Kamerlid
Kruimelpad
De onderbemanning bij Sciensano - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 16 maart 2022:
05.01 Frieda Gijbels (N-VA):
In een artikel op de website Doorbraak.be heeft Sciensano aangegeven dat het niet tegemoet kan komen aan vragen van burgers en belangenverenigingen die gegevens en cijfers over de covidcrisis willen opvragen. Er wordt aangegeven dat het geen kwestie is van slechte wil, maar van een nijpend tekort aan personeel. Daarbij komt nog eens dat de Commissie voor Toegang tot Bestuursdocumenten (CTB) een grote tijd niet actief is geweest omdat de regering laattijdig de mandaten van de leden van de Commissie heeft vernieuwd, waardoor ze een tijdje haar functie als waakhond niet heeft kunnen waarnemen.
Zeker in een crisis is openheid en het actief delen van informatie van groot belang. Dat heeft de CTB ook eerder aangegeven op cijfers die door onze fractie werden opgevraagd bij Sciensano. Ook toen weigerde Sciensano die gegevens vrij te geven. Toen ging het over variatie in de ligduur en sterftecijfers per ziekenhuis.
De werklast is in tijden van crisis voor een instituut als Sciensano niet te vergelijken met de werklast in normale tijden. Het gaat er dan ook vooral om om op te schalen wanneer nodig, dus niet om continu of permanent op te schalen, maar alleen in een crisissituatie. Alleen op die manier kan er worden vermeden dat er enerzijds een te grote bemanning is in vredestijden en anderzijds een personeelstekort in crisistijden. Blijkbaar was een dergelijke opschaling niet voorzien, maar ondertussen duurt de crisis wel al twee jaar.
Welke maatregelen zijn genomen om de capaciteit van Sciensano te versterken?
Hoeveel voltijdse equivalenten zijn er – eventueel tijdelijk – bijkomend aan de slag sinds de aanvang van de crisis? Onder welke vorm zijn zij aangesteld?
Werden er samenwerkingsakkoorden gesloten met andere instellingen zoals universiteiten om de capaciteit te kunnen vergroten? Zo ja, welke?
Werden bepaalde taken gedelegeerd naar andere instellingen? Zo ja, welke? Indien nee, waarom niet?
Werd er een evaluatie gedaan van de performantie en de capaciteit van Sciensano tijdens deze crisis? Zo ja, wanneer werd die evaluatie gedaan? Wat is daarvan het resultaat?
Welke lessen werden getrokken om te implementeren in de toekomst, zodat een opschaling en voldoende capaciteit bekomen kunnen worden in tijden van een gezondheidscrisis?
Vindt u het aanvaardbaar dat Sciensano niet ingaat op vragen van burgers en instellingen? Indien nee, wat zult u ondernemen of hebt u ondernomen om te garanderen dat er antwoorden komen op de gestelde vragen? Zult u Sciensano hierop aanspreken of hebt u dat al gedaan?
Ten slotte, de mandaten van de leden van de CTB zijn ondertussen verlengd. Waarom heeft dat zo lang geduurd?
05.03 Minister Frank Vandenbroucke:
Wat uw eerste vraag betreft, in de zomer van 2020 stemde de regering in met de aanwerving van 45 personen om het personeelstekort op te vangen dat de algemeen directeur van Sciensano bij zijn aantreden op 1 januari 2020 had vastgesteld. Door de crisis werd dit tekort geschat op 110 voltijdse eenheden, ondraaglijk voor het personeel van Sciensano. De nieuwe personeelsleden werden met een contract voor onbepaalde duur aangeworven, omdat zij een structurele behoefte compenseerden. Ik heb een structureel budget van 2,3 miljoen euro verkregen, dat vanaf 2022 aan Sciensano wordt toegewezen.
Dan vraagt u hoeveel vte's er tijdelijk of bijkomend aan de slag zijn. Naast de structurele opdrachten van Sciensano, in het bijzonder de surveillances, zijn er ook 90 eenmalige onderzoeksprojecten aan de wetenschappelijke instelling toevertrouwd, bijvoorbeeld de analyse van seroprevalentie in uiteenlopende patiëntengroepen in rusthuizen en scholen, de monitoring van het afvalwater, bevolkingsenquêtes, barometers binnen de medische beroepen, doelmatigheidsanalyse van vaccins en andere. Voor die 90 tijdelijke projecten zijn er 48 medewerkers nodig. De meeste werden al aangeworven en beschikken over een contract van bepaalde duur.
Dan vraagt u of er samenwerkingsakkoorden werden afgesloten met andere instellingen zoals universiteiten. Inderdaad, een aantal van deze 90 tijdelijke covidprojecten wordt uitgevoerd in samenwerking met een instelling buiten Sciensano. Als u wilt, kan ik u de lijst doormailen. Dat is redelijk veel. Er is bijvoorbeeld een raamovereenkomst gesloten met de UHasselt voor de ontwikkeling van de modelering van de evolutie van de belangrijkste indicatoren in verband met de pandemie. De monitoring van het afvalwater gebeurt in samenwerking met de universiteiten van Gent, Atnwerpen en Namen, e-biom en SPGE. Samen met de UGent wordt een seroprevalentiestudie in rusthuizen uitgewerkt, enzovoort. Als u wilt, stuur ik u dit per mail, dan hebt u een meer exhaustief overzicht, mevrouw Gijbels.
Waarom werden bepaalde taken gedelegeerd en waarom niet?
Sciensano is tal van samenwerkingsverbanden aangegaan. Dat is niet alleen een kwestie van ontlasting van het personeel, maar ook van het aanvullen van bepaalde competenties die nodig zijn voor de uitvoering van die projecten. Let wel, de fundamentele surveillanceopdrachten blijven bij wet onder de bevoegdheid van Sciensano vallen.
U vroeg of er een evaluatie is gemaakt van de performantie van Sciensano enzovoort. In de afgelopen twee jaar heeft het personeel van Sciensano alle taken in verband met zijn talrijke opdrachten verricht, in het bijzonder de surveillance op elk gezondheidsgebied van mens en dier en op het gebied van het milieu.
Het gaat om meer dan 750 activiteiten en projecten die worden uitgevoerd door de vijf wetenschappelijke directies ten dienste van de autoriteiten, de belangrijkste stakeholders, hetFAVV, de FOD Volksgezondheid, het RIZIV, het FAGG, en de bevolking. Bovendien heeft Sciensano alle toezichthoudende taken op zich genomen, de verzameling en de analyse van gegevens, de rapportering in uiteenlopende vormen, het adviseren van de autoriteiten, het voorzitten van de RAG, het beantwoorden van intussen nagenoeg 750 parlementaire vragen, het formuleren van juridische antwoorden op klachten ten aanzien van de autoriteiten, het beantwoorden van talloze vragen van burgers over het CST, enzovoort.
U vraagt welke lessen werden getrokken. Wel, mijn kabinet, het coronacommissariaat, de administraties die onder mijn verantwoordelijkheid vallen en Sciensano werken op dit moment aan een structureel plan om de preparedness, de voorbereiding op mogelijke crisissen, te optimaliseren.
Uitgerekend een van de belangrijkste lessen van de gezondheidscrisis houdt verband met die aanpak. In tijden van crisis is het van het allergrootste belang te mobiliseren wat er al bestaat, maar natuurlijk in sterkere mate. Daarom is het van essentieel belang om nu te investeren in noodzakelijke kritische massa's in termen van deskundigheid en analytische instrumenten voor een efficiënt toezicht op alle gezondheidsrisico's.
Tot slot vraagt u of ik het aanvaardbaar vind dat Sciensano niet ingaat op vragen van burgers en instellingen. Mijn antwoord is het volgende. Idealiter moeten de middelen om de wet toe te passen inderdaad beschikbaar zijn. De Wet van 11 april 1994 inzake de openbaarheid van bestuur werd uitgevaardigd toen er nog geen sprake was van een gezondheidscrisis. Al deze vragen over de gegevens die samenhangen met de gezondheidscrisis, vormen, hoewel zij relevant en gerechtvaardigd zijn, een aanzienlijke hoeveelheid werk voor het personeel dat belast is met het verzamelen en het analyseren van die gegevens.
Ten behoeve van de transparantie en efficiëntie stelt Sciensano een zeer groot aantal gegevens ter beschikking van eenieder op zijn website, in de vorm van een dashboard, en daarnaast ook in de vorm van dagelijkse, wekelijkse en thematische rapporten. Op die manier tracht Sciensano alle belanghebbenden en belangstellenden de informatie te verstrekken waarover het als instituut beschikt. Sciensano is tijdelijk niet in staat gebleken alle vragen, waarvan sommige bijzonder uitvoerig en gedetailleerd zijn, te beantwoorden, maar dat betekent niet noodzakelijk dat meer personeel de enige oplossing is. Ik wil er op wijzen dat de werking van een instituut hoe dan ook in het gedrang komt vanaf een bepaald aantal vragen. Het is daarom van het grootste belang om voor elke openbare instelling een structurele oplossing te vinden, teneinde een goed evenwicht te verzekeren tussen een duurzame werking enerzijds en transparantie en openbaarheid anderzijds.
Ter informatie: Sciensano heeft voorrang gegeven aan de parlementaire vragen en heeft sinds juni 2020 op ongeveer 750 vragen een antwoord geboden.
05.04 Frieda Gijbels (N-VA):
U hebt het gehad over het preparedness-plan waaraan gewerkt wordt. Ik kijk er alvast naar uit. Ik hoop ook dat daarin verankerd wordt dat er een systeem wordt opgezet dat in een soort van raamovereenkomsten voorziet met verschillende universiteiten of andere instellingen, zodat in tijden van crisis meteen in bijkomende personeelsbehoeften kan worden voorzien mocht dat nodig blijken. Het bleek een heikel punt en er is lang gezocht naar hoe dat op de meest efficiënte manier kon worden aangepakt. Ik denk dat er verder ook regelmatig, samen met Sciensano en allerlei instellingen, moet worden geoefend op mogelijke toekomstige gezondheidscrisissen.
Ik heb heel specifiek gepeild naar de evaluatie van Sciensano met betrekking tot de performantie en de capaciteit. Ik betreur het ten zeerste dat ik daar geen duidelijk antwoord op heb gekregen. Er wordt een waslijst opgesomd van wat Sciensano zoal gedaan heeft tijdens de crisis. Dat was best veel, dat geef ik grif toe. Een heel belangrijke taak hebben ze echter niet kunnen uitvoeren, met name het delen van gegevens met burgers of met wie interesse had in bepaalde data.
Het CTB haalt ook aan dat het van essentieel belang is dat de data beschikbaar zijn. Dat het niet onmiddellijk kan, begrijp ik. Maar als Sciensano dan uitvluchten zoekt, zoals bijvoorbeeld personeelstekorten, terwijl u zelf aangeeft dat dit niet de grootste reden is dat bepaalde zaken niet konden gebeuren, vraag ik me af of er bij de hogere directie geen mentaliteitsprobleem is. Ik begrijp namelijk niet dat er voor zulke zaken, ondanks alle extra inzet van personeel en raamcontracten, geen tijd was in tijden van crisis, waarin het extra belangrijk is om transparant te zijn.
Ik begrijp ook niet dat er zo afwijzend wordt gereageerd op een doorlichting. Het is volgens mijna een crisis net essentieel voor zo'n belangrijk orgaan, dat zo'n grote rol heeft gespeeld, om te kijken naar wat er goed en minder goed is gegaan en naar wat de verbeterpunten zijn. Ik begrijp gewoon niet dat men niet aanvaardt dat dit nodig is. Elk bedrijf zou zo'n doorlichting met beide handen aannemen om eruit te leren. Ik vind het heel bijzonder en heel jammer dat dit bij een overheidsinstelling blijkbaar anders is.