
Kamerlid

De rol van de mondhygiënist en de terugbetaling van de verstrekkingen
Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, ik stel u graag een vraag naar aanleiding van de Wereld Mondgezondheidsdag, die ondertussen wel al meer dan een maand achter ons ligt. Op die dag wordt wereldwijd aandacht gevraagd voor het belang van een goede mondhygiëne. Mondhygiënisten spelen daarbij natuurlijk een belangrijke rol, onder andere door preventieve zorg te bieden en begeleiding te geven bij een correcte poetstechniek en voedingsadvies. In verschillende landen is het gebruikelijk dat mondhygiënisten een grote rol spelen in de preventie en de behandeling van tandproblemen. In ons land blijven hun bevoegdheden echter nog onderbenut. Slechts 2 van de 22 handelingen die zij mogen uitvoeren, namelijk tandsteenverwijdering en sealing bij kinderen, worden terugbetaald. Dat is natuurlijk jammer, zeker voor kwetsbare groepen, die het meest belang hebben bij een goede en laagdrempelige preventieve zorg. Ik heb u daarover eerder al vragen gesteld. Ik wil u echter nog een aantal bijkomende vragen of vervolgvragen stellen. Hebt u ondertussen bijkomende stappen ondernomen om het aantal terugbetaalde prestaties door mondhygiënisten uit te breiden? Meent u dat die terugbetaling aangewezen is? Zou er bijvoorbeeld voor mondhygiëne-instructies en voor voedings- en tabaksadvies nomenclatuur moeten komen? Meent u dat het klopt dat mondhygiënisten een grotere rol kunnen spelen in de preventieve mondzorg? Hoe beoordeelt u zelf de toegankelijkheid van mondhygiënisten voor de brede bevolking en specifiek voor kwetsbare groepen? In antwoord op de vraag die ik u in 2022 stelde, vertelde u dat in 2021 97 mondhygiënisten actief waren in België, voornamelijk in Vlaanderen, waar de opleiding eerder was gestart. Ondertussen zijn er echter ook afgestudeerde mondhygiënisten in de Franstalige gemeenschap. Zij komen natuurlijk ook op onze arbeidsmarkt. Daarover heb ik een aantal vragen. Hoeveel mondhygiënisten zijn er vandaag actief in België? Is er een duidelijke groei merkbaar in dat aantal? Kunt u een overzicht geven van het aantal actieve mondhygiënisten per deelstaat? Worden eventueel ook stappen ondernomen om het beroep aantrekkelijker te maken en meer mondhygiënisten op te leiden? Indien ja, welke stappen zijn dat?
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Gijbels, u weet dat we sinds 1 oktober 2022 verstrekkingen voor verzegeling en tandsteenreiniging terugbetalen als ze uitgevoerd worden door een mondhygiënist volgens de voorwaarden bepaald in de nomenclatuur. Die beslissing die werd genomen is op zichzelf een goede stap. Ik moet er wel aan toevoegen dat er in 2025 geen budget beschikbaar was binnen de sector tandheelkunde om nieuwe verstrekkingen in te voeren in artikel 5 van de nomenclatuur. Dat neemt echter niet weg dat het RIZIV nadenkt over hoe de preventieve competenties van mondhygiënisten beter kunnen worden geïntegreerd in specifieke projecten voor doelgroepen die meer nood hebben aan preventie. Wat betreft uw tweede vraag, dit type van specifieke verstrekkingen bestaat momenteel niet in de tandheelkundige nomenclatuur en er is nu ook geen budget om dat in te voeren. Het regeerakkoord voorziet echter in de uitwerking van interfederale plannen inzake tabak, alcohol en een perinataal zorgtraject voor kwetsbare vrouwen. We zouden moeten bekijken hoe we mondhygiënisten een rol kunnen geven in deze plannen. Ik vind dat een interessante piste en we moeten daarover nadenken. Waarom is dat interessant? Omdat we mondhygiënisten bij uitstek zien als mensen die een beroep uitoefenen in het kader van de geïntegreerde zorg ter bevordering van de algemene gezondheid en het algemeen welzijn, in interactie met andere actoren. Het gaat inderdaad om preventieve handelingen, waarbij men voorkomt dat mensen andere problemen krijgen. Ik zie daar dus wel een aantal dwarsverbanden waarrond we kunnen werken. U weet dat de mondhygiënist vandaag autonoom negen verschillende prestaties kan stellen in het kader van de uitvoering van maatregelen van preventieve geneeskunde. Ik verwijs daarvoor naar bijlage 1 van het koninklijk besluit van 28 maart 2018. Ik zal ze niet alle negen opsommen, maar u kent ze ongetwijfeld. De combinatie van die prestaties vormt in mijn ogen een eerste stap om toegankelijke preventieve geneeskunde mogelijk te maken en de mondgezondheid van onze burgers te verbeteren. Wat betreft uw vraag over het aantal actieve mondhygiënisten, is er wellicht een issue met de interpretatie van de cijfers. De cijfers die in 2022 gecommuniceerd werden, betroffen 97 mondhygiënisten die het recht hadden om het beroep uit te oefenen en niet de actieve mondhygiënisten. Het kadaster van gezondheidszorgbeoefenaars laat toe een evolutie van deze beroepsbeoefenaars te zien sinds 2021. Momenteel hebben 1.554 mondhygiënisten het recht om het beroep uit te oefenen. Van de 1.194 beoefenaars gedomicilieerd in België, behoren 893 toe tot de Vlaamse Gemeenschap en 302 tot de Franse Gemeenschap. Dat is een belangrijk verschil, maar we moeten daarbij noteren dat die opleiding pas recent wordt georganiseerd in de Franse Gemeenschap en dat een groot deel van de studenten in het Nederlandstalig onderwijs de Nederlandse nationaliteit hebben. Tegen het einde van dit jaar zullen de gegevens van het praktijkregister beschikbaar zijn en zullen we in staat zijn om beter de arbeidskracht van dit gezondheidsberoep te bepalen. De gegevens zullen ook meegenomen worden in de scenario's over de evolutie van het arbeidspotentieel in de tandheelkunde, die momenteel worden ontwikkeld door de Planningscommissie om de volgende quota voor tandartsen te bepalen. De Planningscommissie zal mij ter zake ook een advies geven. Het is dus een beetje moeilijk om de cijfers goed te interpreteren, maar ik heb geprobeerd u toch een update te geven. Ik wil vooral proberen in het kader van de planning een goede volgende stap te zetten, zodat we een beter zicht hebben op de realiteit ter zake.
Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, u vindt het duidelijk ook heel belangrijk dat die beroepsgroep een goede plaats krijgt in het mondzorglandschap. Op korte termijn kunnen ze ook wel iets betekenen als het gaat over wachtlijsten, ze kunnen tandartsen ondersteunen. We moeten het echter eerder op langere termijn bekijken. Ze moeten immers echt beschouwd worden als echte mondpreventiespecialisten en niet als hulpjes van tandartsen. In die zin zouden ze echt moeten worden ingezet om op langere termijn tandproblemen te voorkomen, waardoor tandartsen ook een ander takenpakket zullen krijgen. Ik denk daarbij zeker ook aan die kwetsbare groepen. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan mensen met een handicap en oudere mensen, voor wie mondhygiëne niet altijd even evident is. Zij kunnen echt wel voordeel halen uit de betere inzet van mondhygiënisten. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft onlangs nog aangestipt dat mondgezondheid een mensenrecht zou moeten zijn, dat ook hoger op de agenda zou moeten komen van alle landen. We moeten er absoluut op inzetten. Een goede planning, een goede inschatting van de workforce is inderdaad belangrijk, maar we moeten er echter echt voor zorgen dat ze vooral op de juiste manier worden ingezet. Ze moeten als specialisten in mondpreventie ook naar waarde worden geschat.
Bekijk het fragment: https://media.dekamer.be/meeting/56-018220-U0621/fragment/-tHyn6x06_Stt7x7eUYdFLnadU7ymQzdROo0g86D-_C4otKvXf0hODWYjcFJk6u6iU_KipuOskxwif6iNU1WJkL6DSsYx2qFuxkTaR4o7Ew
