Kamerlid
Kruimelpad
Het Klimaatcentrum - Mondelinge vraag aan staatssecretaris Dermine
Commissie Mobiliteit 1 maart 2023:
03.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de staatssecretaris, het nieuwe Klimaatcentrum is sinds kort van start gegaan. In uw beleidsnota kondigde u aan dat daarvoor een budget van 2 miljoen euro per jaar wordt uitgetrokken.
Hoeveel voltijdequivalenten (vte) worden er aangesteld in dit Klimaatcentrum? Wat is de doelstelling of zijn de doelstellingen van het Klimaatcentrum? Op welke manier zal het Klimaatcentrum worden geëvalueerd? Waarom kunnen die doelstellingen niet worden gerealiseerd binnen het KMI, wat logisch lijkt? Welke toegevoegde waarde heeft een dergelijk Klimaatcentrum in België, aangezien de klimaatproblematiek toch een globaal probleem betreft? Zal dit Klimaatcentrum ook openbare rapporten genereren? Volgens welk ritme? Waar zullen die te vinden zijn?
03.02 Staatssecretaris Thomas Dermine:
Mevrouw Gijbels, het Klimaatcentrum beschikt inderdaad over een jaarlijks budget van 2 miljoen euro en wordt geleid door twee vrouwelijke directeurs die eind vorig jaar benoemd werden. Ella Jamsin is de operationeel directeur die op 1 december in functie is getreden. Valerie Trouet van Arizona State University is de directeur Onderzoek die op 1 januari in functie is getreden.
Zij leiden het centrale team van een tiental personen dat de volgende activiteiten en diensten zal ontwikkelen: het onderhouden van betrekkingen met universiteiten en onderzoekscentra; de organisatie van seminars en andere wetenschappelijke activiteiten; de valorisatie van klimaatgerelateerde onderzoeksresultaten; een one-stop shop voor de informatiebehoeften van economische sectoren en overheden; een digitaal aanbod van high performance computing, alsmede een gegevensopslagcapaciteit; steun bij het zoeken naar internationale subsidies, met name op Europees niveau; steun voor deelname aan intergouvernementele organisaties en internationale onderzoeksprogramma’s.
Bovendien kunnen met hetzelfde budget een tiental posities voor promovendi worden gefinancierd, of andere onderzoekersstatuten.
Het Klimaatcentrum is opgericht om drie doelstellingen na te streven. De eerste doelstelling bestaat erin de bestaande middelen voor klimaatonderzoek te coördineren en te versterken tussen de FWI’s. Zo zijn er vandaag maar liefst 80 onderzoekers actief binnen de FWI’s in dit thema. De tweede doelstelling is een structurele samenwerking met universiteiten en onderzoekscentra tot stand brengen, met het oog op interdisciplinair onderzoek. De derde doelstelling is de ontwikkeling van klimaatdiensten als antwoord op de behoeften van beleidsmakers en sectoren.
Om de 3 à 4 jaar zal ook een externe audit plaatsvinden, die zowel betrekking heeft op de wetenschappelijke als op de bestuurlijke prestaties.
Zoals blijkt uit haar doelstellingen, overstijgen de activiteiten van het Klimaatcentrum de actieradius van het KMI.
Het lijkt me belangrijk dat de klimaatproblematiek van het meest lokale tot het meest mondiale niveau aangepakt wordt. De oprichting van een klimaatcentrum zal significante wetenschappelijke bijdragen leveren aan dit globaal probleem en heeft bijgevolg een toegevoegde waarde.
Het Klimaatcentrum is in zijn opstartfase en het zal aan de directeurs zijn om in overleg met het stuurcomité een communicatiestrategie tebepalen. Het Klimaatcentrum zal minstens een jaarlijks activiteitenverslag uitbrengen, maar ik raad het aan een uiterst transparant beleid te voeren met alle stakeholders van de processen.
03.03 Frieda Gijbels (N-VA): :
Dank u wel. Er wordt inderdaad heel veel onderzoek verricht naar de klimaatproblematiek, ook aan universiteiten en onderzoeksinstellingen als VITO. VITO heeft trouwens ook een klimaatteam dat overheden kan ondersteunen om klimaatbestendig te worden. Het zal vooral zaak zijn om niks dubbelop te doen. Ik hoop dat dit goed wordt bewaakt.
Ik betwijfel of er een apart centrum moet worden opgericht voor de coördinatie van al dat onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek blijft een gemeenschapsbevoegdheid. Het lijkt mij een grote bevoegdheidsoverschrijding. Dat er moet worden samengewerkt tussen onderzoeksinstellingen en universiteiten, daar ga ik volledig akkoord me, maar ik heb er echt mijn twijfels over of dit nodig is. Ik hoop dat dit meer is dan windowdressing en dat het inderdaad een meerwaarde kan betekenen.