Kamerlid
Kruimelpad
De ereloonsupplementen in ziekenhuizen - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie gezondheid 24 januari 2023
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, mijn excuses voor mijn vrij uitgebreide en gedetailleerde vraag, maar ze was ingediend als schriftelijke vraag en de antwoordtermijn daarvoor is verstreken. Op welk percentage of niveau werden de ereloonsupplementen van de ziekenhuizen bevroren? Kunt u daarvan een overzicht voor de afgelopen vijf jaar geven? Hoe wordt er gegarandeerd dat er geen grotere afdrachten worden gevraagd aan de artsen?
Wordt dat in kaart gebracht? Is er zicht op de afdracht door artsen en kunt u een overzicht geven per ziekenhuis? Is er de voorbije jaren een evolutie merkbaar en kunt u ook daar een overzicht van geven? Op welke manier wordt opgevolgd dat de vergoeding van artsen niet op een andere manier onder druk komt te staan, bijvoorbeeld door een vermindering van hun onkostenvergoeding? Is het volgens u billijk dat de ziekenhuizen met de hoogste supplementen nu een hoger budget hebben? Wanneer bent u van plan de maximale supplementen voor alle ziekenhuizen gelijk te trekken?
Hoe zult u ervoor zorgen dat de gaten die in de financiering ontstaan, worden bijgepast? Wil dat zeggen dat de ziekenhuizen die nu hogere supplementen vragen, later ook meer ondersteuning van de overheid zullen krijgen? Op welke manier zal worden nagegaan of ziekenhuizen een gezond financieel management voeren en op een verantwoorde manier omgaan met publieke middelen? Hoe zult u controleren dat de efficiëntieoefening niet ten koste gaat van de zorgkwaliteit en resulteert in een beter management?
Minister Frank Vandenbroucke:
U hebt vragen rond verschillende aspecten van de discussie over supplementen. Mijn administratie heeft inderdaad een viertal ziekenhuizen geïdentificeerd die mogelijk hun maximumtarieven voor ereloonsupplementen nog hebben verhoogd na het ingaan van de standstill. Ik zeg 'mogelijk', want er moet eigenlijk nog worden bekeken of de verhoging al dan niet plaats vond binnen de periode waarin de standstill op de ereloonsupplementen van toepassing was. Daarop gebeurt dus een zekere controle, maar ik heb geen resultaat van de concrete cases.
De afdrachtenregeling in de ziekenhuizen is voor de overheid nog moeilijker te controleren, omdat wij eigenlijk geen informatie op ziekenhuisniveau hebben om dat te volgen. We zijn dus afhankelijk van meldingen door bijvoorbeeld de medische raad van een ziekenhuis dat er problemen zijn met de standstill inzake afdrachten. We hebben op dit ogenblik alleszins nog geen meldingen ontvangen dat de standstill qua afdracht niet zou worden gerespecteerd.
Mevrouw Gijbels, heel in het algemeen, durf ik van hieruit bekeken absoluut niet te zeggen of ziekenhuizen die hogere supplementen vragen, ook over een hoger budget beschikken. U moet de afdrachten op honorariumsupplementen aan een ziekenhuis in relatie zetten tot de basisafdrachten op het honorarium aan conventietarief. Het zou dus bijvoorbeeld kunnen dat er een ziekenhuis is met veel supplementen, maar met relatief lage afdrachtpercentages op het honorarium. Dat compenseert elkaar dan natuurlijk in het budget van het ziekenhuis. Ik denk dat u dat dus niet zomaar kunt stellen. Wij zijn dus over al die kwesties in overleg.
Ik wil nu niet vooruitlopen, noch op het probleem van de supplementen in het algemeen in de ziekenhuizen, noch op de verlenging van de standstill of op de vraag of we naar een volgende fase kunnen overgaan. We moeten dan immers een financiering op tafel leggen waarbij we de supplementen duidelijk zouden verminderen.
Er is ook een discussie over supplementen in de ambulante sector. Ik heb gezegd dat ik in 2024 graag uitvoering zou geven aan de goedgekeurde wettekst die bepaalt dat in de ambulante sector supplementen voor patiënten met een verhoogde tegemoetkoming kunnen worden verboden en dat de modaliteiten in overleg moeten worden vastgesteld.
Ook in de discussie over de radiologie, de zware medische beeldvorming, zou ik relatief snel vooruit willen gaan. Dat is eigenlijk een geheel van discussies. Indien we willen inzetten op kwalitatieve zorg, is het niet onbelangrijk dat ik vooruitgang boek in een van de zes werven waarvoor ik voor de verkiezingen tot besluitvorming wil komen, namelijk de aanzienlijke versterking van de Pay for Performancestrategie in het licht van de ziekenhuishervorming.
Frieda Gijbels (N-VA):
Ik had veel vragen, maar ik krijg weinig antwoorden. Mijnheer de minister, ik word er niet veel wijzer uit. Dat is verontrustend, want men legt de ziekenhuizen maatregelen op, terwijl sommige al jaren inspanningen hebben geleverd om de ereloonsupplementen te beperken. Zij worden nu eigenlijk klemgezet, omdat ze zich aan dat werkingsbudget moeten houden, dat ze in het verleden hebben gepoogd te respecteren, terwijl ziekenhuizen die steeds hogere supplementen hebben gevraagd, nu duidelijk ook een hoger werkingsbudget hebben.
Het zou kunnen dat er hier en daar wat meer afdrachten zijn, maar dat kan het verschil echt niet verklaren. Ik noteer dat er zeer weinig inzicht is in het management van ziekenhuizen en in de manier waarop men met publieke middelen omgaat. Ik vind dat een pijnlijke zaak. Men moet uitzoeken hoe het komt dat de ziekenhuizen die het financieel het moeilijkst hebben, ook de hoogste supplementen vragen. Ik heb de indruk dat er iets niet in de haak is met het beleid van de ziekenhuizen. Het is grotendeels ook een communautair probleem.
De ziekenhuizen in Wallonië en Brussel zitten door de band genomen in slechtere papieren. Dat moet worden uitgezocht. Een en ander moet ook veel eerlijker verlopen. Ik vind het ook not done dat de standstill verlengd wordt zonder extra uitleg en inzicht. Ik hoop dat er snel werk wordt gemaakt van meer transparantie, want dat is de absolute basis om te evolueren naar een verantwoorde omgang met publieke middelen.
Het incident is gesloten.