Kamerlid
Kruimelpad
De evaluatie van de regeringsaanpak van de coronacrisis door de OESO - mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Het OESO-rapport stond in de laatste week voor het kerstreces online. Daarin worden een aantal aspecten van de aanpak van de coronacrisis onderzocht, maar zeker niet alles. Het is nochtans van belang dat zoveel mogelijk aspecten goed worden doorgelicht, net omdat er lessen te trekken zijn zodat we ons beter kunnen wapenen in de toekomst. Het rapport maakt ook niet duidelijk wat de federale regering zal doen om ervoor te zorgen dat we de volgende keer beter voorbereid zullen zijn.
Het rapport blijft ook vrij oppervlakkig. Zo werd er bijvoorbeeld niet onderzocht wat precies het gevolg is geweest van de trage opschaling van de testcapaciteit. Ook werd niet onderzocht wat de impact was van de ontbrekende strategische stock of van het ontbreken van een pandemieplan. Er werd evenmin onderzocht wat nu het nut is geweest van het CST (Covid Safe Ticket), waarover toch heel wat debat is geweest. Er werd weliswaar ingegaan op de noodzaak aan transparantie van data en heldere communicatie, maar er wordt dan weer niet geduid wat de gevolgen daarvan zijn geweest voor het beleid. Ook weten we niet wat de precieze gevolgen waren van de vertraging door de vele ad-hoc-organen, die onduidelijke bevoegdheden hadden, waardoor er heel wat geharrewar is ontstaan. Ook is er niet ingegaan op de verschillen in mortaliteit in de verschillende ziekenhuizen. We weten ook nog steeds niet hoeveel zorgverstrekkers eigenlijk getroffen werden door corona. Het rapport brengt dus al bij al weinig nieuws, het bevestigt vooral wat we al wisten.
Heeft het rapport voor u iets nieuws opgeleverd? Zo ja, wat is dat dan? Zult u verder onderzoek laten verrichten rond zaken als de teststrategie, het ontbreken van de strategische stock, de niet-transparante communicatie, de niet-transparante besluitvorming, de verschillen in ligduur en mortaliteit, het aantal getroffen zorgverleners, het feit dat de normale crisiscascade niet werd gevolgd, het ontbreken van een pandemieplan en de impact van al die aspecten? Op welke manier zult u garanderen dat geen enkel aspect onbelicht of onderbelicht blijft? Welke concrete acties zullen worden verbonden aan de bevindingen van het OESO-rapport? Waar kunnen we die terugvinden?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, uw vraag veronderstelt een zeer lang antwoord, maar ik zal heel synthetisch zijn.
Vooreerst, u vindt dat het rapport oppervlakkig is en weinig nieuws brengt. Ik nodig u uit om dat aan de vertegenwoordigers van de OESO zelf te zeggen. Zeg hun dat in hun gezicht. Ik hoop dat zij eens door het Parlement zullen worden uitgenodigd. Als u vindt dat het allemaal prulwerk is, gelieve dat aan hen te zeggen en te kijken wat zij daarvan denken. Zo klinkt het eigenlijk een beetje, eerlijk gezegd.
Ik denk dat het een zeer interessant rapport is, omdat het systematisch gegevens op een rij zet. Wij worden ook vergeleken met heel wat andere landen op een heel breed palet van beleidsproblematieken. Het rapport gaat over de economische en sociale maatregelen van de regering. Er is een heel hoofdstuk over onderwijs. In dat hoofdstuk over onderwijs ziet men bijvoorbeeld waar ons land zich situeert in vergelijking met andere landen inzake schoolsluitingen.
Men ziet ook commentaar die bijzonder nuttig is en overigens ook positief is over de manier waarop de ministers van Onderwijs zich hebben georganiseerd en over de samenhang tussen hen. Men ziet kritische commentaren over bepaalde aspecten van het gebeuren in de scholen en over de economische maatregelen die de federale regering heeft genomen. Dat is dus allemaal bijzonder interessant, omdat het ook zeer breed gaat.
Het was een brede crisis die de samenleving echt zwaar op de proef heeft gesteld en wij krijgen hiermee nu een zeer breed rapport waarin wij over al die dimensies ook internationale vergelijkingen krijgen, ook inzake mortaliteit bijvoorbeeld. Het zint u misschien niet dat wij hier niet per se overal slecht uitkomen, maar het is wel een objectief rapport.
Wij kunnen zeer veel leren uit het rapport. Het rapport zegt duidelijk dat wij in het begin onvoorbereid waren en dat de besluitvorming in het begin daardoor ook niet gemakkelijk verliep. Van een fase waarin er weinig consistentie was en een soms chaotische besluitvorming, zijn wij geleidelijk geëvolueerd naar een coherentere besluitvorming, waarbij ook met name in de tweede fase van de crisis duidelijk politiek leiderschap is getoond. Dat is een vaststelling van de OESO, die niet onkritisch is, maar ik wil persoonlijk vermijden om dat helemaal ten kwade te duiden van de vorige regering, die als eerste werd geconfronteerd met covid. Dat gebrek aan voorbereiding en soms een behoorlijk chaotische besluitvorming heeft men in alle landen wel gezien.
Een conclusie daaruit die wel getrokken wordt door de OESO, is dat wij in ons land nood hebben aan samenwerking over grenzen van disciplines, maar ook over grenzen van bevoegdheden heen. Wat het economisch aandeel betreft, beklemtoont de OESO bijvoorbeeld zeer sterk dat samenhangende en uniforme maatregelen belangrijk zijn voor heel België in een dergelijke situatie. U kunt daarvoor of daartegen zijn, ik geef het even mee, daar spreek ik mij zelfs niet over uit.
Wat ik wel deel uit het OESO-rapport, is de oproep tot samenwerking over alle bevoegdheidsniveaus heen in een dergelijke situatie. Meer in het algemeen, een zeer belangrijke les uit heel die episode is voor mij dat wij eigenlijk door de schok van de covidcrisis spontaan veel meer zijn gaan samenwerken met de deelstaten en de federale overheid, bijvoorbeeld in een zeer geslaagde vaccinatiecampagne, denk ik te mogen zeggen, met veel dank aan de collega's van de regionale overheden en ook aan de vele vrijwilligers en professionals die daarin meegedraaid hebben. Die samenwerking was buitengewoon belangrijk. In een geest van geïntegreerde zorg, ook buiten de context van een crisis, moeten we die samenwerking volgens mij doorzetten.
Men geeft duidelijk aan dat we goed gestroomlijnde structuren nodig hebben. Dat streven we na met ons werk aan het preparednessplan. U weet dat de Europese Commissie ook gevraagd heeft om een generic preparedness plan klaar te hebben. Dat moest in december ingediend worden en dat hebben we gedaan. Al vaak heb ik u gezegd dat een dergelijk plan niet zwart-wit is, aan zo'n plan wordt voortdurend gewerkt. Op het niveau van de FOD zal het belangrijk directoraat-generaal preparedness en respons worden opgericht, maar ook heel belangrijk is dat er ondertussen een zeer vlotte en bijna dagdagelijkse samenwerking en dialoog bestaat met de beleidsmensen van de deelstaten, bijvoorbeeld in de RMG, maar ook op andere niveaus. Dat is erg belangrijk om de machine gesmeerd te houden, als ik dat zo mag uitdrukken.
In grote snelheid overloop ik enkele andere punten. Wat de strategische stock betreft, zijn we al geruime tijd geleden echt goed in gang geschoten.Het is belangrijk dat het beleid inzake strategische stock zijn plaats van governance vindt in het nieuwe directoraat-generaal Preparedness and Response. We zullen daar ook een permanente cel voor de strategische stock installeren.
We hebben een zeer gedetailleerd voorstel van strategie omtrent de strategische stock voorgelegd in de federale regering. We zijn dat voorstel helemaal aan het implementeren. Dat vraagt wat tijd. We steken daar ook extra geld in. Het was inderdaad nodig om te komen tot een echt beleid inzake de strategische stock.
Over de teststrategie hebben we al vaak discussies gevoerd. Ik onderstreep dat we onze teststrategie als zodanig overigens ook hebben laten evalueren door het ECDC. Dat is nuttig geweest. Op een bepaald moment vroegen de collega’s in de IMC hiernaar. Er is dus niet alleen de review van de OESO, maar ook het ECDC heeft zich over onze teststrategie gebogen.
Het is inderdaad een heel belangrijke les dat men over een sterke surge capacity inzake testing moet beschikken. We zitten op kruissnelheid wat de ontplooiing van de surveillance betreft. Dat is natuurlijk ook een onderdeel van het verhaal.
Mevrouw Gijbels, we zouden hier nog heel lang kunnen spreken, maar ik beperk mij tot nog een algemene opmerking. De conclusie is niet alleen dat de overheid paraat moet kunnen ageren. Daar maken we werk van en volgens mij op een zeer consistente manier. De conclusie is ook dat in het gezondheids- en gezondheidszorgsysteem voldoende moet worden geïnvesteerd en dat noodzakelijke hervormingen moeten worden doorgevoerd. Het is belangrijk dat het systeem veerkrachtiger wordt. Voor mij is dat de missie.
We zullen daar trouwens over van gedachten wisselen in Parijs op 23 en 24 januari tijdens een belangrijke ministeriële conferentie in OESOverband over de veerkracht van onze gezondheidszorgsystemen en over de lessen die we uit de COVID-crisis trekken, conferentie die ik zal mogen voorzitten.
We trekken voor heel wat punten lessen uit het rapport. Hoe dan ook nodig ik u en het Parlement uit om de verantwoordelijke van de OESO daarover aan de tand te voelen en het aan te geven indien u het niet goed vindt.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, voor alle duidelijkheid, ik denk niet dat het OESO-rapport een slecht rapport is. Het is erg kritisch. Daarvoor is het wel nodig die 300 pagina's te lezen. Zoals u al aangaf, is het een erg breed rapport, waardoor het wat diepgang ontbeert. Mijns inziens hebben we de kans verkeken en hebben we te lang gewacht om in de diepte te gaan en de verschillende deelaspecten van de aanpak van de crisis goed te analyseren.
Ik maak graag de vergelijking met Nederland, waar de verschillende deelaspecten al in het begin van de crisis stuk voor stuk aan bod kwamen. In het rapport wordt ook melding gemaakt van een gebrek aan verantwoording door de regering tijdens de covidcrisis. Dat zijn erg belangrijke boodschappen, maar die worden alleen duidelijk door een volledige lezing van het rapport.
Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat de regering erop heeft gerekend dat de meeste mensen dat rapport niet volledig zouden lezen. De persconferentie en de samenvatting van het rapport weerspiegelen niet de inhoud ervan. Ik vind het dus erg jammer dat er aan cherrypicking wordt gedaan en dat men wat wel goed is gegaan, uithaalt, want dat is eigenlijk niet zo belangrijk. Het gaat me er ook niet om de vorige regering met de vinger te wijzen, dat doet niet ter zake. Het is echter voor de burgers, ons nageslacht en de volgende regeringen belangrijk dat men lessen trekt voor de toekomst en dat men die lessen verankert.
Er mogen geen taboes zijn en we moeten niemand met de vinger wijzen. Daar is niemand bij gebaat. Het is belangrijk om lessen te trekken uit dat rapport en dat wordt veel te weinig gedaan. Ik had veel concretere stappen verwacht. Ik kijk wel uit naar het pandemieplan, het preparednessplan. Ik had gehoopt dat dat er al zou zijn.
Het incident is gesloten.
Het volledig OESO-rapport is terug te vinden via https://www.oecd.org/governance/evaluation-of-belgium-s-covid-19-respon…