
Kamerlid

Samenwerkingsverbanden van wachtposten - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 12 juli 2022
Frieda Gijbels (N-VA):
De inwerkingtreding van het KB van 10 september 2021 over de medische permanentie door huisartsen en de erkenning van samenwerkingsverbanden werd uitgesteld tot 1 juli 2022. Door de overbelasting van de huisartsen kon er niet voldoende tijd worden geïnvesteerd in de voorbereiding van de samenwerkingsverbanden. Een aantal randvoorwaarden zou ook nog niet ingevuld zijn.
Is het KB in werking getreden? Kan de minister een stand van zaken geven? Wat moet er nog allemaal gebeuren?
10.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Gijbels, het koninklijk besluit van erkenning trad in werking op 1 juli, maar het zuster-KB betreffende de financiering van de functionele samenwerkingsverbanden is momenteel nog in volle ontwikkeling en overleg. Er kan pas tot erkenning worden overgegaan wanneer beide koninklijke besluiten zijn gepubliceerd. Vanaf begin 2024 zou het hele land gedekt moeten zijn door samenwerkingsverbanden. Die tijdslijn en de manier van werken zijn afgesproken in het nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2022- 2023. Het komt erop neer dat ik wat tijd heb willen geven. Er wordt intensief over overlegd binnen het begeleidingsplatform Wacht. In dit platform zetelen vertegenwoordigers van het werkveld, artsensyndicaten, verzekeringsinstellingen, mijn strategische cel, de FOD en het RIZIV. Ik denk al eerder te hebben gezegd dat ik Frank Lippens, de gewezen directeur van het ziekenhuis van Deinze, als voorzitter heb aangesteld, omdat ik denk dat hij heel bekwaam is om de vele moeilijke kwesties daarbij goed ter sprake te brengen. De toekomstige financiering van de samenwerkingsverbanden zal afhangen van de besprekingen binnen dit platform. Er is een vergaderkalender opgesteld en de financieringsmogelijkheden worden per onderwerp besproken. De overheid wil de samenwerking tussen de wachtposten en de ziekenhuizen stimuleren, maar het is geen verplichting om zich in een ziekenhuis te vestigen. Ik merk wel de tendens bij de laatst opgerichte huisartsenwachtposten om nauw samen te werken met een ziekenhuis. Bij het vormen van een samenwerkingsverband is het te verkiezen dat minstens een van de deelnemende huisartsenwachtposten zich in of bij een ziekenhuis bevindt. Het koninklijk besluit van erkenning stelt dat een samenwerkingsverband moet bestaan uit minimaal drie wachtposten en minimaal 300.000 inwoners. Er zijn uitzonderingen mogelijk om redenen van geografische spreiding of bevolkingsdichtheid. In die gevallen kan een minimum van twee wachtposten en 225.000 inwoners volstaan. Een van de aandachtspunten die wordt aangegeven in het begeleidingsplatform is de nood aan een goede triage door 1733. Dat is nog niet overal beschikbaar. De remmende factor binnen de uitrol is de moeilijke personeelswerving waarmee de FOD Binnenlandse Zaken, de werkgever van de operatoren van de noodcentrales, wordt geconfronteerd. Een volledige uitrol van de triage via 1733 zal een bijkomend budget vragen ter aanwerving van extra operatoren. Ik stel echter ook vast dat het vandaag door IBZ ter beschikking gestelde budget nog niet geheel gebruikt kan worden, net door de moeilijke werving van de operatorprofielen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Ik begrijp dus dat er nog volop gesprekken lopen. Wat de functionele samenwerkingsverbanden betreft, die zijn in het leven geroepen om de organisatie van de wachtdiensten rendabeler te maken. Ik zou er toch voor willen waarschuwen dat ze ook voldoende bereikbaar moeten zijn. Het zou gek zijn als patiënten eerst een aantal spoeddiensten voorbij moeten rijden om dan een eerste wachtpost te vinden. We moeten erover waken dat de drempel voor de huisartswachtpost altijd lager blijft dan de drempel voor de spoeddienst. Ik denk dat daar de echte efficiëntiewinst te vinden is. De triage door 1733 is een al heel lang aanslepend probleem. Ik had ook al begrepen van mevrouw De Block, uw voorgangster, dat er vooral een probleem was in de zoektocht naar voldoende personeel. Dat probleem hoort eerder bij Binnenlandse Zaken. Het is echter ook weer iets wat de drempel voor de huisartsenwachtpost verhoogt, omdat het bestaande wachtnummer (niet 1733 nvdr) vaak een telefoonnummer is dat veel geld kost. Men hangt soms ook lang aan de lijn. Dat zijn toch zaken die volgens mij prioriteit verdienen, als we een correct gebruik van onze middelen willen nastreven.
Het incident is gesloten.
