Kamerlid
Kruimelpad
Forensisch odontologen - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 19 oktober 2021:
13.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Niet zo heel bekend is dat bij rampen allerhande – denk maar aan de scheepsramp met de Herald of Free Enterprise, maar ook aan de aanslagen in Brussel of onlangs nog de overstromingen in Wallonië – tandartsen een grote rol spelen in de identificatie van slachtoffers. Er zijn verschillende manieren om slachtoffers te identificeren, maar identificatie aan de hand van het gebit is veruit de snelste en goedkoopste manier om een naam te kleven op een slachtoffer. Snelheid is in zulke rampomstandigheden van groot belang, aangezien de omgeving van de slachtoffers zo snel mogelijk duidelijkheid en zekerheid wil hebben. Als we tandartsen willen inschakelen bij de identificatie van slachtoffers, is het van belang dat er een goed en bruikbaar tandheelkundig dossier bestaat. De wet op patiëntenrechten schrijft voor dat een patiënt recht heeft op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier, maar niets bepaalt waaruit het dossier exact moet bestaan. Er is ook geen controle op en er zijn geen sancties, als het dossier niet in orde is. Het probleem bij de overstromingen in Wallonië was dat er vaak ook geen toegang meer was tot de patiëntendossiers, omdat veel tandartspraktijken overstroomd waren. Zulke scenario's moeten we in de toekomst absoluut vermijden. Wat is volgens u een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier? Moet dat niet beter gekaderd worden? Worden er niet beter minimumeisen gesteld? Dat is belangrijk voortandheelkundige identificatie, maar uiteraard ook in het kader van juridische aansprakelijkheid van de tandarts. Wat is uw houding ten opzichte van een centrale databank, al dan niet via eHealth, waarin ook tandheelkundige gegevens opgeslagen worden, uiteraard enkel toegankelijk voor de vaste zorgverstrekker en in uitzonderlijke gevallen ook voor de forensisch odontoloog? Aan welke voorwaarden moet een forensisch odontoloog vandaag voldoen? Zijn die voorwaarden volgens u voldoende of is een specifieke opleiding in de forensische tandheelkunde nodig?
13.02 Minister Frank Vandenbroucke:
Elke zorgverlener moet een dossier bijhouden voor elke patiënt die behandeld wordt. Als we het hebben over het zorgvuldig en veilig bewaren van een dossier, dan gaat het over de organisatie van de informatie in het dossier, die het mogelijk moet maken nuttige informatie op elk moment terug te vinden, en de noodzaak om het dossier op een plaats die voor niemand toegankelijk is, te bewaren en om maatregelen te nemen ter voorkoming dat het per ongeluk wordt beschadigd. Ik wijs er ook op dat, naast de wet op de patiëntenrechten, de wet van 22 april 2019 betreffende de kwaliteit van de zorgpraktijk bepaalt dat de Koning de minimuminhoud van het zorgdossier van elke beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg kan bepalen en voor elke beroepsgroep met het akkoord van de Ministerraad een datum vanaf wanneer het patiëntendossier in elektronisch formaat moet worden bijgehouden, voorschrijven. In dat geval zijn uiteraard ook maatregelen vereist voor de beveiliging van de toegang tot de informatie en de back-up van gegevens. De wet zal volgens de huidige planning op 1 juli 2022 in werking treden. Voor de ontwikkeling van een centrale databank met minimale tandheelkundige gegevens die alleen toegankelijk zouden zijn voor de forensische odontoloog in de specifieke context van een identificatieprocedure, zou de tussenkomst van de minister van Justitie vereist zijn. Ik wil er echter op wijzen dat nu reeds in de verschillende regio's van het land elektronische kluizen zijn ontwikkeld waarin elke individuele beroepsbeoefenaar zijn documenten kan uploaden. Die initiatieven zijn opgezet om de uitwisseling van informatie tussen beroepsbeoefenaren te vergemakkelijken en ze bieden ook de mogelijkheid tot back-up van documenten en raadpleging op afstand. Ten slotte moeten we toevoegen dat de forensische odontoloog niet over een eigen specifieke beroepskwalificatie beschikt. Artsspecialisten in de stomatologie hebben de mogelijkheid een bijkomende beroepskwalificatie gerechtelijke geneeskunde te behalen, maar een dergelijke doorgedreven vorming is niet vereist voor de meeste situaties en een dergelijke vereiste zou ook niet proportioneel zijn. Tandartsen hebben diverse beroepstitels zoals algemeen tandarts, orthodontie, parodontologie, maar er is geen aparte beroepstitel voor forensische tandheelkunde. De bestaande reglementering biedt wel een kader waardoor geïnteresseerde professionele artsen of tandartsen een eigen specifieke expertise kunnen aantonen, ontwikkelen en onderhouden. We vermelden het Nationaal Register van Gerechtsdeskundigen, zoals bepaald in het Gerechtelijk Wetboek, deel II, boek V inzake de gerechtsdeskundigen. Daarin worden criteria opgesomd inzake beroepsbekwaamheid en de nodige juridische kennis. Er is in permanente kwaliteitsbewaking voorzien, onder meer met een vereiste van continue vorming. Artikel 555/515 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet in een uitzonderingsprocedure voor spoedeisende gevallen of situaties waar een bepaalde expertise niet of onvoldoende voorkomt in het nationale register. Bestaande reglementering probeert dus zowel de kwaliteit als de nodige flexibiliteit te combineren.
13.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Wij staan aan de top op het vlak van forensische tandheelkunde. We zijn daar in België heel goed in en worden ook vaak ingeschakeld bij buitenlandse rampen, bijvoorbeeld bij de ramp met de MH17 en bij de tsunami. Toch geven de experten telkens weer aan dat ze op moeilijkheden botsen. Ik stel voor dat wanneer er verdere stappen worden gezet in verband met elektronische dossiers, ontsluiting van dossiers en de omstandigheden waarin dat gebeurt, er ook bij hen getoetst wordt hoe zij daartegenover staan en of zij nog verbeterpunten zien. Het is belangrijk dat ze zo snel mogelijk toegang hebben tot tandheelkundige gegevens om zo snel mogelijk een identificatie te kunnen doen. Vooral voor de omgeving van vermiste personen is dat heel belangrijk. Ik denk dat we in een land als het onze, met een zeer kwaliteitsvolle gezondheidszorg, hoge eisen mogen stellen aan de dossiers die over patiënten worden bijgehouden. Ik hoop dat daar de nodige aandacht naar zal blijven gaan