Kamerlid
Kruimelpad
Nomenclatuurhervorming - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 14 februari 2023:
09.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, in het kader van de nomenclatuurhervorming en de herijking van de honoraria is er een wetenschappelijk team ingeschakeld samengesteld uit mensen van de ULB, de KU Leuven en Möbius. Hoeveel heeft dit team tot nu toe gekost? Hoeveel is er in totaal voor begroot?
09.02 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, er zijn drie teams, namelijk van de ULB, Möbius en de UGent. Ik kan u de details van hun respectieve taken bezorgen. Het project is op 1 juni 2019 begonnen en loopt in principe tot 31 december 2024. Daarvoor is een totaal budget uitgetrokken van 10.570.013 euro. Dat dient voor de vergoeding van de onderzoeksteams maar ook van de artsen-experten die participeren aan de werkgroepen en van de peilziekenhuizen die data aanleveren. Dat lijkt redelijk goed te lopen, wat de artsen-experten betreft krijg ik positieve feedback, al staan daar wel wat middelen tegenover.
Er is in een bijkomend budget van 3.146.000 euro voorzien voor een mogelijk avenant bij het contract voor 2025-2026, om indien gewenst de analyse van de werkingskosten verder te verfijnen nadat de nieuwe nomenclatuurcodes in de facturatiepakketten van de ziekenhuizen zijn opgenomen en aldus qua applicatie op het terrein in kaart gebracht kunnen worden. Een totaalbudget wordt opgenomen in het budget voor expertise van het RIZIV. Tot op heden is 2.768.396 euro uitbetaald. Ik heb een tabel met allerlei details, die ik u schriftelijk zal bezorgen.
09.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik ben blij te horen dat het vlot verloopt. Het is wel een flink bedrag, maar dat zijn keuzes die gemaakt worden. Ik vraag mij af of er ook is bekeken of de sector dit niet zelf kan bekijken, aangezien die toch terreinkennis heeft. Men zou eraan kunnen denken met een vaste enveloppe te werken waarbinnen zij dan bekijken welke behandelingen achterhaald en niet meer wetenschappelijk ondersteund zijn, zodat er binnen die enveloppe geld vrijgemaakt kan worden voor bijvoorbeeld innovatie. In dit geval is er gekozen om ook met een consultant te werken, Möbius. De vraag is in hoeverre die een meerwaarde betekent. Zal dit systeem in de toekomst behouden blijven of zal er voor de andere sectoren anders te werk gegaan worden?
09.04 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, het is jammer dat u niet aanwezig was, of misschien zelfs niet uitgenodigd was, op het symposium van de vereniging van Belgische specialisten, waar professor Leclercq van de ULB zijn methodes heeft uiteengezet en waar ook mevrouw Kesteloot, die de kostenanalyse doet, haar methodes heeft uiteengezet.
Persoonlijk vond ik de uiteenzetting van professor Leclercq heel indrukwekkend. Het is een heel gesofisticeerde methodologie, ook mathematisch, om te komen tot een herkalibratie van de duizenden nomenclatuurcodes. Dat is een bijzonder groot werk dat hij met bekwame spoed verder zet. Ik denk niet dat dit overdreven veel kost, maar men kan ook niet zomaar zeggen dat dit iets is wat de sector zelf kan doen. Men moet daar wetenschappelijke equipes op zetten. Misschien kunt u zijn presentatie nog te pakken krijgen. U moet dat eens vragen aan de verantwoordelijke van het VBS. Dat was echt indrukwekkend en dat plaatst dit verhaal in een andere context dangewoon zeggen dat de sector het zelf moet doen. Dat is niet echt mogelijk.
09.05 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik ben zeker geïnteresseerd in die presentatie en zal ze opvragen.
Logisch geredeneerd zou men toch kunnen zeggen dat de mensen die het terrein het best kennen en die weten welke technieken of interventies obsoleet zijn en waar er ruimte voor innovatie is, misschien ook wel verstandige beslissingen kunnen nemen, waarbij het geld dat nu…
09.06 Minister Frank Vandenbroucke:
Wat professor Leclercq doet, is zich van alle nomenclatuurcodes afvragen wat de verhouding is op een waardeschaal - die men later in euro zal uitdrukken - met de andere nomenclatuurcodes als men rekening houdt met de tijd die de arts besteedt, de verantwoordelijkheid die hij neemt, het risico dat hij draagt en de opleiding die nodig is. Dat gaat eigenlijk niet over het uitzuiveren van ondoelmatigheid, maar wel over het vergoedingsniveau. Hij volgt daar een heel bijzondere methode voor die wij hebben overgenomen uit de Verenigde Staten. Men moet dat echt aan een wetenschappelijk expert vragen, met advies van het terrein.
Het gaat dus niet over wat obsoleet is. Er wordt wel een nieuwe structuur gegeven aan die nomenclatuurcodes omdat de libellés voor een stuk obsoleet zijn, maar het is echt een verhaal van de relatieve waardering. U moet het eens bekijken, het is echt boeiend.
09.07 Frieda Gijbels (N-VA):
Dat zal ik zeker doen. Begrijp ik het goed dat dit eigenlijk kosten zijn die achteraf kunnen renderen, wanneer andere sectoren worden bekeken?
09.08 Minister Frank Vandenbroucke:
Inderdaad. Dat is een heel goede vraag.
De vraag wat dat zegt over andere sectoren, zal hopelijk veel eenvoudiger zijn, omdat men hier alle specialismen transversaal met elkaar moet vergelijken. Ik denk dat we daar inderdaad kunnen uit leren voor andere sectoren.