Kamerlid
Kruimelpad
De conventiecijfers voor kinesitherapeuten - Mondelinge vragen aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 30 mei 2023:
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik heb u onlangs al een vraag gesteld over de conventiecijfers van de kinesitherapeuten, maar toen was ik iets te vroeg aangezien de cijfers toen nog niet bekend waren. Intussen zijn die conventiecijfers wel bekend en er zijn zeer grote verschillen vast te stellen tussen de leeftijdsgroepen en gewesten. Zo is er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een conventiegraad van de kine’s van 73 % en in Wallonië van zelfs 92 %, maar in Vlaanderen is er een conventiegraad van slechts 56 %. Bij de Vlaamse kine’s onder de 40 jaar is de conventiegraad zelfs slechts 38 %. Het is ook opvallend dat er zeventigplussers en zelfs tachtigers werden opgenomen in de telling, wat toch wat vreemd is. Ik vraag me af in welke mate men voor die categorieën nog van werkelijke uitoefening van het beroep kan spreken.
Hoe kunnen de grote verschillen tussen de gewesten volgens u worden verklaard? Worden er in Wallonië eventueel supplementen aangerekend of andere extra's? Wordt dat onderzocht? Zo ja, wat is de conclusie van dat onderzoek? Zo nee, acht u het nodig om de oorzaak van de verschillen te achterhalen en wat zal u daartoe ondernemen? Hoe groot is de activiteitsgraad van de zeventigplussers die meegenomen worden in de telling? Wat denkt u over het grote aandeel jongere kinesitherapeuten dat zich niet kan vinden in de nationale afspraken? Hoe ziet u de toekomst voor de kinesitherapie? Acht u het wenselijk dat de akkoorden worden herbekeken om toch zoveel mogelijk zorgverstrekkers mee te krijgen?
Minister Frank Vandenbroucke:
Het is jammer dat uw vraag niet werd toegevoegd aan de vraag van mevrouw Pisman, want ik heb een hele reeks gegevens schriftelijk aan haar laten overmaken. Ik heb daarin ook een groot aantal beschouwingen gegeven. Ik zal daarom beknopt antwoorden.
Die regionale verschillen en leeftijdsverschillen vind ik ook redelijk belangrijk. We moeten onderzoeken waar de oorzaak ligt van die regionale verschillen. Het leeftijdsverschil is belangrijk voor de toekomst van het beroep en we zouden goed moeten begrijpen wat daar speelt. We bekijken momenteel een voorstel van Axxon en de verzekeringsinstellingen om een enquête te doen bij de actieve kinesitherapeuten, onder meer om de redenen van conventionering en deconventionering te achterhalen. De mutualiteiten willen dat ook verder uitbreiden tot andere zorgverleners.
De mutualiteiten willen dat ook uitbreiden tot andere zorgverleners, maar dat zijn complexe oefeningen die nog niet afgerond zijn. Ik kan dus nog geen informatie geven over wat de enquête zou opleveren, maar ik vind het wel belangrijk.
U vraagt hoe de 60 % berekend wordt. Wij houden daarbij rekening met alle kinesitherapeuten met een verstrekkersprofiel, dus ook zij die 70 jaar zijn of ouder. Op vraag van Axxon is in de overeenkomstencommissie kinesitherapie-verzekeringsinstellingen al een meer gedetailleerde verzameling cijfers gegeven over deze leeftijdsgroep. Het RIZIV bekijkt momenteel welke bijkomende gegevens inzake profiel en activiteitsgraad van deze groep beschikbaar zijn zodat we deze op een volgende vergadering van de overeenkomstencommissie aan de leden ter beschikking kunnen stellen.
Deze kwestie is heel erg belangrijk. Ik heb ook de indruk dat hier eveneens ‘structurele’, tussenaanhalingstekens want men gebruikt dat woord iets te gemakkelijk, factoren spreken. Men stelt zich ook de vraag welke structurele verbeteringen geleidelijk doorgevoerd kunnen worden in de kinesitherapie om mensen aan te moedigen om geconventioneerd te blijven.
We hebben inderdaad ook punctuele maatregelen genomen. U bent daarover zelf niet enthousiast, maar het is slechts een punctuele maatregel om 100 miljoen uit te keren, alleen voor mensen die geconventioneerd zijn, ter ondersteuning van het geconventioneerd-zijn. Dat is dus een punctuele maatregel, maar ik vond dat een belangrijk signaal.
We moeten er inderdaad verder over nadenken en goed analyseren wat er aan de hand is. We moeten ook een echt verbetertraject opzetten voor de toekomst.
De voorzitster:
Mijnheer de minister, het gebeurt wel vaker dat vragen hier worden samengevoegd. Ik zie bijvoorbeeld ook heel veel vragen over de 1.733 terugkomen uit de verschillende regio’s. Het is maar een idee, maar misschien is het wel interessant om deze dan ook samen te voegen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, het is van groot belang dat wij de kinesitherapeuten naar waarde schatten, zeker de jongere kinesisten. De gezondheidszorg van vandaag en zeker de gezondheidszorg van de toekomst zal steeds meer een beroep moeten doen op de kinesitherapeuten. Willen wij mensen langer thuis laten wonen en chirurgische ingrepen zoveel mogelijk vermijden, dan zijn zij van essentieel belang.
Wij moeten hen in dat geval echter ook loon naar werken willen geven. Waarom gaan zoveel kinesisten niet akkoord met de nationale overeenkomst? De tarieven zijn ondermaats. Kijk maar naar de verplaatsingsvergoeding. Zij mogen iets meer dan 1 euro aanrekenen voor een huisbezoek. Dat is gewoon niet meer leefbaar, zeker niet voor een jonge kinesist die ambitie heeft en een mooie praktijk wil uitbouwen. Er komt immers een en ander kijken bij een kinesistenpraktijk. Dat kan een heel grote verklaring zijn voor de reden waarom zoveel jongere kinesisten niet willen toetreden tot het akkoord.
Daarbij komt nog dat de 25 %-regel heel erg onrechtvaardig aanvoelt, waardoor veel kinesisten gewoon hun laars lappen aan het akkoord, omdat zij zich echt niet kunnen vinden in de manier waarop zij ter zake worden behandeld.
Waarop u niet bent ingegaan, is op de vraag over de verklaring tussen de gewesten. U stelt dat u daarover een enquête zal doen. Er doet echter een hardnekkig gerucht de ronde, namelijk dat in Franstalig België achterpoortjes worden gevonden, waardoor de slechte nomenclatuur kan worden gecompenseerd zonder zich te moeten deconventioneren. Indien dat klopt, is dat bijzonder oneerlijk. Wanneer de conventiegraad van Vlaanderen immers wordt doorgetrokken naar België, is er helemaal geen sprake meer van een akkoord.
Het incident is gesloten.