Kamerlid
Kruimelpad
Het rapport over de kwaliteit van de stages van de ASO's - Mondelinge vrag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 18 april 2023:
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, de FOD Volksgezondheid heeft recentelijk de resultaten gepubliceerd van de nationale bevraging bij de artsen-specialisten in opleiding, de zogenaamde ASO’s, en hun stagemeesters, over de kwaliteit van de opleiding voor ASO’s in België.
Dat rapport legt een aantal pijnpunten bloot die voor een deel al bekend waren. Ook de Vlaamse Vereniging voor Arts-Specialisten in Opleiding, de VASO, trekt aan de alarmbel.
Zo komt in het rapport aan bod dat er niet wordt voorzien in tijd voor wetenschappelijke vorming, dat de begeleiding vaak te wensen overlaat en dat de wettelijke arbeidsduur vaak niet wordt gerespecteerd, wat de kwaliteit van de opleiding uiteraard ondergraaft. Dat blijkt ook uit het feit dat een vijfde van de ASO’s zegt zich niet bekwaam te voelen de gevraagde wachtdiensten uit te voeren.
Ik kom tot mijn vragen hierover.
Een van de bijkomende voorstellen van de ASO’s is de controle op de kwaliteit van de stages te laten uitvoeren door een onafhankelijk orgaan. Wat is uw mening over dat voorstel? Welke controles zijn er op dit moment al ingesteld? Hoeveel controles zijn er uitgevoerd? Wat is daarvan het resultaat? Plant u hervormingen op dat vlak?
Bij bijna de helft van de stageplaatsen blijkt er geen onafhankelijk vertrouwenspersoon te zijn, of weten de ASO’s niet wie dat is. Ik vind dat verontrustend. Welke initiatieven zijn ter zake genomen? Welke bijkomende initiatieven plant u?
U gaf eerder al aan dat er in mei en juni discussietafels komen over de knelpunten. Wie zal daarbij aanwezig zijn? Wat zullen de concrete onderwerpen zijn die daar besproken worden?
De voorzitster:
Mijnheer de minister, mag ik u vragen rekening te houden met de afwezigen en zo ruim mogelijk te antwoorden, ook op de vragen die niet mondeling gesteld zijn, zodat die mensen uw antwoorden in het verslag kunnen nalezen?
Minister Frank Vandenbroucke:
Ik zal dat doen. Het gaat dan om de antwoorden op de vragen van mevrouw Rohonyi en mevrouw Fonck.
Laat mij om te beginnen zeggen dat een goede evaluatie en een goede opvolging van de kwaliteit van de stages voor de opleiding van arts-specialist, erg belangrijk zijn voor de artsen-specialisten in opleiding, net als goede arbeids- en loonvoorwaarden overigens.
U weet dat inzake de arbeids- en loonvoorwaarden een belangrijke stap gezet is met de in mei 2021 afgesloten collectieve overeenkomst. Het is precies om een beter zicht te krijgen op de kwaliteit dat de FOD Volksgezondheid deze bevraging organiseerde bij zowel de ASO’s en hun stagemeesters als bij de coördinerende stagemeesters, met een heel grote responsgraad, en ook interessante bevindingen.
Natuurlijk mogen wij het daarbij niet laten. In mei zal een taskforce aan de slag gaan, met de bedoeling de algemene aanbevelingen die in het rapport werden opgenomen verder te concretiseren tot een actieplan, met aandacht voor de criteria die de kwaliteit van de stages stimuleren en ook met aandacht voor betere kwaliteitsindicatoren.
Verschillende betrokken partijen zullen worden uitgenodigd voor deze taskforce, namelijk de verenigingen voor artsen-specialisten in opleiding, de stagemeesters en de coördinerende stagemeesters van universitaire en perifere ziekenhuizen, de decanen, de leden van de Hoge Raad van Artsen-Specialisten en van Huisartsen, de opleidingscoördinatoren, de voorzitters van de erkenningscommissies en de leden van de administratie.
Er zal onder meer worden gewerkt rond de rollen en de verantwoordelijkheden van de verschillende actoren in de opleiding, het stimuleren van de kwaliteit van de opleiding in de stagediensten en de kwaliteitsevaluatie en opvolging van de stages, zodat een concreet actieplan kan worden opgemaakt.
De nood aan een onafhankelijk orgaan voor de controle van de kwaliteit van de stages kan ook worden onderzocht. Afhankelijk van de aard van het probleem moet vandaag worden aangeklopt bij de arbeidsinspectie, bij de gemeenschappen, of bij de FOD Volksgezondheid.
Gelet op de bevoegdheidsverdeling beschik ik niet over een alomvattend overzicht van het aantal procedures of klachten. Deze bevoegdheidsverdeling maakt het er voor de ASO’s natuurlijk ook niet gemakkelijk op.
Vandaar dat mijn administratie het initiatief heeft genomen dit bevattelijk toe te lichten op een specifieke website.
Nog dit, de resultaten van de enquête geven de situatie weer die bestond voor de implementatie van de in mei 2021 afgesloten collectieve overeenkomst. De artsen-specialisten in opleiding hebben de enquête eind 2021 ingevuld. Hun is gevraagd daarbij te refereren aan een stage in het academiejaar 2020-2021. Het is dus waarschijnlijk dat, indien de situatie vandaag bevraagd zou worden, de resultaten beter zouden zijn.
Bij de implementatie van de collectieve overeenkomst heb ik gevraagd deze na twee jaar te evalueren. Die evaluatie loopt nu binnen de nationale paritaire commissie Artsen-Ziekenhuizen, waarin de ASO’s inmiddels structureel vertegenwoordigd zijn. De toekomstige generatie artsen heeft een plek waar zij duidelijk haar stem kan laten horen.
De collectieve overeenkomst bepaalt dat een voltijdse tewerkstelling een arbeidsduur van 48 uur per week bedraagt. Een opt-out tot 60 uur is mogelijk volgens de wet van 12 december 2010, en dit aan een verhoogd uurloon.
In de evaluatie van de collectieve overeenkomst wordt eveneens bekeken of de voorwaarden inzake de arbeidsduur gerespecteerd worden. De collectieve overeenkomst bepaalt onder meer dat de contactgegevens van de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur voor psychosociale aspecten uitdrukkelijk worden vermeld
De opleidingsovereenkomsten zijn opgevraagd bij alle ziekenhuizen. Er wordt nagegaan of de vertrouwenspersonen in de overeenkomsten zijn opgenomen. Indien uit die evaluatie blijkt dat verdere opvolging nodig is, zullen wij dit natuurlijk voorleggen aan de taskforce Kwaliteit.
Dans le cadre de la convention collective du 19 mai 2021, plusieurs initiatives sont en cours, y compris l'outil d'enregistrement du temps. Avec cet outil, les médecins spécialistes en formation pourraient enregistrer indépendamment leur propres heures de travail, dans le but de déployer le système complet d'enregistrement des temps d'ici l'année académique 2023-2024. De plus, les conventions de stage de tous les hôpitaux belges ont été demandées et sont actuellement testées de manière substantielle au regard des exigences dela convention collective du 19 mai 2021. Ce contrôle supplémentaire devrait encourager les hôpitaux à les respecter afin de protéger les médecins spécialistes en formation.
Une amélioration de la protection sociale des médecins spécialistes en formation via l'augmentation du montant du statut social est apparue, après consultation des partenaires concernés, comme étant le choix le plus approprié. En ce sens, l'avantage social pour ce groupe a été augmenté par rapport au montant standard pour les médecins. Un budget de 5 millions d'euros a été réservé en vue d'une nouvelle augmentation supplémentaire pour l'année de cotisation 2023 lorsque cette prestation s'élèvera à 7 450,665 euros. Un projet d'arrêté royal à cet effet a reçu un avis positif du Comité de l'assurance de l'INAMI en date du 6 février dernier et poursuit actuellement le processus législatif.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, wat mij vooral verontrust in dit rapport, is dat men zegt dat die opleiding niet structureel opgevolgd wordt. De kwaliteit van de opleiding wordt niet opgevolgd. Er zijn dus ook geen verbeteringstrajecten. Het KCE heeft er al in 2018 op gewezen dat er problemen zijn.
Het feit dat wij achterlopen op andere landen wil toch zeggen dat wij snel ernstige stappen vooruit moeten zetten.
Er zijn ook nog andere bevragingen geweest bij de artsen in opleiding. Ik weet dat u op de hoogte bent van concrete, bestaande mistoestanden. Ik meen dat het nu uw taak is daar heel snel en heel concreet op in te grijpen, en zeker niets te laten voortbestaan dat niet wenselijk is.
Het grote probleem is dat er een scheve verhouding is tussen de examinator en de werkgever aan de ene kant en de student-werknemer aan de andere kant. Het is dan heel moeilijk om een opt-out niet te tekenen. Er wordt vaak veel druk op de studenten gelegd.
Ook is het een feit dat de ASO’s en de stagemeesters op een heel andere manier antwoorden op die enquête. Zij zien de dingen vaak heel anders. De stagemeesters zeggen bijvoorbeeld: hier zijn meldpunten waar studenten terechtkunnen, maar de artsen in opleiding weten dat vaak niet.
Ik meen dat dit aantoont dat er nog een grote kloof is tussen wat artsen in opleiding ervaren en wat hun stagemeesters ervaren. Dat onafhankelijke meldpunt is volgens mij echt wel heel cruciaal. Ik meen dat er komaf moet worden gemaakt met het feit dat er zoveel verschillende instanties zijn waar een arts zou terechtkunnen. Het moet heel helder en duidelijk zijn. Het moet goed geregistreerd zijn.
Ik heb gehoord dat er nog geen sociale inspecties zijn geweest en dat er maar weinig duidelijkheid is over het respecteren van de arbeidsduur. Ik hoop dat u daarover in overleg zult gaan met uw collega, minister Dermagne, om actie op het terrein te ondernemen.
Tot slot, ook een patiënt heeft recht op een arts die fit is, een arts die alert is. Ik meen dat daarover gewaakt moet worden. Het maakt ook deel uit van de patiëntenrechten dat alles goed loopt.
Het incident is gesloten.