Kamerlid
Kruimelpad
Bezettingsgraad intensieve zorgen tijdens de derde golf - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
18 mei 2021: ingediende mondelinge vraag tijdens het actualiteitsdebat over COVID-19 in de commissie Volksgezondheid.
Mijnheer de minister
In het epidemiologisch bulletin van 22 april 2021 publiceerde Sciensano gegevens met betrekking tot de indicatoren met het 7-daags voortschrijdend gemiddelde. In deze grafieken is het opmerkelijk dat de bezettingsgraad op intensieve zorgen in relatie tot het aantal ziekenhuisopnames tijdens de derde golf opvallend hoger ligt dan tijdens de eerste en tweede golf.
Welke mogelijke verklaring(en) kan u geven voor de hogere bezetting op intensieve zorgen tijdens de derde golf?
Wijzen deze gegevens in de richting van een Britse variant die niet enkel besmettelijker is, maar ook meer ziekmakend, hoewel eerdere wetenschappelijke studies aangaven dat dit niet het geval zou zijn? Of heeft het eerder te maken met de lagere leeftijd van de mensen die nu op intensieve zorgen terecht komen?
Waarom wordt het aantal nieuwe opnames op IZ niet weergegeven in het overzicht van Sciensano? Beschikken we over deze gegevens? Wanneer (of waar) kunnen we die raadplegen?
In hoeverre wordt de langere verblijfsduur op IZ meegenomen in de voorspellende modellen?
Dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
03.22 Minister Frank Vandenbroucke:
De vraag was waarom er vandaag meer patiënten op ICU belanden. Het gaat om een jongere populatie. In vergelijking met de veel oudere patiënten waarmee wij vroeger te maken hadden, worden zij misschien gemakkelijker opgenomen op ICU. Er zijn ook studies die zeggen dat er hoe dan ook meer hospitalisaties zijn in verhouding met het aantal besmettingen, door de Britse variant. Wij zijn opnames op intensieve zorgen pas sinds kort in meer detail aan het analyseren, omdat wij in real time nood hebben aan meer gegevens over wat er precies gebeurt in de ziekenhuizen en wat precies factoren zijn die bepalend zijn voor de overgang van gewone hospitalisatie naar een opname in ICU. Dit is relatief nieuw. Wij vragen nu dus meer gegevens. Het vraagt natuurlijk ook een beetje tijd om ervoor te zorgen dat die gegevens correct gerapporteerd worden en dat wij die correct presenteren. Wij zijn bezig om de gedetailleerdere gegevens over de kenmerken van de patiënten op ICU raadpleegbaar te maken. De verblijfsduur in ICU's en in ziekenhuizen in het algemeen schatten we elke dag op basis van de beschikbare informatie. Die schatting wordt ook meegenomen in onze voorspellingsmodellen. In het algemeen zou ik toch willen zeggen dat de situatie in de ziekenhuizen op dit ogenblik duidelijk aan het verbeteren is. Laten we zeggen dat ik alvast zeer optimistisch gestemd ben over hoe we de epidemie hebben aangepakt en het resultaat dat we boeken, dankzij de maatregelen die we genomen hebben en de vaccinatie. Optimisme wil niet zeggen dat men niet voorzichtig moet blijven, maar ik denk dat we duidelijk betere cijfers zien.
03.23 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U had het over de opnames op intensieve zorg. U zegt dat daar nog altijd een probleem met de rapportering is. Dat verbaast mij. Ik vind dat heel moeilijk te vatten omdat net die gegevens een beeld van de ernst van de epidemie geven, op basis waarvan de forfaits worden bepaald en op basis waarvan de ziekenhuizen worden vergoed. Ik vind het heel vreemd dat wij daarop zo weinig zicht hebben. Ik begrijp dat dit aan het begin van een epidemie zo is, maar we zijn nu al meer dan een jaar verder. Dat daar nog altijd zo weinig zicht op is, kan ik moeilijk vatten.