Kamerlid
Kruimelpad
De wachtdiensten in dunner bevolkte gebieden
Actuele vraag plenaire vergadering 6 juli 2023
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, als je ’s nachts geconfronteerd wordt met een medische noodsituatie, dan geeft dat stress. Dat geldt des te meer als je woont in een dunbevolkt gebied, zoals in Limburg. Door uw plan om enkel nog een volledig pakket aan subsidies te voorzien voor de hele grote huisartsenwachtposten zullen er toch wel wat moeten sluiten. Anders lopen ze centen mis. Het resultaat daarvan is dat burgers in best wat streken tot een uur zullen moeten rijden om een dokter te kunnen zien.
Er zullen drie of vier wachtposten open kunnen blijven in Limburg, voor bijna 900.000 mensen. Ik weet niet of u zich daar comfortabel bij voelt, maar ik in elk geval niet helemaal. Als iemand ’s nachts met een ziek kind op zoek moet naar een arts en moet kiezen tussen een uur rijden naar de eerste dokter van wacht of de dichtstbijzijnde spoeddienst, dan kunnen we niet verbaasd zijn als ze voor dat laatste zullen kiezen. Daardoor krijgt u wat u net niet wil, namelijk volle wachtkamers op de spoedgevallendienst.
Het wachtnummer 1733 is daarbij ook een belangrijke factor, met vriendelijke, maar vooral deskundige stemmen die onze burgers ’s nachts te woord staan en die aangeven of ze naar de huisarts of naar de spoedgevallendienst moeten gaan. In heel wat regio’s, bijvoorbeeld in Limburg, is dat nummer echter nog niet actief, laat staan dat er al een bindende triage is. Het minimum dat bepaalt of een wachtpost recht heeft op de volledige subsidie bedraagt 225.000 tot 300.000 mensen. Vindt u dat er voldoende onderbouwing is om vast te houden aan dat aantal? Wat zal u doen om ervoor te zorgen dat mensen ’s nachts snel een huisarts van wacht kunnen raadplegen? Is het volledig operationeel zijn van het wachtnummer 1733, met bindende triage, een voorwaarde om de nieuwe wachtorganisatie uit te rollen?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw de voorzitster, geachte leden, huisartsenwachtposten betekent dat huisartsen kunnen samenwerken om de wacht te organiseren. Dat betekent dat elke huisarts zelf minder wacht moet doen en dat hij die in een veilige omgeving kan organiseren. Dat betekent ook dat patiënten weten waar ze terechtkunnen. Goed georganiseerde huisartsenwachtposten vormen dus een essentiële schakel. We bouwen voort op principes die vastgelegd zijn in de vorige regering. Mevrouw Farih, het criterium van de 225.000 mensen is een beslissing die door de vorige regering werd genomen. Ik zit daar voor niets tussen. Als dat onaanvaardbaar is, dan had u dat in de vorige regering moeten zeggen. Het verschil is wel dat wij daar nu massaal geld in investeren. Wij investeren op dit ogenblik reeds twee keer zoveel in de ondersteuning van huisartsenwachtposten als in de vorige legislatuur. Het gaat nu om 48 miljoen euro en dat zal snel stijgen tot meer dan 70 miljoen euro. We zullen dus drie keer zoveel investeren in huisartsenwachtposten als was voorzien in de vorige legislatuur. Over de wijze waarop dat gebeurt, is er heel breed overleg gepleegd. Dit model is in de medicomut goedgekeurd door de huisartsen, de artsenspecialisten en de ziekenfondsen die daar deel van uitmaken. We hebben heel veel overlegd met de huisartsen, ook met de Limburgse. Dat geld gaat naar een goede verloning van de medewerkers van de wachtposten, naar een veilige werkomgeving, naar wagens met chauffeur voor de nachtelijke huisbezoeken en naar een goede infrastructuur. We geven ook veel zelfstandigheid aan de samenwerkingsverbanden van de wachtposten. We geven vertrouwen aan de huisartsen om dat zelf zo goed mogelijk te organiseren. Ze kunnen daarbij ook keuzes maken. We houden inderdaad ook rekening met de lokale context. Luxemburg is Brussel niet, Gent is Limburg niet, Ieper is Hasselt niet. De huisartsen zullen tijdens de diepe nacht hun wacht zelf kunnen inrichten, rekening houdend met de lokale situatie en de behoeften van de patiënten. Als zij tijdens de diepe nacht alle wachtposten willen openhouden, kan dat perfect. Ik weet niet waar u blijft halen dat dit verboden zou zijn. Dit kan perfect! Als ze tijdens de diepe nacht meer willen inzetten op huisbezoeken en niet alle wachtposten willen openhouden, dan kan dat ook perfect. Moeten er wachtposten sluiten? Neen, absoluut niet. Alle wachtposten kunnen openblijven. Overigens, tijdens de dag en de avonden verandert er niets. Tijdens de diepe nacht, als er minder patiëntencontacten zijn, is het aan de huisartsen om te beslissen, rekening houdend met de bevolking die bediend wordt, wat het beste scenario is. Het kan zijn dat men in een dunbevolkt gebied eerder kiest voor meer huisbezoeken tijdens de diepe nacht en in een dichtbevolkt gebied voor meer wachtposten tijdens de diepe nacht. Dat zijn echter keuzes die de artsen moeten maken. Wij willen ervoor zorgen, met die 70 miljoen euro aan investeringen, drie keer meer dan in de vorige legislatuur, met ook meer geld voor Limburg, dat huisartsen zo weinig mogelijk diepe nachten moeten doen. Wij willen ervoor zorgen dat patiënten ook tijdens de diepe nacht de garantie krijgen dat ze terechtkunnen bij een huisarts, op een toegankelijke manier. Zij zullen dus niet lang moeten rijden om bij de huisarts terecht te komen, ook niet in Limburg. Alle huisartsenwachtposten moeten samen nadenken over hoe ze willen samenwerken, vanuit een logica van investeren, versterken en hervormen, met als doelstelling werkbaar werk voor de huisartsen en goede zorg voor de patiënten. Mevrouw Gijbels, het is inderdaad ook heel belangrijk dat het nummer 1733 over heel Vlaanderen wordt uitgerold, als contactcentrum, als triagecentrum. Ik investeer ook daarin, samen met mijn collega Annelies Verlinden. Wij gaan miljoenen euro extra investeren, bovenop de bedragen die ik nu heb gegeven, om het nummer 1733 volledig uit te rollen. Dat is immers inderdaad essentieel om ervoor te zorgen dat patiënten op een goede manier georiënteerd worden, ofwel naar de spoeddienst van een ziekenhuis ofwel naar de wacht van een huisarts of eventueel de boodschap krijgen dat ze kunnen wachten tot de volgende dag, omdat het niet zo ernstig is om onmiddellijk iemand te zien. Wij investeren daar dus in. Huisartsen hebben keuzes. Er moeten geen wachtposten sluiten. Mensen zullen niet een uur moeten rijden.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, u kan geen goede dienstverlening forceren, door er een extra hoop geld over uit te gieten. Ik hoor dat het voorstel niet wordt gedragen door de sector. Ze hoeven misschien minder wachten te draaien door de nieuwe organisatie, maar huisartsen willen gewoon nabije zorg verlenen. Zij willen goed zorg dragen voor de mensen uit de buurt. Dat getal van 225.000 lijkt mij op weinig gebaseerd. Ik vraag dus om een en ander bij te sturen en werkbaar te maken. Mijnheer de minister, wij mogen de zorg niet ontmenselijken. Wij moeten ervoor zorgen dat de huisarts ook huisarts kan blijven en dat zorg op een correcte manier wordt gebruikt, zodat mensen niet worden geforceerd naar de spoeddiensten. Hoewel u immers aangeeft dat u dat niet zal doen en dat artsen ter zake een keuze kunnen maken, moet ik vaststellen dat zij die keuze eigenlijk niet hebben. U dwingt hen zich te organiseren in hele grote samenwerkingsverbanden, omdat zij anders centen mislopen. Dat kan u niet ontkennen. Dat is de foute incentive. De patiënt zal daarvan de dupe worden.
Het incident is gesloten.