Kamerlid
Kruimelpad
Kost federaal testplatform en aantal uitgevoerde testen - Schriftelijke vraag aan minister Vandenbroucke
7 september 2022:
Mijnheer de minister,
De 8 sites van het federaal testplatform zijn nog steeds operationeel. U weet echter dat ik betwijfel of de oprichting van het federaal testplatform überhaupt wel nodig was, aangezien de bestaande klinische laboratoria niet tijdig en niet ernstig werden betrokken in een georganiseerde opschaling van de testcapaciteit.
Het federale testplatform wordt op forfaitaire wijze gefinancierd en deze financiering werd twee keer teruggeschroefd. Nog steeds echter halen de meeste laboratoria het minimum aantal testen niet, waardoor er sprake is van een overfinanciering. Op eerdere vragen hieromtrent antwoordde u dat de overtollige middelen goed werden besteed, echter zonder verdere verduidelijking.
Vandaar volgende vragen:
Kan u een overzicht geven van de totale kost van het federaal testplatform sinds het begin van de oprichting? kan u dit opsplitsen per site?
Kan u een overzicht geven van het totaal aantal testen dat sinds het begin van de oprichting werd uitgevoerd door het federaal testplatform? Kan u dit opsplitsen per site?
Kan u een overzicht geven van de exacte overfinanciering in totaal, alsook de verdeling per site? Waarvoor werden deze middelen besteed?
Met dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
3 november 2022:
1. De kosten gerelateerd aan het federaal testplatform worden hieronder verduidelijkt aan de hand van 2 kostenposten:
Kosten met betrekking tot het testmateriaal, reagentia, consumables, equipment en logistiek;
Kosten met betrekking tot het uitvoeren van PCR-analyses.
Kosten met betrekking tot het testmateriaal, reagentia, consumables, equipment en logistiek.
De federale overheid komt tussen voor de kosten in reagentia, consumables, equipment, testmateriaal en andere kosten die aan de aankoop en het beheer hiervan verbonden zijn. Tot op heden heeft de federale overheid hierin 107 mio EUR geïnvesteerd om het federaal platform te laten functioneren:
2020: 48 mio EUR;
2021: 50 mio EUR;
2022: 9 mio EUR.
Momenteel bezit de federale overheid nog ca. 15 mio EUR aan niet-vervallen materiaal dat zowel centraal bij de logistieke speler als decentraal bij de labo’s beheerd wordt.
Bovenstaande middelen werden hoofdzakelijk besteed aan volgende componenten:
PCR equipment: De labo’s[1] kunnen gebruik maken van toestellen (bijv. Kingfishers, centrifuges, …) die door FOD Volksgezondheid in bruikleen aangeboden worden. De bruikleen geldt voor een periode van 5 jaar met als einddatum 30 november 2025. De toestellen blijven gedurende deze periode eigendom van FOD Volksgezondheid. De labo’s staan echter wel in voor de verzekering en het correct en tijdig onderhouden van de toestellen. Tot op heden werd de investering in deze toestellen bijgevolg voor 2/5e afgeschreven.
Reagentia, consumables en testmateriaal: De overheid heeft tot op heden substantieel geïnvesteerd in de aankoop van materiaal dat nodig is voor de opsporing van COVID-19 (bijv. reagentia, pipetten, …). Vanuit preparedness standpunt is er geopteerd om een aantal nieuwe overeenkomsten met leveranciers af te sluiten. Aan deze overeenkomsten is er evenwel geen enkele daadwerkelijke aankoopverplichting verbonden.
Logistieke dienstverlening: Voor het beheer en de verdeling van de stock van bovengenoemd materiaal werkt de federale overheid samen met een derde logistieke partij.
b) Kosten met betrekking tot het uitvoeren van PCR-analyses.
De kosten met betrekking tot het uitvoeren van PCR-analyses kunnen uitgesplitst worden in 4 componenten:
Eenmalige opstartkost
Maandelijkse vaste vergoeding
Maandelijkse variabele vergoeding
Maandelijkse vergoeding NRC (nationaal referentiecentrum) verbonden aan het Federaal Platform
Eenmalige opstartkost
Bij aanvang van de overeenkomst heeft het RIZIV een éénmalige vergoeding van maximaal 275.000 EUR voorzien per labo dat tot het Federaal Platform behoort, als vergoeding van de opstartkost (installatiekosten, infrastructuurkosten, aankoop van toestellen, …). Met uitzondering van ULiège (206.800 EUR) en UMons (274.568,98 EUR) hebben alle labo’s het volledige saldo van 275.000 EUR gekregen.
Voor de 8 labo’s van het Federaal Platform werd er bijgevolg 2.131.368,98 EUR toegekend om de opstart van de labo’s te financieren.
Maandelijkse vaste vergoeding
Tot en met eind september 2021 werd er vanuit de federale overheid een basisfinanciering van 2.000 testen per dag per labo voorzien. Dit impliceerde een vaste maandelijkse kost van 720.000 EUR per labo (2.000 testen tegen 12 EUR per test over een periode van 30 dagen).
Deze basisfinanciering werd – in onderling overleg met de labo’s van het Federaal Platform – reeds tweemaal verlaagd in lijn met de evolutie van de pandemie, het bijhorende testbeleid en het reëel aantal uitgevoerde testen op het Federaal Platform:
Vanaf 1 oktober 2021 werd deze basisfinanciering verminderd tot 750 testen per dag per labo. Dit impliceert momenteel een vaste maandelijkse kost van 270.000 EUR per labo (750 testen tegen 12 EUR per test over een periode van 30 dagen).
Vanaf 1 april 2022 werd deze basisfinanciering verminderd tot 200 testen per dag per labo. Dit impliceert momenteel een vaste maandelijkse kost van 72.000 EUR per labo (200 testen tegen 12 EUR per test over een periode van 30 dagen).
Maandelijkse variabele vergoeding
Naast de basisfinanciering wordt er maandelijks een variabele vergoeding per effectief geanalyseerde test voorzien. De prijs per test varieert naargelang het labo eigen analysemateriaal gebruikt (UZ Gent en UNamur) of gebruik maakt van door het federale overheid ter beschikking gesteld analysemateriaal (UCL, ULB, U Liège, KU Leuven, U Mons, UZ Antwerpen).
Labo’s met eigen materiaal: vergoeding van 32,96 EUR per test.
Labo’s met materiaal van de overheid: vergoeding van 29,96 EUR per test.
Als een labo minder dan het aantal vast vergoede testen per dag analyseert, wordt er 12 EUR per test afgetrokken van de bovenstaande vergoeding en wordt het totaalbedrag opgeteld bij de basisfinanciering. Als een labo meer dan het aantal vast vergoede testen per dag analyseert, wordt de basisfinanciering mindering gebracht van het totale bedrag (aantal testen x variabele vergoeding).
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de totale vergoeding per labo, rekening houdend met de verschillende mechanismen (basisfinanciering en variabele vergoeding).
[1] UZ Gent en UNamur maken momenteel geen gebruik van het aangeboden materiaal.
Tabel
Maandelijkse vergoeding NRC (nationaal referentiecentrum) verbonden aan het Federaal Platform
Het UZ Leuven ontvangt als geassocieerd laboratorium van het Nationaal Referentiecentrum binnen het Federaal Platform, van het RIZIV maandelijks ook 20.500 EUR als vergoeding voor het onderzoek en het aanleveren van expertise voor systemen van kwaliteitsbewaking, validatie van specifiek materiaal en toezicht op de overkoepelende organisatie van de processen in het kader van hun rol. Het federaal platform is ondertussen 31 maanden actief, wat resulteert in een kost van 635.500 EUR (31 x 20.500 EUR).
Tabel
3. De verschillende kosten die in punt 1 besproken worden, werden besteed om dagelijks een grote testcapaciteit te voorzien verspreid over de verschillende labo’s van het federaal platform. Volgens de oorspronkelijke conventie, ontvingen de labo’s een vaste vergoeding overeenkomend met de personeelskost om per site dagelijks 2.000 testen te analyseren, samen 16.000 testen per dag of 112.000 testen per week. Contractueel stond hier tegenover dat er per site een gegarandeerde testcapaciteit van 7.000 testen per dag per site aanwezig was. Deze testcapaciteit van samen 56.000 testen per dag was een belangrijke risicodekking in een landschap waarbij er nog onvoldoende testcapaciteit voorhanden was om een goede teststrategie te kunnen toepassen.
Na een nieuwe evaluatie van de epidemiologische situatie, de nood aan testcapaciteit in functie van de evoluties buiten het federaal platform en het reële aantal uitgevoerde testen binnen het federaal platform, werd de vaste personeelskost in een eerste wijziginsclausule verlaagd naar 750 testen testen per dag per site, samen 6.000 testen per dag of 42.000 per week. Tot slot werd er naar aanleiding van een nieuwe evaluatie in april 2022 een tweede wijzigingsclausule afgesloten, waarbij de vaste vergoeding, overeenkomend met de personeelskost voor het minimaal aantal testen verlaagd werd naar 200 testen per dag per site, samen 1.600 testen per dag of 11.200 testen per week.
Deze minimum capaciteit en vergoeding was noodzakelijk om bij een volgende infectiegolf of veranderende teststrategie (reizigersverkeer, culturele evenementen, …) snel op te kunnen schalen. Opdat deze opschaling verzekerd kon worden, was er niet alleen nood aan voldoende reagentia en toestellen, maar ook aan voldoende opgeleid en getraind personeel. De basisvergoeding van 12 EUR per test, werd toegewezen aan de labo’s om steeds voldoende opgeleid en getraind personeel te voorzien.
Tabel
Tabel
Tabel
Tabel
Er werd in totaal ongeveer 36 mio EUR uitgegeven aan personeelskosten voor testen die niet werden uitgevoerd. Wanneer we dit bedrag bekijken ten opzichte van de totale uitgaven aan PCR testen buiten het federaal platform, zijnde ongeveer 912 mio EUR, zien we dat de totale overfinanciering ongeveer 3,9% van de uitgaven aan PCR-testen buiten het federaal platform uitmaakt.
Tabel
Tegenover de kosten in bovenstaande tabellen staat de contractuele verbintenis met de labo’s om steeds te voorzien in voldoende personeel dat klaar is om bij een volgende infectiegolf of andere reden van verhoogde benutting van de testcapaciteit de testen op een snelle en kwalitatieve manier uit te voeren. Het aanwerven van geschikt en voldoende personeel is een proces dat veel tijd in beslag neemt, eens het personeel aangeworven is, blijft dit een vaste kost voor de laboratoria. Hiervoor was het noodzakelijk dat er voorzien werd in een vaste financiering van deze kost om deze werking met specifieke doeleinden van buffercapaciteit mogelijk te maken. Tussen 26 oktober 2022 en 23 november 2022 zullen de individuele conventies met de labo’s aflopen en niet langer verlengd worden.
Voor informatie inzake de tabellen kunt u ons contacteren.