Kamerlid
Kruimelpad
Het delen van weerdata door het KMI - Schriftelijke vraag aan staatssecretaris Dermine
14 juni 2022:
Mijnheer de staatssecretaris,
Het KMI deelt de gegevens van slechts enkele meetstations, terwijl het wel gegevens vergaart van meerdere stations.
Het is nochtans belangrijk om gedetailleerde informatie te bekomen over het hele grondgebied, zeker gezien we de laatste tijd toch extremere weersomstandigheden hebben meegemaakt. Ook wanneer bepaalde grote evenementen worden georganiseerd, is het in het kader van de veiligheid van belang dat er voldoende meetpunten worden gedeeld.
Het KMI zelf geeft aan dat ze via het WOW-netwerk met honderden (amateur-)weerstations weergegevens beschikbaar maken. Blijkbaar kan echter iedereen met een weerstation zich bij dit netwerk aansluiten. Wanneer dergelijk weerstation niet goed is opgesteld, zijn de data die worden verzameld niet betrouwbaar (bv. een meetstation tegen een muur geeft veel te hoge temperaturen).
Daarnaast is er het netwerk Meteo-be.net, met gestandaardiseerde meetstations, die verspreid zijn over heel België en een mooie dekkingsgraadbieden. Blijkbaar deelt het KMI deze gegevens niet openbaar.
Van hoeveel stations verzamelt en verwerkt het KMI de gegevens? Kan u de locaties meedelen?
Klopt het dat het KMI niet van alle weerstations de data die verzameld worden ook openbaar deelt? Wat is daarvan de reden?
Is het KMI bekend met het Meteo-net.be netwerk? Waarom wordt er geen gebruik gemaakt van de data van dit netwerk?
Acht u het WOW-netwerk en dus de data hiervan voldoende betrouwbaar?
Welke verbeterpunten ziet u? Welke initiatieven plant u omtrent de deling van weerdata?
Dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
7 oktober 2022:
1. Het KMI onderhoudt meerdere netwerken. Een eerste meetnetwerk, met een hoge tijdsresolutie (10 minuten), bestaat uit een reeks van hoogwaardige instrumenten die voldoen aan de eisen van de Wereld Meteorologische Organisatie. Het KMI beschikt over een vijftiental van deze AWS stations (Automatische WeerStations) op het terrein. Zij worden aangevuld door de AWS-netwerken van MeteoWing en skeyes, die met dezelfde tijdsresolutie werken en uit een twintigtal stations bestaan. Deze netwerken van automatische stations (MeteoWing en skeyes) werden onafhankelijk ontwikkeld vanaf de jaren 1950 en werden vervolgens gezamelijk met het KMI ontwikkeld in de jaren 1980.
Naast dit eerste atuomatische netwerk onderhoudt het KMI ook een manueel klimatologisch netwerk sinds het begin van de vorige eeuw. De waarnemingen binnen dit netwerk worden één keer per dag gedaan door vrijwillige waarnemers. Het aantal manuele klimatologische stations schommelde in de loop der tijd. Momenteel zijn er 155 actieve stations.
Na het inwerking treden van het Minamata-verdrag, dat het gebruik van kwik in thermometers verbiedt, en gezien de technologische ontwikkelingen en de toenemende moeilijkheid om waarnemers aan te werven, wordt geleidelijk een nieuw netwerk voor temperatuurwaarnemingen opgezet. Dit netwerk bestaat uit « Barani » stations die identiek zijn aan deze van het Meteo-BE.net netwerk (de lijst kan ook teruggevonden worden in de bijlage). Het voordeel van deze stations is dat ze niet duur zijn en dat ze iedere 10 minuten gegevens voorzien, net zoals de AWS stations hierboven vermeld. Op dit moment zijn er 52 « Barani » stations geïnstalleerd, waarvan er zich een aantal nog in testfase bevinden. De ervaring die wij de laatste jaren hebben opgedaan met de installatie van « Barani » stations is dat de sondes die de metingen verrichten regelmatig moeten worden vervangen, aangezien zij na verloop van tijd een significante afwijking vertonen die van invloed is op de kwaliteit van de metingen. Deze sondes moeten dan opnieuw gekalibreerd worden in ons ijklabo. Dit onderhoud brengt aanzienelijke kosten met zich mee, maar is absoluut noodzakelijk om betrouwbare gegevens te kunnen voorzien aan de gebruikers. We voorzien nog een honderdtal stations te installeren over het hele land, maar niet alleen Barani stations
Het KMI beschikt ook nog over neerslagdata afkomstig van de netwerken van de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM), van het Waterbouwkundig Laboratorium (MoW) en van de Service Publique Wallonie Mobilité et Infrastructures (SPWMI). Binnen een samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd dat het KMI de data van SPWMI controleert en corrigeert indien nodig. Hetzelfde geldt voor de data van de MoW. De data van de VMM worden niet gecorrigeerd door het KMI.
Aangezien sommige van deze stations zich op particuliere sites bevinden, is het niet altijd mogelijk hun exacte locatie mee te delen. Het moet geval per geval bekeken worden of dit mogelijk is, met inachtneming van de voorwaarden die door de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens worden opgelegd.
2. Sinds enkele decennia wordt het KMI aangemoedigd haar gegevens en diensten voor commerciële doeleinden te exploiteren, om op die manier haar autonomie te waarborgen en een aantal projecten te ondersteunen die inherent zijn aan de taken van het KMI. De meeste gegevens, gebruikt door het KMI, werden dus tot op heden tegen betaling aangeboden. Onze gegevens werden echter wel altijd gratis aangeboden aan onderzoeksactoren en studenten wanneer ze niet voor commerciële activiteiten gebruikt zouden worden.
Onlangs is een Europese richtlijn - de richtlijn van 20 juni 2019 inzake ‘open data’ en hergebruik van overheidsinformatie - in werking getreden. Deze richtlijn legt de nadruk op de vrije toegang tot gegevens en bevat een sectie over gegevens met een hoge toegevoegde waarde die door de meteorologische centra in Europa worden geproduceerd. Deze richtlijn moet nog worden omgezet op het federale niveau in België. De geleidelijke invoering ervan brengt niet alleen een verlies aan inkomsten met zich mee, met gevolgen voor de interne werking van het KMI, maar leidt ook tot extra werk. Zo moet er een portaal voor gegevensverwerking ontwikkeld en onderhouden worden, maar dient er ook ondersteuning te worden aangeboden aan de gebruikers van de gegevens en diensten.
Niettemin heeft het KMI het initiatief genomen om stelselmatig een portaal te ontwikkelen om te voldoen aan de verschillende vereisten van de Europese richtlijn. Op dit moment zijn er al een aantal datasets beschikbaar via dit portaal. Geleidelijk aan zullen ook de waarnemingen van alle netwerken van het KMI hieraan toegevoegd worden.
3. Het netwerk Meteo-be.net is een netwerk waarvan de installatie kadert binnen de activiteiten van een VZW die verschillende weeramateurs verenigt. Dit initiatief is zeer interessant omdat het toegang geeft tot een bepaalde hoeveelheid lokale meteorologische gegevens, als aanvulling op de gegevens die het KMI en andere meetnetten regelmatig verstrekken. Bij de installatie van de instrumenten van het Meteo-BE.net netwerk worden echter niet de normen gevolgd die zijn opgelegd door de Wereld Meteorologische Organisatie, die de meteorologische waarnemingen en de verspreiding daarvan op het niveau van de Verenigde Naties coördineert. Het Meteo-be.net netwerk levert dus gegevens van oncontroleerbare en waarschijnlijk ongelijke kwaliteit.
De gegevens van het netwerk van het KMI en van de netwerken van onze partners worden op een zodanige manier gecontroleerd dat we aan de autoriteiten en het publiek referentiegegevens van de hoogste kwaliteit kunnen verstrekken. Dit proces houdt in dat een professioneel team de gegevens elke dag controleert. Dit gebeurt niet rechtstreeks voor het Meteo-BE.net netwerk, waardoor het onmogelijk is de relevantie van deze waarnemingen op korte en lange termijn te beoordelen.
Een aantal gegevens van het Meteo-BE.net netwerk worden momenteel opgenomen in het WoW-platform van het KMI zodat ze kunnen gebruikt worden om meteorologische informatie te verstrekken voor het grote publiek.
4. Het WoW-netwerk is het platform van het KMI waarop meteorologische informatie afkomstig van particuliere stations wordt verzameld. Het doel van het WoW-netwerk is licht verschillend van dat van het meteo-be.net. WoW geeft aan iedereen de mogelijkheid de gegevens van zijn meteorologisch station te delen en om deze op een transparante manier te vergelijken met andere stations.
Het WoW initiatief is een samenwerking tussen verschillende nationale meteorologische diensten binnen Europa (Verenigd Koninkijk, Nederland, Zweden, Ierland), alsook Australië en Nieuw-Zeeland. Het initiatief werd gelanceerd door UK MetOffice (Verenigd Koninkrijk). Het WoW-netwerk moet eerder gezien worden als een wereldwijd dataplatform waarbij verschillende individuele (homogene) netwerken zich kunnen aansluiten. Zo zijn bijvoorbeeld het Vlinder-netwerk en het Leuven.cool netwerk, initiatieven van respectievelijk de Ugent en de KU Leuven, beschikbaar via het WoW-platform, net zoals sommige stations van het meteo-be.net netwerk. Daarnaast zijn er op het WoW-platform ook gegevens beschikbaar afkomstig van individuele meteorologische stations van particulieren. Alg gevolg van het gebruik van verschillende apparatuur en de specifieke plaatsing van de stations die niet altijd optimaal is, zijn de metingen van het WoW-netwerk van wisselende kwaliteit. Er is geen controle over de exacte locatie van de stations, maar we geven wel enkele aanbevelingen voor deze locatie op de WoW-website.
De metingen op het WoW-portaal worden gepresenteerd "zoals ze zijn", d.w.z. zonder correctie of verwijdering van foutieve waarden. Dit maakt deel uit van de strategie, want alleen dan heeft de deelnemer aan dit platform toegang tot de resultaten van directe metingen. Er kunnen wel maatregelen worden genomen als de gegevens onrealistisch blijken te zijn. Onze meteorologen gebruiken het WoW-platform in hun dagelijkse operationele activiteiten, maar zijn zich ook terdege bewust van de beperkingen ervan.
5. Op budgetair niveau is het KMI reeds bezig een portaal te ontwikkelen waar de meteorologische gegevens gratis ter beschikking zullen worden gesteld voor het grote publiek.Niettemin en zoals eerder reeds vermeld, vereist de invoering van zo’n dienst de ontwikkeling en het onderhoud van een portaal, waarvoor financiering nodig is die het verlies van inkomsten uit de commercialisering van gegevens en diensten overstijgt. Het toepassen van de richtlijnen inzake ‘open data en het hergebruik van overheidsinformatie’ heeft aanzienlijke gevolgen voor de budgetten waarover het KMI beschikt om een deel van zijn personeel en activiteiten te betalen. Financiële compensatie via de dotatie van het KMI is noodzakelijk om de gevolgen te beperken.
Op het niveau van de gegevens worden de waarnemingen van het WoW-netwerk momenteel verzameld en bijgehouden op een portaal dat door de meteorologen en klimatologen van het KMI geraadpleegd wordt. De kwaliteit van deze gegevens wordt dagelijks geëvalueerd aan de hand van een classificatie van de waarnemingen op basis van hun kwaliteit. Deze burgerwaarnemingen zullen in de toekomst op een meer intensieve manier gebruikt worden om tegemoet te komen aan verzoeken om klimaatinformatie van de overheid en het publiek, of om de kwaliteit van de weersvoorspellingen te verbeteren door de kennis van de begintoestand van de atmosfeer te vergroten in de voorspellingsmodellen. Deze initiatieven moeten onderhouden en versterkt worden.
Aangezien de leden van het Meteo-BE.net een aantal van hun gegevens op dit platform delen, zullen deze gegevens ook voor deze doeleinden worden gebruikt.
Er moet daarbij gewezen worden op het feit dat een uitbreiding van de waarnemingsnetwerken een toename in de kwaliteitscontrole van de gegevens vereist. Deze specifieke taak, die van essentieel belang is voor verder gebruik van de gegevens, vereist de ontwikkeling van nieuwe analysetools, maar ook de aanwerving van adequaat opgeleid personeel, met name specialisten in het gebruik van kunstmatige-intelligentie-tools. Het KMI investeert ook, samen met de academische partners, in ‘post-processing’-methodes die de globale kwaliteit van het WoW-netwerk kunnen verbeteren en die toelaten deze gegevens te gebruiken in het kader van wetenschappelijke studies en om het grote publiek te informeren. Zo is op dit moment bijvoorbeeld het project CS-MASK (participatieve gegevens voor atmosferische modellering op subkilometerschaal) lopende in samenwerking met de Ugent, alsook een gelijkaardige studie aan de KU Leuven om de metingen van het Leuven.cool netwerk te corrigeren. Binnen EUMETNET, een overkoepelende organisatie voor Europese meteorologische diensten, wordt momenteel een Europese studie uitgevoerd: Study A1.05 "R&D on quality control tools for observations from personal weather stations". Op lange termijn zullen deze verschillende initiatieven een nog betere kwaliteit van het WoW-platform garanderen.