Kamerlid
Kruimelpad
De administrateur-generaal van de KSZ - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Sociale zaken 22 september 2021:
07.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijn vraag betreft de verlenging van het mandaat als administrateurgeneraal van de heer Robben bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de KSZ. Die verlenging is goedgekeurd op de ministerraad van 10 september, op uw voorstel. De heer Robben is echter een bijzonder omstreden figuur omwille van de vele mandaten die hij bekleedt. Zo is hij niet alleen administrateur-generaal bij de KSZ, maar ook van eHealth, is hij voorzitter van SMALS en heeft hij ook nog een mandaat bij de Gegevensbeschermingsautoriteit. Die zaken lijken toch moeilijk te verzoenen. Zo is ook heel moeilijk te begrijpen dat zijn mandaat opnieuw wordt verlengd. Ook de Europese Commissie ziet daar mogelijke problemen en is een onderzoek opgestart. Met deze verlenging begint de heer Robben aan zijn zoveelste termijn als administrateur-generaal van de KSZ, die hij nota bene zelf heeft opgericht in 1991. Na het aflopen van dit mandaat zal hij 36 jaar aan het hoofd van de KSZ staan. Is er daar volgens u geen conflict met het principe van de tijdelijkheid van mandaten? Op welke tijdstippen is er een evaluatie gebeurd van zijn mandaat als? Door wie? Wat was daarvan het resultaat? Werd er voor zijn nieuwe aanstelling opnieuw een evaluatie gemaakt? Zo ja, door wie? Welke competenties werden daarbij geëvalueerd? Wat was daarvan het resultaat? Welke procedure moet worden doorlopen voor de benoeming van deze functie? Is er een oproep geweest voor andere kandidaten? Zo ja, wat waren de vereiste competenties? Hoeveel kandidaten dienden zich aan? Is er een risicoanalyse gemaakt met betrekking tot de continuïteit en het behoud van kennis? Is er dus een probleem wanneer de heer Robben om een of andere reden deze functie niet meer kan invullen? · Is er een risicoanalyse gemaakt met betrekking tot de verstrengeling van belangen en de concentratie van kennis en macht? Kan u dat toelichten? Is dit wel gezond volgens u in een democratische samenleving? Hoeveel petjes kan een administrateur-generaal volgens u op hebben? Wat gebeurt er met het onderzoek dat door de Europese Commissie werd ingesteld? In welke fase zit dit onderzoek? Wanneer kan een conclusie worden verwacht? Hoe schat u de rol van de heer Robben in binnen de Gegevensbeschermingsautoriteit? Zit daar volgens u een probleem? Welke impact heeft een mogelijk negatieve conclusie van de Europese Commissie op zijn functioneren?
07.03 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw de voorzitster, de benoeming van mandatarissen bij de openbare instellingen van sociale zekerheid wordt geregeld door het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties alsook de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties en directiefuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid.
…
De evaluatie van het mandaat van de heer Robben is gebeurd overeenkomstig de bepalingen van artikel 17 van dit koninklijk besluit van 2003. Mijnheer Robben heeft toen zelf zijn evaluatie overgemaakt. De sociale partners en het beheerscomité hebben voorgesteld om de heer Robben de vermelding 'uitstekend' toe te kennen. Op basis van dit voorstel van het beheerscomité en een evaluatiegesprek met de heer Robben hebben mijn collega Dermagne en ikzelf besloten om het voorstel van het beheerscomité te volgen en de vermelding 'uitstekend' toe te kennen. De heer Robben heeft zich opnieuw kandidaat gesteld voor dezelfde functie.
…
Er waren ook vragen over de Gegevensbeschermingsautoriteit. De staatssecretaris voor Privacy, mijn collega Mathieu Michel, volgt vanzelfsprekend het onderzoek op van de Europese Commissie naar de werking van de Gegevensbeschermingsautoriteit. Om de onafhankelijkheid van de Gegevensbeschermingsautoriteit te garanderen, werd ze ondergebracht bij de Kamer van volksvertegenwoordigers. De Kamer benoemt ook de leden van de Gegevensbeschermingsautoriteit. Het debat over de hervorming van de Gegevensbeschermingsautoriteit behoort dus toe aan de Kamer.
07.04 Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, uw antwoord was bijzonder bondig.
07.05 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw de voorzitster, mevrouw Gijbels, ik moest bondiger zijn, is mij gezegd.
07.06 Björn Anseeuw (N-VA):
Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik heb u integendeel gehuldigd voor uw omstandige antwoorden, die altijd erg punctueel zijn.
07.07 Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, in de commissie Gezondheid merkte ik gisteren al op dat u wel eens net op de interessante passages van mijn vragen niet ingaat. In dit geval maak ik mij ongerust over de continuïteit. Daarop bent u helemaal niet ingegaan. Daarover gaat het in het debat volgens mij ook veel te weinig. Wat gebeurt er immers, indien hij opeens zijn mandaat niet meer kan opnemen? Het is aan de regering om daarover te waken. Hij is immers degene die de Gegevensbeschermingsautoriteit heeft opgericht en uitgevonden en die er al die jaren al administrateur-generaal is. Dat is geen gezonde situatie. Het kan ook niet dat er geen andere geschikte personen te vinden zijn in een hedendaagse samenleving waarin gegevensbescherming en gegevensuitwisseling meer verspreid zijn dan zoveel jaren geleden. Die kennis is er tegenwoordig absoluut bij veel mensen. Ik begrijp dat bepaalde voorgeschreven procedures zijn doorlopen. Een zelfevaluatie of een evaluatiegesprek, hoewel er een uitstekende evaluatiescore wordt gegeven, is geen gezonde zaak. Het is vreemd dat slechts twee fracties zich daar vandaag vragen bij stellen. Er is immers zeker sprake van belangenvermenging. Wij zijn niet de enigen die zich daarover zorgen maken. Ook de Europese Commissie maakt er zich zorgen over. Ook bij het gebrek aan transparantie bij de aanstelling stel ik mij heel veel vragen. Mijnheer de minister, ik had gehoopt dat u toch meer uw voet tussen de deur had kunnen zetten, om verandering in de zaak te brengen.