Kamerlid
Kruimelpad
Gegevensdeling met tandartsen - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 17 mei 2022:
07.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, wanneer een patiënt in een ziekenhuis wordt verpleegd, is er via bijvoorbeeld het Collaboratief Zorgplatform (CoZo) communicatie mogelijk tussen huisarts en specialist. Zo kunnen medische gegevens snel en veilig uitgewisseld worden. Voor tandartsen geldt dat niet. Tandartsen, die alle baat hebben bij kennis van de medische context van de patiënt, kunnen hier geen gebruik van maken, waardoor er een veel moeizamere communicatie is met ziekenhuizen bijvoorbeeld. Ik geef een klein voorbeeld uit eigen praktijk. Ik ben tandarts-parodontoloog. Af en toe moet ik een biopsie nemen van een letseltje in de mond. Als ik dat dan in het ziekenhuis laat analyseren, kan ik bijvoorbeeld niet aan het verslagprotocol van het onderzoek. Dat bemoeilijkt en vertraagt een en ander. Patiënten zitten vaak te wachten op de uitslag.
Waarom kunnen er tot vandaag nog geen medische gegevens uitgewisseld worden tussen tandarts en arts/specialist? Wat houdt de integratie van tandartsen in dergelijke systemen tegen? Hoe staat u tegenover de integratie van tandartsen in digitale samenwerkingsplatformen?
07.02 Minister Frank Vandenbroucke:
De wettelijke kaders in de wet betreffende de patiëntenrechten en in de kwaliteitswet voorzien in de mogelijkheid aan in het KB nr. 78 opgenomen zorgverstrekkers met een therapeutische relatie tot de betrokken persoon om toegang te krijgen tot informatie die nuttig en nodig is in het kader van de kwaliteit, de continuïteit en de veiligheid van de zorg. Dat geldt ook voor de tandartsen.
Indien de therapeutische relatie bekend is bij het e-Healthplatform en indien de betrokkene zijn informed consent heeft gegeven, is de informatie die via het hubmetahubsysteem ter beschikking is gesteld door de verschillende zorgverstrekkers, ook beschikbaar voor de tandarts, en dat op basis van de toegangsmatrix, goedgekeurd door het beheercomité van het e-Healthplatform en door het informatieveiligheidscomité. Voor een tandarts bevat dat toegang tot informatie over allergieën, medische risico's, medicatieschema, tandonderzoeken, journaalnota's en generieke laboresultaten.
De softwaresystemen die de tandarts gebruikt, moeten natuurlijk integreren met het hubmetahubsysteem. Voor de tandartsensoftware wordt op het moment gewerkt aan homologatiecriteria, die op het einde van dit jaar beschikbaar zouden zijn. Daarin is integratie met het hubmetahubsysteem opgenomen als een criterium. Het komt dan de tandarts toe om een gehomologeerd SW-pakket aan te schaffen of niet.
07.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Als ik u goed begrijp, wordt vanaf eind dit jaar een betere toegang tot dergelijke gegevens mogelijk. Die toegang is volgens mij essentieel. Het is dan ook jammer dat de realisatie ervan een tijd op zich heeft laten wachten. Mondzorg – het is ruimer dan tandzorg – moet naar mijn mening integraal deel uitmaken van de gezondheidszorg.
Dat pleidooi houd ik niet voor tandartsen, maar vooral omwille van de volksgezondheid. Er wordt alsmaar vaker een verband gezien tussen tandproblemen of mondproblemen en algemeneaandoeningen als alzheimer, diabetes en hart- en vaatziekten. De geïntegreerde zorg, waarbij alle muurtjes tussen zorgverstrekkers worden doorbroken, is daarom echt belangrijk. Daar hoort ook een eenvoudig communicatieplatform bij.
Ik ben heel benieuwd naar de nieuwe ontwikkelingen en ik zal er alleszins reclame voor maken bij mijn collega's, zodra die mogelijkheid bestaat. Ik denk dat wij er met zijn allen dankbaar gebruik van zullen maken.
07.04 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, ik ben het daar volmondig mee eens; u hebt absoluut gelijk. De homologatiecriteria zijn beloofd voor eind dit jaar. Vanaf dan kan de tandarts inderdaad aan de slag met een gehomologeerd softwarepakket.