Kamerlid
Kruimelpad
Het advies van het OMT in Nederland n.a.v. de inschatting van COVID-19 als 'endemisch' - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 14 maart 2023:
09.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het Nederlandse Outbreak Management Team (OMT) besliste onlangs om COVID-19 niet langer te beschouwen als een pandemie, maar als een endemisch virus. Maatregelen zoals testen, isolatie en de mondmaskerplicht in de zorg kunnen daardoor wegvallen. Het jongste advies van de RAG daarentegen adviseert een handhaving van de huidige regels. Meer specifiek gaat het om het recentste advies dat ik vond bij de opstelling van mijn vraag, mogelijk is dat ondertussen al veranderd.
Mijnheer de minister, hoe schat de RAG momenteel de situatie in? Is die ondertussen ook bij ons te beschouwen als endemisch? Vindt daaromtrent overleg plaats met de omringende landen? Overlegt de RAG bijvoorbeeld regelmatig met het OMT in Nederland?
Wat is volgens de RAG het moment om de situatie als endemisch te gaan beschouwen? Wat zou dat betekenen met betrekking tot de maatregelen?
Denkt u dat zorgverstrekkers ondertussen zelf kunnen beoordelen in welke omstandigheden een mondmasker zinvol is in een zorgcontext?
…
09.05 Minister Frank Vandenbroucke:
Mijnheer de voorzitter, ik zal eerst antwoorden op een element uit de vraag van mevrouw Rohonyi. Daarna kom ik tot mijn antwoord op de vraag van mevrouw Gijbels dat gelijkloopt met de andere vragen van mevrouw Rohonyi.
Madame Rohonyi, à l'échelle mondiale le SARS-CoV-2 continue de circuler. Le 27 janvier 2023, l'Organisation mondiale de la Santé (OMS) a évalué que le covid-19 constituait encore une urgence de santé publique de portée internationale, car la mortalité due au covid-19 à l'échelle mondiale est encore élevée par rapport aux autres infections respiratoires et parce qu'il n'est pas exclu que de nouveaux variants avec différentes propriétés biologiques émergent. Il est toujours important pour nous d'examiner avec attention les positions et analyses de l'OMS. Cette réponse de l'OMS concernant le niveau international constitue donc une donnée essentielle.
Voor België beoordeelt de RAG wekelijks de epidemiologische situatie van COVID-19.
Mevrouw Gijbels, in plaats van te beslissen of het virus wel of niet endemisch is, gebruikt de RAG een beheersinstrument om de epidemiologische situatie te beoordelen op basis van drie niveaus. Daarbij wordt op elk niveau gedefinieerd wat de relevante drempelwaarden zijn voor verschillende indicatoren. Het zijn die drempelwaarden die bepalen of men van het ene niveau naar een ander niveau gaat.
Op niveau 1 is de epidemiologische situatie onder controle.
Op niveau 2 wordt een stijgende virale circulatie vastgesteld die kan resulteren in een belasting van het gezondheidszorgsysteem.
Op niveau 3 is er sprake van een hoge virale circulatie met een risico op overbelasting van het gezondheidszorgsysteem.
Ik citeer uit het schema van de RAG voor België.
Op dit moment wordt de situatie op niveau 2 ingeschat, omdat de Sars-CoV-2-circulatie en de COVID-19-gerelateerde ziekenhuisopnamen op het ogenblik dat ik het antwoord liet schrijven eerder toenamen en veeleer bij niveau 2 aanleunden dan bij niveau 1. Dat is eigenlijk de manier waarop dat bekeken wordt. Ik kom dadelijk tot nog wat bredere beschouwingen.
Er is over die benadering geen specifiek overleg tussen de Belgische RAG en het Nederlandse OMT, maar de RAG houdt bij zijn wekelijkse evaluatie natuurlijk wel rekening met de situatie in de buurlanden. Er is ook overleg op Europees en op internationaal niveau, via het ECDC en via de WHO.
Ik kom nu tot uw andere vragen.
Wat nu volgt, is heel belangrijk. Ik was vanmiddag op de Raad van de ministers van Volksgezondheid. Daar zei de leidende ambtenaar van het ECDC juist hetzelfde: we kijken nu niet alleen naar COVID-19. Als we onze situatie beoordelen in termen van infecties die rondgaan met een impact op de luchtwegen, dan houden we ook rekening met andere luchtwegaandoeningen en maken we dus een ietwat ruimere beoordeling. Dit is wat men Europees aanraadt. We moeten dus niet alleen naar COVID-19 kijken, maar ook naar griep en naar RSV. Dat doen we ook in België.
Dat is ook de reden waarom een extra indicator wordt opgevolgd: het aantal huisartsenconsultaties voor griepverschijnselen. We zullen dat beheersinstrument, dat ondertussen wat breder kijkt wanneer die drie niveaus worden bepaald, de komende maanden verder evalueren met de bedoeling om tot een steeds meer geïntegreerde epidemiologische inschatting te komen.
Dat hangt samen met het toekomstige beleid inzake mondmaskers. Daarover liggen ideeën en adviezen voor, die naar die drie beheersniveaus verwijzen. Ze preciseren wat er op elk niveau dient te gebeuren. Daarover plegen de bevoegde ministers nu intens overleg met de betrokken sectoren: de ziekenhuissector, de woonzorgcentra, enzovoort. We willen immers komen tot een zeer gedragen stelsel van gerichte aanbevelingen – niet zozeer (algemene) verplichtingen – voor het gebruik van mondmaskers afhankelijk van het niveau van viruscirculatie. We ronden dat momenteel af. Ik hoop dan ook dat dat volgende week helemaal klaar is, zodat ik samen en eensgezind met de andere bevoegde ministers in de IMC een stelsel van aanbevelingen kan afronden. Dat stelsel is gebaseerd op dit beheersinstrument, waarbij we ons in België niet afvragen of we moeten spreken over een endemische of een pandemische situatie.
09.06 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik kan heel goed begrijpen dat men, als er een pandemie is die een grote belasting kan veroorzaken voor een ziekenhuis of de zorg in het algemeen, adviezen uitvaardigt en richtlijnen verspreidt, waardoor de bevolking zo weinig mogelijk risico loopt om elkaar te besmetten. Ik snap dat evenwel minder goed in een zorgcontext, omdat het zorgpersoneel het gewoon is met infecties om te gaan en aan infectiepreventie te doen. Zij weten toch perfect wat zij moeten doen om besmettingen te voorkomen. In die zin begrijp ik niet goed waarom de laatste maatregel inzake de mondmaskers nog altijd geldt in de zorgsector. Ik verneem dat er overleg zal plaatsvinden met de zorgsector. Het is heel positief dat de sector daarbij wordt betrokken. Ik veronderstel dat de sector zal aangeven dat hij dat perfect zelf kan inschatten en daarover beslissen.