Kamerlid
Kruimelpad
Ronselen van patiënten voor behandeling in het buitenland - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Volksgezondheid 7 februari 2023:
16.01 Frieda Gijbels (N-VA):
De laatste tijd ziet men wel vaker mensen naar het buitenland trekken om hun tanden te laten behandelen. Er wordt daarbij nogal eens agressieve reclame gevoerd door de buitenlandse tandartsen. Blijkbaar komen ze ook af en toe naar België om patiënten te ronselen. Zo was er eind vorige maand een ronselactiviteit in een hotel in Edegem. Er wordt reclame gemaakt voor esthetische behandelingen, voor gratis consultaties en radiologische onderzoeken. Dat lijkt toch duidelijk in te gaan tegen onze wetgeving en deontologie.
Worden dergelijke praktijken in kaart gebracht? Welke instantie is daarvoor bevoegd? Zijn dergelijke praktijken toegelaten? Indien niet, wie kan hiertegen optreden en op welke manier? Hoe vaak is er desgevallend in het verleden al opgetreden? Wat onderneemt de overheid in het algemeen tegen deze initiatieven?
16.02 Minister Frank Vandenbroucke:
Wat betreft de FOD Volksgezondheid zijn de artseninspecteurs, verbonden aan de federale toezichtscommissie, bevoegd om vaststellingen te doen. Mijn administratie is alert op dit soort misstanden, en de inspecteurs zijn al verschillende keren opgeroepen om bij dit soort gebeurtenissen in te grijpen. Zij rapporteren systematisch elk vastgesteld element aan de bevoegde autoriteiten. Dit kan de Orde der geneesheren zijn, het openbaar ministerie, het RIZIV, het FAGG of eventueel nog andere.
De kwaliteitswet bepaalt dat de gezondheidszorgbeoefenaar beroepsinformatie onder de aandacht van het publiek mag brengen, mits de beroepsinformatie feitelijk, objectief, relevant, verifieerbaar en wetenschappelijk onderbouwd is. Voorts mag professionele informatie niet aanzetten tot onnodige onderzoeken of behandelingen, en niet tot doel hebben patiënten af te schrikken. Anderzijds bepaalt de wet op de esthetische geneeskunde dat professionele informatie op het gebied van esthetische geneeskunde feitelijk, objectief, relevant, controleerbaar, discreet en duidelijk moet zijn, en niet vergelijkend mag zijn, of financiële argumenten mag gebruiken.
Tijdens de uitgevoerde inspecties werden al deze elementen door de organisatoren van de door u beschreven evenementen naar de letter nageleefd. Bovendien is tijdens de inspecties tot dusver geen enkel element van fraude vastgesteld. Mijn diensten controleren ook of er geen illegale uitoefening van de geneeskunde of tandheelkunde plaatsvindt, bijvoorbeeld een diagnose gesteld door iemand die niet bevoegd is om de praktijk uit te oefenen. Bij mijn weten is in dit verband slechts een keer aangifte gedaan bij het openbaar ministerie.
De nationale wetgeving en de Europese regels staan toe dat niet-gezondheidswerkers zich bezighouden met professionele communicatie. Deze communicatie is bijzonder gereglementeerd in vergelijking met andere sectoren. Anderzijds staat het de patiënt vrij zich te laten behandelen door de beroepsoefenaar en in het land van zijn keuze. Naar mijn mening moet de patiënt beter worden geïnformeerd over de risico’s van dit soort praktijken, met name wat betreft de verantwoordelijkheid van de artsen en de continuïteit van de zorg.
Zoals u weet, zal de toezichtscommissie op basis van haar vaststellingen ook beleidsaanbevelingen kunnen formuleren. Mogelijk is dit een onderwerp, waaromtrent men aanbevelingen kan uitwerken indien uit de praktijk zou blijken dat er zich in toenemende mate problemen voordoen.
16.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Dank u wel, mijnheer de minister. Uiteraard is de patiënt vrij in zijn keuze van arts om zich te laten behandelen, maar volgens mij gaat het hier om een agressieve manier van ronselen van patiënten. Ze gebruiken effectief argumenten als gratis behandelingen. Ik vind dat dit niet door de beugel kan. Het is een kwestie van verantwoordelijkheid en continuïteit van zorg, die niet altijd gegarandeerd wordt omdat die behandelende tandartsen zich in het buitenland bevinden. Ik vind dit een vreemde gang van zaken, die volgens mij in strijd is met de deontologie.
U geeft aan dat de toezichtscommissie bevoegd is en alert zal reageren op dergelijke praktijken. Er bestaat echter geen orde der tandartsen en dat vind ik een gemis. We hebben zelf een wetsvoorstel hierover ingediend dat al enige tijd hangende is. We bekijken of we dit inderdaad niet op tafel zouden moeten leggen. Er is immers toch wat ongerustheid in hoeverre die toezichtscommissie voldoende mankracht zal hebben om dat allemaal te controleren. Naast deze problematiek zijn er ook de bleachingsalons die als paddenstoelen uit de grond schieten en die volgens mij ook niet conform de wetgeving en deontologie handelen. Het gaat daarbij trouwens vaak niet om tandartsen. Ik ben benieuwd, maar ik meen dat hier strenger op toegezien moet worden.