Kamerlid
Kruimelpad
De nomenclatuur voor de door mondhygiënisten uitgevoerde taken - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 24 oktober 2023:
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, mijn vraag gaat over de nomenclatuur voor mondhygiënisten. Mondhygiënisten hebben toegang tot een beperkt deel van de tandheelkundige nomenclatuur, met name tandsteenverwijdering bij meerderjarigen en de zogenaamde verzegelingen. Mondhygiënisten zijn echter opgeleid en bevoegd om veel meer te doen.
Als wij willen dat zij een meerwaarde betekenen voor de volksgezondheid, dan moeten zij volgens mij hun competenties ook voluit kunnen uitoefenen. Tabakadvies, voedingsadvies, mondhygiënecontroles, poetsinstructies maar ook subgingivale reinigingen zijn daarbij belangrijk om de mondgezondheid van onze bevolking naar een hoger niveau te brengen. Consequent inzetten op het behouden van een gezonde mond en het beperken van grote ingrepen werken ook kostenbesparend.
Hoe ziet u de toekomst van de mondhygiënisten evolueren? Acht u het nodig om een nomenclatuur te voorzien voor de verschillende aktes in hun bevoegdheidspakket? Klopt het dat aanvullende verzekeringen niet tussenkomen in de aktes die worden verricht door mondhygiënisten en die nu buiten de nomenclatuur vallen? Als dat zo is, is dat voor u verdedigbaar? Zal u ingrijpen?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, voor het antwoord op uw eerste en tweede vraag kan ik verwijzen naar het koninklijk besluit van 28 maart 2018 over het beroep van mondhygiënist, meer bepaald de handelingen die de mondhygiënisten mogen uitvoeren. Het is belangrijk te benadrukken dat mondhygiënisten binnen hun bevoegdheden aktes hebben die in principe buiten de verplichte ziekteverzekering vallen, bijvoorbeeld het vervaardigen van een op maat gemaakte mondbeschermer of het bleken van tanden, en die zij buiten de verplichte ziekteverzekering kunnen aanrekenen aan de patiënt. Ik wil misverstanden daarover vermijden.
Voornoemd koninklijk besluit bepaalt anderzijds ook dat mondhygiënisten zelfstandig preventieve handelingen mogen uitvoeren. Het is niet de bedoeling om mondhygiënisten te beperken tot een tandheelkundige praktijk, maar om ook de mondpreventie in ziekenhuizen, woon-zorgcentra, rust- en verzorgingstehuizen, voorzieningen voor personen met een beperking of voorzieningen in de geestelijke gezondheidszorg te verbeteren.
In de begroting voor 2023 is een budget van 1 miljoen euro vrijgemaakt om de mondhygiënisten te integreren in de eerstelijnszorg. Het RIZIV en de partners zijn momenteel bezig met het definiëren van de hoofdlijnen van het project, dat erop gericht is tegemoet te komen aan de behoeften van de bevolkingsgroepen die het grootste risico lopen.
Op uw derde vraag zou ik willen antwoorden dat het aan de verzekeraars is om te beslissen wat zij aanvullend al dan niet terugbetalen. Daar kan ik niet echt commentaar op geven of op vooruitlopen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, u haalde het zelf al aan, eigenlijk moeten mondhygiënisten vooral worden ingezet voor de kwetsbare groepen in onze samenleving, zoals mensen met een handicap en mensen die verblijven in woon-zorgcentra. Daarvoor hebben wij echt een nomenclatuur nodig, zodat de behandelingen die de mondhygiënisten kunnen uitvoeren ook betaalbaar zijn voor die mensen. Sowieso is er meer nomenclatuur nodig dan er vandaag is, toch als wij de mondhygiënisten op een correcte manier willen inzetten en als wij hen niet in een grijze zone willen duwen. Daar zitten zij nu eigenlijk al. Zij moeten volop uitwegen zoeken om toch maar toegankelijke zorg te kunnen bieden.
Ik meen dat u ervan mag uitgaan dat zij nu voor een groot deel in een grijze zone werken. Men kan het hen moeilijk kwalijk nemen. Het alternatief is immers dat zij enkel zorg zouden kunnen bieden aan mensen die het kunnen betalen.
Het feit dat privéverzekeraars een onderscheid maken tussen behandelingen die door een mondhygiënist worden uitgevoerd en behandelingen die door een tandarts worden uitgevoerd, lijkt mij toch kwalijk. Het gaat erom dat het in principe dezelfde behandeling is, bijvoorbeeld een subgingivale reiniging. Die wordt nu wel terugbetaald als zij door een tandarts wordt uitgevoerd, maar niet als zij wordt uitgevoerd door een mondhygiënist. Ik meen dat dit geen wenselijke evolutie is. Ik wil er dus op aandringen dat u daar eens naar kijkt en dat u het er eens over hebt met bijvoorbeeld de ziekenfondsen die aanvullende verzekeringen aanbieden. Het is sowieso geen goede zaak als basiszorg in een aanvullend pakket zit. Ik meen dat het niet te verantwoorden is dat het om luxezorg zou gaan. Het lijkt mij alleszins een discriminatie om behandelingen wel terug te betalen wanneer zij door tandartsen worden uitgevoerd en niet wanneer zij door mondhygiënisten worden uitgevoerd.
Het incident is gesloten.