Kamerlid
Kruimelpad
De IFIC-inschaling van kinesitherapeuten - mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, er is al lange tijd heel wat te doen rond de IFIC-loonschalen. Kinesitherapeuten die in een ziekenhuis werken onder een werknemersstatuut, worden ingeschaald in IFIC 15. Dat voelt voor hen onrechtvaardig aan, zij argumenteren dat ze een masterdiploma hebben en dat er van hen toch ook wordt verwacht dat zij deelnemen aan wetenschappelijke studies of deze zelf initiëren.
Er worden steeds meer kinesitherapeuten ingezet in ziekenhuizen, aangezien ze een grote meerwaarde kunnen betekenen met betrekking tot een sneller herstel en een kortere verblijfsduur. Bij de IFIC-onderhandelingen werden de kinesitherapeuten echter blijkbaar helemaal niet betrokken. Ook bij de verpleegkundigen blijken er heel wat onbedoelde gevolgen te zijn van het IFIC-systeem, waardoor sommige afdelingen, bijvoorbeeld geriatrie, minder aantrekkelijk worden om er te werken en er dus een risico is van een sluiting van bedden of zelfs afdelingen, wat wij nu ook zien gebeuren. Wordt er een herziening van de IFIC-inschaling voorzien? Zo ja, wanneer? Welke problemen zullen dan met name worden onderzocht? Zult u erop aandringen dat ook de kinesitherapeuten betrokken worden wanneer de inschaling opnieuw wordt bekeken?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Gijbels, dit IFIC-functiemodel, met het classificatiesysteem en de eraan gekoppelde barema's, is opgezet door de sociale partners. Het beheer ervan komt dus ook volledig toe aan de sociale partners. De redenering er achter is dat het loon de tegenprestatie is van de uitvoering van het werk en het komt alleen de partijen bij de arbeidsovereenkomst, dus werkgever en werknemer, toe om het bedrag van de beloning en de bijhorende voorwaarden vast te stellen, op individueel niveau en indien van toepassing op sectoraal niveau.
De overheid is daarbij dus slechts zijdelings betrokken, als financier of, voor de publieke sector, door het sluiten van sociale akkoorden waarbij de financieringsvoorwaarden worden vastgelegd. IFIC is opgevat als een evolutief model. Ongeveer 10 % van de functies wordt jaarlijks herzien. De groep van functies die onderhouden wordt, wordt bepaald volgens de prioriteiten vastgesteld door de sociale partners bij IFIC vzw. Zij baseren zich daarvoor op informatie verstrekt van op het terrein, met input van functiehouders, HR-diensten of beroepsorganisaties. De onderhoudsaanvraag bij IFIC vzw kan gebeuren door de sociale partners of de beroepsorganisatie.
Indien men een wijziging van categorie noodzakelijk acht, kan men zich het beste wenden tot de sociale partners of een beroepsorganisatie. Eenmaal in onderhoud worden de aangeleverde informaties wetenschappelijk geanalyseerd. Op basis van deze wetenschappelijke analyse wordt dan besloten of er nood is aan verandering. De vzw IFIC gaat uit van de situatie zoals die daadwerkelijk bestaat op het terrein. Om dat te doen maakt de vzw gebruik van enquêtes, gestandaardiseerde interviews met werknemers en rondetafelgesprekken met de betrokken beroepsgroep.
Het onderzoek leidt niet per se tot een wijziging in een baremacategorie. De inhoud van de taken en de IFIC-functiebeschrijving worden gebruikt om een IFIC-score en –categorie te bepalen. Op basis daarvan wordt dan een barema toegewezen. U vindt de lijst met functies die nu worden onderhouden op de website van het IFIC.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, het probleem van de kinesisten is waarschijnlijk dat zij in het begin niet betrokken werden bij dat overleg en de inschaling en de oprichting van de IFIC-classificatie. Ik begrijp dat u zegt dat de beroepsorganisatie daartoe toegang moet vragen. Ik zal dat ook zo doorgeven. Hun argumenten lijken mij echter wel redelijk en ik zou het bijzonder jammer vinden indien de ziekenhuissector minder aantrekkelijk zou worden voor kinesisten.
We kunnen hen daar namelijk echt wel gebruiken, want ze betekenen een meerwaarde in de hele zorgketen. Ze laten immers niet enkel patiënten zich sneller beter voelen, maar vormen eveneens een meerwaarde voor de financiering van het ziekenhuis.
Het incident is gesloten.