Kamerlid
Kruimelpad
Erkenning medisch microbiologen - Schriftelijke vraag aan minister Vandenbroucke
8 juni 2021
! Deze vraag werd oorspronkelijk ingediend als mondelinge vraag in de commissie volksgezondheid op 8 juni 2021, maar werd op aanraden van de minister omgezet in een schriftelijke vraag !
Mijnheer de minister,
Er werd op 7 mei 2020 een MB uitgevaardigd omtrent de erkenning van medisch microbiologen.
Er blijkt bij de erkenningscommissie onduidelijkheid te zijn met betrekking tot de interpretatie van het ministeriële besluit wat betreft de klinisch biologen die minder dan 5 jaar zijn afgestudeerd. Eén van de overgangscriteria om erkend te kunnen worden als medisch microbioloog, is dat men arts-specialist is zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, 1°, van het hoger vermelde besluit en een ervaring kan aantonen van 5 jaar als arts-specialist die algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam en medisch actief in de klinische microbiologie gedurende de laatste 5 jaren, voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Klopt de interpretatie van de erkenningscommissie, dat men 5 jaar klinisch bioloog moet zijn om aanspraak te kunnen maken op een erkenning als medisch microbioloog? Kunnen voorafgaande relevante stages ook in rekening worden gebracht? Of volstaat het om 5 jaar arts-specialist te zijn, zoals in het MB wordt vermeld?
Hoe zit het met de klinisch biologen die minder dan 5 jaar zijn afgestudeerd versus het overgangscriterium dat er 5 jaar ervaring moet kunnen worden aangetoond voorafgaand aan de inwerkingtreding van het MB? Er stelt zich immers het probleem dat zij dan in de onmogelijkheid verkeren om hun erkenning aan te vragen. Kan u hierin duidelijkheid scheppen en zal u indien nodig het MB aanpassen?
Met dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
9 september 2021:
U vraagt naar de overgangsmaatregelen voor een erkenning van een nieuwe Belgische beroepskwalificatie “microbiologie” op basis van eerdere ervaring, expertise en reputatie. Voor alle duidelijkheid merk ik op dat elke arts klinisch bioloog het voorziene vormingsprogramma kan volgen in het kader van een goedgekeurd stageplan zoals bepaald in het Ministerieel besluit van 7 mei 2020 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van artsen-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de medische microbiologie, alsmede van stagemeesters en stagediensten. Het vormingstraject bedraagt 4 jaar, maar er kunnen geval per geval door de erkenningscommissies van de Gemeenschappen - op basis van eerder verworven competenties - vrijstellingen gegeven worden tot maximum de helft van de duurtijd.
Deze maximale vrijstellingen komen overeen met de Europese reglementering (artikel 25, 3, a van de Richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties 2005/36/EC) en met artikel 3/1 van het Ministerieel besluit van 23 april 2014 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van artsen-specialisten, stagemeesters en stagediensten. De nieuwe beroepstitel betreft immers een beroepstitel van bijlage V van de Richtlijn, waardoor de toekenning ervan ook recht geeft op mobiliteit van de klinisch microbioloog doorheen de Europese Unie. De Richtlijn heeft willen vermijden dat beroepstitels al te gemakkelijk worden toegekend door een Lidstaat en legt dus een minimale vormingsduur op. In deze context moet uiteraard heel voorzichtig omgesprongen worden met het toekennen van overgangsmaatregelen. Artikel 18 van het M.B. 7 mei 2020 vereist voor het toekennen van de erkenning op basis van eerdere ervaring, expertise en reputatie dat de arts specialist in de klinische biologie algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam en medisch actief gedurende de laatste 5 jaren voor de publicatie van het M.B. Daarnaast moet deze arts een reeks overtuigingstukken voorleggen. Onder meer inzake een gerealiseerde relevante gecombineerde klinische activiteit op diverse domeinen van de microbiologie gedurende de laatste 5 jaar. Deze laatste 5 jaar kan dan ook niet aanzien worden als een vormingscontext en slaat op activiteit van een reeds gekwalificeerde specialist.
Naar aanleiding van een contactname door de Vlaamse Gemeenschap, besprak de Hoge Raad van artsen-specialisten en van huisartsen deze problematiek tijdens de vergadering van 10 juni 2021. De Hoge Raad besliste vooreerst ook een reactie te vragen aan de erkenningscommissie en de administratie van de Fédération Wallonie-Bruxelles. Overgangsmaatregelen zullen altijd bij een bepaalde groep of voor individuele dossiers juist een iets te hoge drempel betekenen. De lat mag evenwel niet te laag gelegd worden voor het toekennen van een professionele kwalificatie die recht geeft op mobiliteit doorheen de Europese Unie en moet voldoen aan de bepalingen van de Richtlijn. Anderzijds hebben bepaalde jonge kandidaten de voorbije jaren reeds een grondige kwalitatieve vorming gevolgd en al een zekere ervaring opgebouwd.
Voor deze specifieke situatie van kandidaten die minder dan 5 jaar geleden zijn afgestudeerd staat mijn kabinet in nauw contact met de Hoge Raad artsen en de bevoegde diensten van de FOD Volksgezondheid om een correcte, gepaste oplossing trachten uit te werken. Het evenwicht moet gevonden worden tussen de vraag naar soepelheid en de bredere reglementaire context die een zekere rigiditeit vereist.