Kamerlid
Kruimelpad
Sensibilisering ivm meniscetomieën - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 10 januari 2023:
18.01 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer devoorzitter, mijnheer de minister, in 2019 werd door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, de DGEC, een sensibiliseringscampagne opgestart om het aantal arthroscopische meniscectomieën bij 50-plussers terug te dringen. In 2018 werd er 9,4 miljoen uitgegeven voor iets meer dan 34.000 verstrekkingen. Bij 50-plussers, die 60% van de ingrepen uitmaken, wordt aangeraden om niet meer chirurgisch in te grijpen, maar om mobilisatieoefeningen te doen, gewicht te verliezen en orale medicatie in te nemen.
Wat is het resultaat van de campagne na vier jaar?
Werd het aantal arthroscopische meniscectomieën inderdaad teruggedrongen en met hoeveel?
Wat is de reactie van het terrein? Zijn zij mee met de aanbevelingen?
Wordt er in feedback voorzien voor de chirurgen in verband met hun behandelingsprotocollen?
Hoeveel meniscectomieën werden er in 2020 en 2021 nog uitgevoerd bij 50-plussers?
Werd er ook een informatiecampagne opgestart voor het publiek? Indien niet, bent u dat dan van plan?
18.02 Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw Gijbels, ik heb een antwoord met tabellen en dergelijke. Ik zal u zoveel mogelijk van het antwoord geven, maar ik zal het u misschien ook overmaken, zodat u de tabellen ook kan bestuderen.
De sensibiliseringscampagne van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle in 2019 en 2020 had tot doel het aantal meniscectomieën bij 50-plussers terug te dringen. Er werd overlegd met de kniechirurgen in de schoot van de Technisch Geneeskundige Raad van het RIZIV. De Belgische Vereniging voor Orthopedie en Traumatologie of BVOT wijdde een sessie van een symposium aan dit onderwerp in het najaar van 2020. Ook formuleerde de Belgian Knee Society of BKS een richtlijn in verband met de behandeling van degeneratief mediaal meniscusletsel in februari 2021. Het besef van de noodzaak om het aantal meniscectomieën bij 50-plussers terug te dringen is wel degelijk aanwezig bij kniechirurgen. Er wordt nog steeds regelmatig overlegd met de BVOT en de BKS. Het meest recente overleg gebeurde in oktober 2022.
Ondanks die inspanningen merken we in de cijfers nog geen daling van het percentage meniscectomieën bij 50-plussers. Ik zal u dus een gedetailleerde tabel bezorgen met de evolutie van het aantal verrichte alleenstaande meniscectomieën en de meniscectomieën in associatie met een heelkundige behandeling van de kruisband of kruisbanden in de periode 2016-2021, alsook het percentage ingrepen, verricht bij patiënten ouder dan 50 jaar.
Ik geef u de belangrijkste conclusies mee.
Voor de periode 2016-2021 is er een terugval in het aantal verrichte alleenstaande meniscectomieën. Het aantal gevallen in 2020 ligt beduidend lager door de impact van COVID-19 en het daaraan verbonden uitstel van niet-dringende zorg. In 2020 werden er 21.356 alleenstaande meniscectomieën bij de hele bevolking verricht. Dit aantal lag de jaren daarvoor ruimschoots boven de 32.000. Het percentage ingrepen bij 50-plussers is evenwel niet substantieel gedaald; wat bij uitstel van niet-dringende zorg en zelfs ondoelmatige zorg toch te verwachten zou zijn. Het percentage alleenstaande meniscectomieën bij 50-plussers bedroeg in 2020 57,4 %, wat 1 tot 2 procentpunt lager is dan de vorige jaren. De cijfers voor 2021 omvatten nog onvolledige gegevens die boekhoudkundig nog niet volledig zijn verwerkt, onder meer door de maximale facturatietermijn tot twee jaar na de datum vanprestatie.
We kunnen ondanks de inspanningen dus niet spreken van een trendbreuk. De Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle heeft daarom in samenwerking met het KCE en Cebam, op basis van een recente wetswijziging op 30 mei 2022, een voorstel voor een indicator ingediend bij de Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie volgens de modaliteiten van artikel 73, § 3, van de GVU-wet.
De voorgestelde indicator beoogt het ondoelmatig gebruik van meniscectomieën bij patiënten ouder dan 50 jaar te verminderen en de zorgverstrekkers ertoe aan te zetten de indicatiestelling van deze ingreep af te stemmen op de klinische richtlijnen. Voor deze voorgestelde indicator wordt alleen rekening gehouden met de alleenstaande meniscectomieën, gelet op het relatief beperkte aantal meniscectomieën in associatie met de behandeling van de kruisband of kruisbanden die tevens voor een andere indicatie plaatsvinden, vaak na trauma.
De indicator van manifeste afwijking van goede medische praktijken luidt als volgt: "De verstrekking van de nomenclatuurcode 276636/276640, opgenomen in artikel 14k van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekking inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen mag per kalenderjaar slechts voor 45 % van het totaal aantal verstrekkingen per zorgverlener bij patiënten ouder dan 50 jaar worden geattesteerd.
Op 6 december 2022 keurde de Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie deze indicator goed. De procedure voor de publicatie van de indicator in het Belgisch Staatsblad werd intussen opgestart. Deze procedure past binnen het belang van accountability in de zorg – verantwoorde zorg – dat is opgenomen in het regeerakkoord. Er werden daarbij inspanningen geleverd om de EBM-besluitvorming te bevorderen en de therapietrouw te versterken.
Met deze goedgekeurde en meetbare indicator zullen de zorgverleners concreter worden geïnformeerd en gesensibiliseerd voor meer appropriate care. De indicator vormt de verantwoordingsdrempel en bij afwijking daarvan kan de DGEC dat gemakkelijker vaststellen. De bewijslast bij afwijking ligt voortaan ook bij de zorgverlener zelf. Indien na een bepaalde periode wordt vastgesteld dat de indicatoren niet gerespecteerd worden, kunnen de betrokken zorgverleners worden aangeschreven en gewaarschuwd voor de mogelijke gevolgen. Eventuele sancties kunnen worden ingesteld indien de afwijking van deze verantwoordingsdrempel onvoldoende is gemotiveerd.
De dienst heeft geen informatiecampagne voor het publiek opgestart, maar naast de sensbiliseringscampagne bij de orthopedisten in september 2019 en juli 2020 werd er in juli 2020 ook een sensibiliseringscampagne verricht bij de huisartsen om hen te wijzen op de internationale klinische richtlijnen. Zodra de indicator is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad volgt een informatiecampagne ten aanzien van de betrokken zorgverleners, de pers en het publiek door onder meer publicatie op de website van het RIZIV.
18.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Het is inderdaad een beetje teleurstellend te horen dat er geen echt substantiële daling van het percentage ingrepen is en dat er nog geen effect van die campagne merkbaar is.
Ik kan mij voorstellen dat het niet gemakkelijk is de zorgverstrekkers ervan te overtuigen bepaalde dingen opeens anders te doen of bepaalde behandelingen anders aan te pakken. Ik meen dat zo'n campagne altijd tweeledig moet zijn. Zij moet niet alleen gericht zijn op de specialisten maar ook op het grote publiek, want dat publiek is ook vaak gewoon dat bij een bepaalde klacht een bepaalde operatie hoort. Ik meen dat daar toch op mag worden ingezet.
Een andere zaak die ik even wil aanhalen, is die van de kinesitherapeuten. Wij hebben het er net over gehad. De aanbeveling is om mobilisatieoefeningen te doen, eerder dan ingrepen. Ik wil dus voorstellen dat het budget dan verschuift naar de kinesitherapeuten, aangezien zij dan een deel van die behandelingen op zich zullen moeten nemen. Ik veronderstel dat dit een stuk goedkoper zou uitkomen.
Kortom, mijnheer de minister, het gaat inderdaad om doelmatige zorg. Die zou volgens mij een prioriteit moeten zijn. Helaas worden wat dat betreft niet zulke grote vorderingen gemaakt als op andere vlakken waar u zelf alle touwtjes in handen neemt.