Kamerlid
Kruimelpad
De uitgestelde zorg door de stijging van de covidopnames - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 19 oktober 2021:
15.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, Er bereiken ons steeds meer signalen dat reguliere zorg opnieuw dreigt uitgesteld te moeten worden door het toenemend aantal opnames van, vooral niet-gevaccineerde, covidpatiënten (o.a. in Het Laatste Nieuws, 10/09/2021). Ook in het verleden werd de reguliere zorg al uitgesteld om covidpatiënten de juiste zorgen en aandacht te geven. Wordt de schade ten gevolge van uitgestelde zorg gemeten? Zo ja, hoeveel ingrepen werden in 2020 en 2021 uitgesteld omwille van de covidpandemie? Hoe groot is de achterstand die werd opgelopen binnen de reguliere zorg? In welke disciplines en bij welke ingrepen is dit voornamelijk het geval? Is deze achterstand inmiddels weggewerkt? Indien dit niet het geval is, hoe kijkt u naar het feit dat vaak niet-gevaccineerde personen intensieve bedden innemen ten koste van gevaccineerde personen die wachten op reguliere zorg? Is er zicht op vermeden iatrogene schade? Wordt dit in kaart gebracht?
15.02 Minister Frank Vandenbroucke:
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Gijbels, het RIZIV heeft reeds drie rapporten opgesteld over de gecumuleerde uitgestelde zorg, die opgelopen werd door de golven tijdens de covidpandemie. In deze rapporten werd per categorie berekend hoeveel achterstand er werd opgelopen. De grootste achterstand werd opgelopen bij de nietessentiële ingrepen met 22,8 %. Bij de percutane coronaire interventies werd geen achterstand opgelopen. De recentst beschikbare ramingen gaan tot en met mei 2021. De rapporten zullen in de nabije toekomst worden gepubliceerd. Niet alleen het RIZIV maakt zulke rapporten, maar ook andere organisaties zoals de Stichting tegen Kanker. De meeste chirurgische disciplines hadden eind mei een gecumuleerde achterstand in prestaties tussen de 10 % en 15 % van de jaarproductie. Ze vertonen begin 2021 een inhaaltrend, met opnieuw een lichte toename van de achterstand vanaf april ten gevolge van de derde golf. De derde golf heeft beduidend minder impact op de zorgachterstanden gehad dan de twee voorgaande golven. Vooral de bloedvatenheelkunde met 28 % en de neus-, keelen oorheelkunde met 40 % hebben hoge achterstanden en tonen nog geen inhaaltrend. De thoracale heelkunde heeft globaal de minste achterstand. Op het niveau van de verstrekkingen kunnen vooral de achterstanden inzake bepaalde openhartoperaties, transplantaties en hemicolectomieën belangrijke consequenties hebben. Een recente internationale studie van Aubert in The Lancet geeft een schatting van het aantal verloren levensjaren ten gevolge van uitgestelde transplantaties in verschillende landen weer, waaronder België. Van januari tot en met maart van dit jaar tonen de chirurgische ingrepen een vrij aanzienlijke inhaalbeweging. De piek lag in de maand maart met 26 % meer niet-essentiële en 18 % meer essentiële chirurgische activiteiten ten opzichte van de ramingen op basis van de activiteiten in de referentiejaren 2018 en 2019. Voor de interne geneeskunde geven de beschikbare data aan dat de opgebouwde achterstanden in de pneumologie met 21 % en de geriatrie met 20 % aanzienlijk zijn en nog geen inhaalbeweging vertonen. Voor gastro-enterologie en neurologie ziet men een daling optreden vanaf december tot respectievelijk 11 % en 9 %. Voor de cardiologie is de opgebouwde achterstand met 3 % bijna volledig verdwenen. Voor de oncologie ziet men geen achterstanden op basis van de beschikbare data. Op het niveau van de verstrekkingen kunnen vooral de achterstanden inzake allogene beenmergtransplantaties en endoscopieën met bioptiename de prognose voor kankerpatiënten negatief beïnvloeden. Voor de psychiatrie bereikte de gecumuleerde zorgachterstand ten opzichte van precovid volgens de beschikbare ramingen een piek in november 2020. in die maand liep de geraamde zorgachterstand op tot 11 % in de algemene ziekenhuizen en 10 % in de psychiatrische ziekenhuizen. We zien dat vanaf december een inhaalbeweging op gang is gekomen. Deze stagneerde vanaf het begin van de derde golf. De gecumuleerde zorgachterstand eind mei nam af tot 8 % in de algemene ziekenhuizen en tot 6 % in de psychiatrische ziekenhuizen. Op uw laatste vraag is het antwoord dat we geen zicht hebben op de iatrogene schade, wel op verstrekkingen waarvan beschreven is dat eroveruse voorkomt.
15.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord, dat ik zeker nog eens zal nalezen in het verslag, aangezien u heel veel informatie hebt verstrekt en ik niet alles heb kunnen noteren. Heb ik juist begrepen dat de drie opgestelde rapporten nu nog niet raadpleegbaar zijn?
15.04 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, die rapporten zullen in de nabije toekomst worden gepubliceerd. Het verrast mij enigszins dat er nog geen enkel rapport publiek is. Ik meende namelijk dat de eerste rapporten wel al gepubliceerd waren. Ik laat het navragen door mijn medewerkster. In het voorbereid antwoord staat in ieder geval dat de rapporten in de nabije toekomst gepubliceerd zullen worden.
15.05 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik wil daarover gewoon zeggen dat ik het belangrijk vind dat zulke rapporten openbaar gepubliceerd worden.
15.06 Minister Frank Vandenbroucke:
Absoluut.
15.07 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, de achterstand is aanzienlijk, zo verneem ik uit uw antwoord. De vermeden iatrogene schade is natuurlijk een gevoelige kwestie. Ik denk dat het belangrijk is om dit op te volgen, met het oog op de uitbouw van een zo perfect mogelijke gezondheidszorg. We moeten een zicht krijgen op de iatrogene schade en daar moet een kosten-batenanalyse tegenover gesteld kunnen worden.