De paramedische beroepen orthoptist en optometrist - Schriftelijke vraag aan minister Vandenbroucke

De paramedische beroepen orthoptist en optometrist (MV 36984C).

In 2019 werd er een koninklijk besluit uitgevaardigd voor het beroep van "orthoptist-optometrist", dat echter vernietigd werd door de Raad van State.

Dit jaar werd een nieuw koninklijk besluit uitgevaardigd dat de afzonderlijke paramedische beroepen "orthoptist" en "optometrist" reguleert. Ook worden een aantal overgangsmaatregelen voorzien waardoor huidige beroepsbeoefenaars zich in regel kunnen stellen.

Er werd ook een brief opgesteld waarin duiding wordt gegeven over de inhoud van het beroep van "opticien".

1. Wie een erkenning heeft van orthoptist-optometrist kan kiezen voor een erkenning als orthoptist en/of optometrist. Betekent dit dat men beide paramedische titels en disciplines kan combineren?
2. In de verduidelijkende brief over de rol van de opticien, wordt aangegeven dat de opticien "in principe" niet de ruimte deelt met een arts of paramedicus. Hoe moet die "in principe" worden geïnterpreteerd?
3. Vanuit de huidige optometristen horen we dat er voor hen geen ruimte meer zou zijn voor "visuele therapie"/optometrische oefeningen. Hoe ziet u dat juist?
4. Hoe schat u de impact van dit nieuwe koninklijk besluit in op het terrein? Welke impact zal dit hebben op de wachttijden bij de oftalmologen?

Antwoord op de parlementaire vraag nr. K 2176 van 7/6/2023 van mevrouw Gijbels

Het Geachte Lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

• Wie een erkenning heeft van orthoptist-optometrist kan kiezen voor een erkenning als orthoptist en/of optometrist. Betekent dit dat men beide paramedische titels en disciplines kan combineren?

Artikel 13 van het KB van 7 oktober 2022 betreffende de beroepen van orthoptist en optometrist sluit een cumulatie van de beroepstitels van orthoptist en optometrist niet uit.  Er is bepaald dat de personen die eerder, op grond van het koninklijk besluit van 27 februari 2019 betreffende het beroep van orthoptist-optometrist, een erkenning als orthoptist-optometrist hadden behaald, om een erkenning kunnen verzoeken voor het beroep van orthoptist en/of optometrist. 

Dergelijk verzoek dient te worden beschouwd in het licht van de gevolgde keuzeopleidingen en stages.  Indien daarbij door de bevoegde erkenningscommissie tekortkomingen met betrekking tot de opleiding worden vastgesteld, kan een nieuw verzoek worden ingediend, na te zijn geslaagd voor een aanvullende opleiding aan een door de bevoegde autoriteit opgerichte, gesubsidieerde of erkende instelling. De betreffende verzoeken tot erkenning kunnen tot uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van het KB van 7 oktober 2022 worden ingediend.

Het is de bevoegdheid van de gemeenschappen om deze dossiers te analyseren.

• In de verduidelijkende brief over de rol van de opticien, wordt aangegeven dat de opticien 'in principe' niet de ruimte deelt met een arts of paramedicus. Hoe moet die 'in principe' worden geïnterpreteerd?

Het beroep van opticien betreft geen gezondheidszorgberoep. Het draagt de voorkeur uit om de oogzorg zoveel mogelijk te scheiden van commerciële aspecten en -belangen (opticiens). Specifieke regelgeving aangaande het beroep van de opticien behoort niet tot mijn bevoegdheidsdomein.

• Vanuit de huidige optometristen horen we dat er voor hen geen ruimte meer zou zijn voor “visuele therapie"/optometrische oefeningen. Hoe ziet u dat juist?

De bijlagen aan het KB van 7 oktober 2022 beschrijven alle prestaties en handelingen die de orthoptist en optometrist mogen uitvoeren en onder welke voorwaarden. Indien deze niet terug te vinden zijn in de lijsten dan kunnen ze niet uitgevoerd worden of voorgeschreven worden door een oftalmoloog.

• Hoe schat u de impact van dit nieuwe KB in op het terrein? Welke impact zal dit hebben op de wachttijden bij de oftalmologen?

Het doel van het KB is om de toegang tot oogzorg via paramedici te verbreden en een kwaliteitsvolle oogzorg voor de bevolking te kunnen garanderen. Naarmate de eerste jaren verstrijken en de studenten uit de nieuw opgestelde richting afstuderen, zal dit doel steeds meer bereikt worden. Dit zal uiteindelijk het tekort aan gekwalificeerde gezondheidszorgbeoefenaars oplossen en de druk op de oftalmologen doen afnemen.

De Minister,

Frank VANDENBROUCKE