partij stelt in klachten inzake geweld tegen zorgverstrekkers. Mevrouw Verlinden, de minister van Binnenlandse Zaken, heeft dat ook gedaan in zaken van geweld tegen politie. Dat is een heel goed en krachtig signaal.
Het incident is gesloten.