Kamerlid
Kruimelpad
Ambulanciers - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie gezondheid 14 juni 2022:
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Lanjri, ik kom direct ter zake. Ik heb natuurlijk ook de noodkreten en alarmerende berichten uit de sector van de ambulancediensten gelezen, niet alleen met betrekking tot de dringende geneeskundige hulpverlening, de 112, maar ook met betrekking tot de niet-112, het niet-dringend vervoer. Veel van de private firma's die actief zijn voor de dienst 112, zijn ook actief voor de niet112-dienst. Het resultaat is dat in de berichtgeving de twee een beetje door elkaar gehaald worden. Inzake de bevoegdheden is er natuurlijk een belangrijk onderscheid, want de federale overheid is enkel bevoegd voor het dringend geneeskundig vervoer. Het niet-dringend vervoer valt onder de bevoegdheid van de deelstaten. Ik beperk mij dus tot de dringende geneeskundige hulpverlening, de 112. In het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening zijn er 106 ziekenwagendiensten actief. Zij verzekeren 418 ziekenwagenpermanenties. Zes diensten organiseren permanenties in verschillende provincies en/of gewesten en worden in de detailtabel, die ik u via het commissiesecretariaat bezorg, weergegeven als federale diensten, net omdat we ze niet uitsluitend aan één provincie of één gewest kunnen toeschrijven. Zo dient u de betekenis van de bewoording "federale diensten" te begrijpen in de tabel, die u zult krijgen. Onder openbare diensten, goed voor 39 diensten met 299 permanenties, kennen we drie groepen: steden en gemeenten, intercommunales en de brandweer via de hulpverleningszones. Die laatste groep is goed voor 33 diensten, met 293 permanenties, en is dan ook de belangrijkste groep in de dringende geneeskundige hulpverlening. Bij de private diensten tellen we 67 diensten en 119 permanenties, wat bijna een dubbel aantal diensten is in vergelijking met de openbare diensten, maar zij verzekeren minder dan half zoveel ziekenwagenpermanenties. Er zijn drie types private organisaties. Het eerste type zijn de kruisverenigingen, het Rode Kruis en het Vlaamse Kruis, goed voor 5 diensten met 21 permanenties. Het tweede type zijn de ziekenhuizen, goed voor 36 diensten met 49 permanenties. Het derde type zijn andere private organisaties, goed voor 26 diensten met 49 permanenties. Het grootst aantal private organisaties is te vinden in Vlaanderen, namelijk 16 van de 26 diensten met 27 van de 49 permanenties, onder andere te verklaren omdat enkele Vlaamse hulpverleningszones hun ziekenwagenhulpverlening afgesloten hebben. Dat erg divers beeld geef ik u om te onderstrepen waarom het voor de sector zeer complex is om tot een consensus te komen in de werkgroep over het erkenningsbesluit. De sector moet namelijk in zijn werkzaamheden onder andere binnen het HRluik rekening houden met de verschillen aangaande financiële en sociale statuten, gaande van vrijwilligers tot zelfstandigen, al dan niet meewerkende partners, werknemers van diverse private organisaties en werknemers van ziekenhuizen, tot ambtenaren van steden en gemeenten en brandweerlieden. Na lange discussies is de werkgroep nu klaar met het concept voor de erkenningsnormen, dat ter validatie zal worden voorgelegd op de volgende plenaire vergadering van de Nationale Raad voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening. Bij een gunstig advies van de NRDGH wens ik het concept zo snel mogelijk vertaald te zien in een ontwerp KB. Als we willen streven naar kwaliteit en willen voorkomen dat wantoestanden zoals deze waarnaar u verwijst blijven bestaan, moet er wel worden geïnvesteerd in de sector. Als we het in de federale regering over de begroting 2023 hebben, dan zal ik ook een herfinanciering moeten vragen van de dringende geneeskundige hulpverlening als we hieraan iets willen doen. U zult begrijpen dat ik reken op uw steun en op uw fractie in de regering als we daarvoor extra middelen zoeken. U had het over een rechtszaak. Ik zal mij daarover niet uitspreken. Ik laat Justitie haar werk doen. Ik beschik niet over cijfers aangaande ongevallen met prioritaire voertuigen, dus ik kan daarover niets zeggen. Ik hoop dat ik daarmee uw vragen en die van mevrouw Gijbels heb beantwoord en u krijgt een tabel ter ondersteuning van het antwoord.