Kamerlid
Kruimelpad
De praktijkassistent - mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, praktijkassistent is een nieuw paramedisch beroep dat onder de MUG-wet zou vallen. De praktijkassistent kan tewerkgesteld worden in een huisartsenpraktijk of in een ziekenhuis, om er technisch ondersteunende medische taken uit te voeren, bijvoorbeeld veneuze bloedafnames bij personen die ouder zijn dan 5 jaar, het afnemen van verschillende staalafnames, of het maken van elektrocardiogrammen, naast administratief werk.
Volgens een recent advies van de Federale Raad en de Technische Commissie voor de Paramedische Beroepen zijn er nogal wat kanttekeningen te maken bij deze nieuwe beroepsgroep. Vooral de korte opleidingsduur maakt dat het volgens de FRPB-TCPB moeilijk zal zijn bepaalde voorziene handelingen uit te voeren. Zo is men bezorgd of er voldoende basiskennis zal zijn om de parameters juist af te nemen en om bloedafnames te kunnen doen. Ook was het blijkbaar niet duidelijk welke zorgberoepen precies kunnen delegeren naar een praktijkassistent. Vandaar de volgende vragen.
Welk gevolg hebt u gegeven aan de adviezen van de FRPB-TCPB? Werden alle adviezen opgevolgd? Graag een overzicht van de doorgevoerde wijzigingen
Waarin verschilt een praktijkassistent van een basisverpleegkundige? Waarom meent u dat er nog een extra zorgprofiel noodzakelijk is? Kunnen de beoogde taken niet door basisverpleegkundigen worden opgenomen?
Welke handelingen mag een praktijkassistent uitvoeren? Bestaat er een beschrijving van?
Wanneer wordt de publicatie van de uitvoeringsbesluiten verwacht?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, ik heb beloofd dat ik zou antwoorden, maar ik moet bekennen dat ik de voorbereiding op dat antwoord niet bij heb. Ik zal dus uit mijn hoofd en in grote lijnen moeten antwoorden.
Wij hebben inderdaad verschillende adviezen gekregen en we hebben geprobeerd om een pragmatische oplossing te vinden voor een paramedisch profiel waarvoor geen heel lange en uitgebreide scholing nodig is omdat men dan volgens ons een beetje het doel mist. Er is natuurlijk een heel groot verschil tussen een basisverpleegkundige en iemand die praktijkassistent zal zijn volgens dit profiel. De praktijkassistent zal een rol spelen op administratief en logistiek vlak, dus geen medische handelingen, maar wel met kennis van zaken over hoe een artsenpraktijk of ziekenhuis werkt.
Hij zal ook in eenvoudige contexten welbepaalde technische handelingen kunnen stellen, maar heel beperkt. Dat is heel verschillend van wat een basisverpleegkundige kan. Een deel van het debat over de basisverpleegkundige gaat ook over de noodzakelijke autonomie die we aan een basisverpleegkundige willen geven om zelfstandig te kunnen optreden in een breed domein. Dat is heel verschillend en gaat veel breder dan wat een praktijkassistent zal doen.
Ik denk dat het goed is dat men in een leerladder kleine stapjes voorziet, waarbij mensen kunnen toetreden met een niet al te omvangrijke leerinspanning, maar toch een bepaalde kwalificatie kunnen verwerven en de smaak te pakken kunnen krijgen in een welbepaald beroep in een welbepaalde sector en daarna misschien bijkomend willen leren. Ik ben een groot voorstander van dat zalmprincipe, van het omhoog kruipen op een ladder waarvan de sporten niet te ver uiteen staan.
Ik heb ook het gevoel dat het voorstel dat wij hebben gedaan heel sterk beantwoordt aan wat een grote groep huisartsen wenst. Het is geen geheim dat wij ons sterk hebben laten inspireren door bijvoorbeeld professor-emeritus Jan De Maeseneer en het werk dat hij daarrond heeft verricht vanuit zijn kennis van de huisartsgeneeskunde, maar ook door andere mensen. Ik denk dat wat we voorzien heel sterk beantwoordt aan de behoeften van de huisartsen. Als we op het vlak van kwalificaties veel hoger zouden hebben gegrepen, dan zaten we veel dichter in de buurt van een basisverpleegkundige. Dan weet ik niet waarom er dan ook nog een onderscheid met een basisverpleegkundige zou moeten worden gemaakt. Ik denk ook niet dat we het veld zouden hebben verruimd.
De timing van de uitvoeringsbesluiten ken ik niet direct uit mijn hoofd, maar ik hoop natuurlijk dat we die allemaal zo snel mogelijk zullen hebben gepubliceerd.
U weet dat het veld in Vlaanderen zich reeds organiseert voor opleidingen. Het is belangrijk dat die mensen niet alleen informeel maar ook formeel weten wat het profiel is. Ik geloof zeer sterk in dat laagdrempelige profiel, dat geen zeer uitgebreide scholing vraagt. Zo kan men die mensen de smaak geven van werken in de zorg.
Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben ook grote voorstander van die leerladder. Als die dan perspectief kan bieden om verder te studeren, eens ze de smaak te pakken hebben, is dat een goede zaak. Het is wel belangrijk om dat onderscheid heel scherp te stellen en om duidelijk te maken wat dat pakket precies inhoudt, want het is misschien ook gewoon door de onduidelijkheid – voorlopig nog – dat er wat ongerustheid is.
Ik lees dat bepaalde staalnames, bloednames en elektrocardiogrammen ook zouden worden toevertrouwd aan de praktijkassistenten. Dat veronderstelt toch een bepaalde medische of paramedische scholing. Ik vroeg mij in die zin af waar men de grens legt en wat dat pakket van die praktijkassistenten precies zal inhouden.
Ik kijk uit naar de uitvoeringsbesluiten. Ik zal u hierover desgevallend verder vragen stellen.
Het incident is gesloten.