Kamerlid
Kruimelpad
Major trauma centres - Schriftelijke vraag aan minister Vandenbroucke
02/06/2020 (De Block) en 13/10/2020 (Vandenbroucke)
Geachte mijnheer de minister
In 2017 verscheen een rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) over de opvang van patiënten die slachtoffer zijn van een zwaar trauma. Er werd hierbij een vergelijking gemaakt met het buitenland, waar major trauma centres (MTC) zich 24u/24u toeleggen op het opvangen en behandelen van deze patiënten. In Nederland zijn er elf dergelijke MTC's, die elk een bevolking van 1,5 miljoen mensen bedienen. De bedoeling van deze MTC's is continu de nodig apparatuur, expertise en bestaffing te kunnen aanbieden om ernstige traumata adequaat te kunnen behandelen. Als richtlijn stelde het KCE voor om vier à zeven MTC's op te richten in ons land, met een bediening van 1,5 à 2,5 miljoen burgers elk en een transporttijd van minder dan 45 minuten. Essentieel voor een goede werking van de MTC's is uiteraard dat er een gestandaardiseerde triage gebeurt door de mobiele interventie-eenheden om de ernst van een trauma in te schatten en dat er duidelijke protocollen bestaan die bepalen of een patiënt al dan niet naar een MTC moet worden getransporteerd. Deze schakels stonden in 2017 nog niet op punt. Er was nog geen gemeenschappelijk triagesysteem, er was bovendien geen traumaregister. Ondertussen hebben enkele ziekenhuizen een internationale erkenning als MTC gekregen.
1. Op welke criteria is dergelijke internationale erkenning gebaseerd? Is deze erkenning dezelfde voor alle ziekenhuizen?
2. Welke ziekenhuizen zijn ondertussen erkend als MTC?
3. Welke ziekenhuizen zijn bezig met een traject dat moet leiden tot erkenning als MTC?
4. Op welke plaatsen is er nog een MTC nodig?
5. Is er ondertussen een gemeenschappelijk triagesysteem?
6. Is er een traumaregister? Indien ja, wordt dit dan standaard bijgehouden?
7. Staat het traumaprotocol (van MUG tot revalidatie) ondertussen op punt? Indien niet, wat is hiervan de tijdslijn?
Alvast dank bij voorbaat voor uw antwoord.
Hoogachtend
Frieda Gijbels
18/03/2021: Antwoord van minister Vandenbroucke op de parlementaire vraag nr. K56 van 5/11/2020 van mevrouw Gijbels
Het Geachte Lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
Er zijn verschillende internationale erkenningen waarvoor enkele ziekenhuizen een aanvraag ingediend hebben en deze ook gekregen hebben. Twee voorbeelden zijn Deutsche Gesellschaft für Unfallchirurgie en de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie. Afhankelijk van de internationale erkenning die de ziekenhuizen wilden bekomen, zijn de criteria anders. Daarnaast zijn er ook erkenningen in verschillende niveaus, waardoor de criteria ook op dat vlak nog kunnen verschillen.
Ik ben ervan op de hoogte dat er enkele ziekenhuizen zijn die een internationale erkenning verkregen hebben, maar omdat dit geen erkenning is die uitgaat vanuit mijn administraties, kan ik hiervan geen exhaustieve lijst geven.
Vermits de erkenningen niet uitgaan van de federale overheid, heb ik geen zicht op welke ziekenhuizen zicht op dit moment voorbereiden om een internationale erkenning als MTC te verwerven.
Zoals reeds hierboven vermeld, beschik ik niet over een lijst met ziekenhuizen die een internationale erkenning als MTC ontvangen hebben, daarom is een antwoord op deze vraag niet mogelijk. Ik kan u wel informeren over de bevinding uit het KCE rapport, daarin wordt gesteld dat er op basis van voorbeelden in andere landen en van de ramingen van de incidentie van ernstige trauma’s in ons land, 4 tot 7 MTC’s mogen zijn. Voor de locatie van deze MTC’s wordt best rekening gehouden met volgende criteria:
de bevolking die door een supraregionale samenwerking bediend wordt, bedraagt 1,5 miljoen (Nederland, Duitsland) tot 2,5 miljoen (Engeland) inwoners;
de transporttijd (vanaf het vertrek van de patiënt op de plaats van het ongeval tot zijn aankomst in het MTC) mag niet meer dan 45 minuten bedragen;
een MTC zou per jaar minimum 240 patiënten met een ernstig trauma (Injury Severity Score (ISS) hoger dan 15), en minstens 80 patiënten met een zeer ernstig trauma (ISS>24) moeten opvangen.
er mag niet meer dan één MTC per supraregionale samenwerking zijn;
alle acute ziekenhuizen met een gespecialiseerde spoeddienst moeten ook deel uitmaken van de supraregionale samenwerking.
In de huidige context is het de MUG-arts die bepaalt welk ziekenhuis de beste zorg voor de patiënt kan verlenen, er is vandaag dus geen gemeenschappelijk triagesysteem.
De federale overheid beschikt niet over een traumaregister.
Aangezien er momenteel geen erkende MTC’s bestaan, is er ook geen traumaprotocol om te bepalen of patiënten dienen getransporteerd te worden naar een MTC.
De Minister,
Frank Vandenbroucke