Kamerlid
Kruimelpad
Rekenhof rapport Sciensano - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 7 november 2023
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, het Rekenhof publiceerde een rapport over de manier waarop de gezondheidsgegevens door Sciensano worden beheerd. Er werden tal van tekortkomingen opgesomd, waarvan sommige toch wel de wenkbrauwen doen fronsen. Er is een compleet gebrek aan structuur en procedures en blijkbaar moest er in de covidperiode echt worden geïmproviseerd.
Het Rekenhof wijst op een mogelijke ongrondwettelijkheid met betrekking tot het delen van gegevens met derden, aangezien er geen wettelijk kader bestaat dat dit beschrijft. Hoe groot schat u dit risico in? Werd dit afgetoetst met andere instanties en wat is het resultaat daarvan? Zult u het wettelijk kader van healthdata.be aanpassen en tegen wanneer? Zult u de procedure voor beraadslagingen van het Informatieveiligheidscomité onderzoeken en aanpassen en tegen wanneer? Ook dat wordt door het Rekenhof gesuggereerd. Er bestaat blijkbaar geen samenwerkingsovereenkomst met de andere entiteiten buiten de covidpandemie. Op welke manier wordt hieraan geremedieerd? Er blijkt ook onduidelijkheid te zijn met betrekking tot de openbaarheid van gegevens en statistieken. Op welke manier zal dit worden verduidelijkt? Hoe staat het met de omzetting van de EU richtlijn met betrekking tot open data? Er is geen automatische gegevensoverdracht vanuit zorgverstrekkers of zorginstellingen, we hebben dit al verschillende keren aangehaald als problematisch en vertragend, terwijl dit in theorie wel mogelijk zou moeten zijn. Tegen wanneer komt dit in orde?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, ik heb uw vragen genummerd en zal de nummers aflopen. Ten eerste, het wettelijk kader voor de gegevensregistratie en gegevensuitwisseling betreffende testing en tracing, vaccinatiehandhaving, clusteropsporing en COVID-19-certificaten werd in verschillende samenwerkingsakkoorden gedefinieerd. Gegevensdeling kan nog steeds in overeenstemming met de GDPR-verordening, namelijk artikel 9.2 j, artikel 5.1 b, e en f en artikel 89.1 en 89.2 met specifieke bepalingen inzake wetenschappelijk onderzoek.
Ten tweede, we starten een analyse op over een reglementair kader voor healthdata.be als onderdeel van een bestaande federale instelling of als een nieuwe instelling en de relatie en de samenwerking met Sciensano, de federale instellingen en het nieuw opgerichte gezondheidsdata-agentschap wordt daarbij ook bekeken.
Ten derde, de wetgeving van het Informatieveiligheidscomité werd aangepast aan de opmerkingen van het Grondwettelijk Hof en de Raad van State. We hebben dit hier goedgekeurd bij meerderheid. U was het daar niet mee eens. Ik wil echter wel verwijzen naar het wetsontwerp dat hier gestemd is en het debat daarover.
Ten vierde, het Interfederaal Comité Testing & Tracing is belast met een analyse over de preparedness, inbegrepen de wetgeving en de gegevensuitwisseling die noodzakelijk zijn voor een goed beheer van een toekomstige pandemie. De uitkomst van de analyse zal richtinggevend zijn voor de samenwerkingsovereenkomsten die moeten worden afgesloten.
Ten vijfde, de gezondheidszorggegevens zijn gevoelige persoonsgegevens van medische aard. Ze zijn onderworpen aan de GDPR. Dit betekent dat geanonimiseerde of gepseudonimiseerde gegevens, indien nodig, kunnen worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek of voor statistische verwerking.
Ten zesde, de omzetting van de richtlijn open data werd op de ministerraad van 27 oktober 2023 goedgekeurd in tweede lezing en zal aan het Parlement worden voorgelegd.
Ten zevende en ten laatste, in het kader van het actieplan eHealth 2022-2024 lopen er momenteel verschillende projecten voor het standaardiseren van datasets met gezondheidsgegevens, caresets, die voor primair gebruik, dus in het kader van goede zorgverlening, kunnen worden bijgehouden, gedeeld en geconsulteerd. Daar zal verder op worden gebouwd voor het secundaire gebruik in lijn met de op til zijnde verordening rond de European Health Data Space.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, u antwoordt kort en bondig op mijn vragen. Ik meen nochtans dat het rapport van het Rekenhof heel belangrijke vaststellingen bevat die met de nodige ernst en aandacht bekeken moeten worden, onder meer waar het Rekenhof het heeft over ongrondwettelijkheid.
U wuift dat nogal makkelijk weg, vind ik. U verwijst naar de samenwerkingsakkoorden die zijn afgesloten met het oog op de beheersing van de pandemie. Wat het Rekenhof bedoelt, is echter dat er een bredere, algemeen geldende wetgeving gemaakt moet worden, en kaders die veel duidelijker zijn.
De openbaarheid van de gegevens was tijdens de covidcrisis echt een probleem, mijnheer de minister. Ik hoop echt dat hier in de toekomst aan gewerkt wordt, en dat duidelijk wordt wat openbaar is en wat niet. Dat is nu nog altijd niet zo. Nochtans was het beleid gestoeld op gegevens en analyses die door Sciensano gebruikt werden.
Kortom, ik hoop echt dat dit rapport met de nodige ernst en aandacht bekeken wordt, en dat er ook de nodige gevolgen aan gegeven worden zodat het heel duidelijk is wat publiekelijk raadpleegbaar is en wat niet als wij een volgende keer overvallen worden door een pandemie of als die gegevens voor andere doeleinden moeten worden gebruikt. Er mag zeker geen mogelijkheid zijn dat er op een ongrondwettelijke manier gegevens gedeeld worden.
Het incident is gesloten