Kamerlid
Kruimelpad
Stijging kankerdiagnoses - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie gezondheid - 7 november 2023
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, uit een analyse van de gegevens van het Belgisch Kankerregister door het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling blijkt dat het aantal kankers van 2004 tot 2019 met maar liefst 31 % gestegen is. De groeiende en vergrijzende bevolking en een snellere opsporing kunnen die stijging voor een deel verklaren. België hoort bij de Europese top wat kankerdiagnoses betreft, terwijl het sterftecijfer lager is dan het Europese gemiddelde. Dat is op zich wel een positief gegeven.
Standaardisatie van de cijfers voor de variabele tijd werpt echter een ander licht op de zaak. Ik geef een voorbeeld: indien alleen borstkanker wordt beschouwd, blijkt de kankerincidentie niet veranderd te zijn in gestandaardiseerde termen, in tegenstelling tot de algemene indruk. Dat onderstreept het belang en nut van juiste dataregistratie, -verwerking en -analyse. Ook tonen de cijfers verschillende tendensen op basis van de combinatie van kankertype en geslacht. Voorts wordt benadrukt dat de cijfers van 2020 en 2021 uiteraard met de nodige voorzichtigheid moeten worden bekeken, gezien de covidcrisis. In 2021 ziet men een piek in het aantal gevallen door een inhaalbeweging post-covid.
Ik stelde u in het verleden al vragen over de onderdiagnostiek tijdens de covidpandemie en die inhaalbeweging, maar ik heb hierover nog enkele vragen. Is er sprake van een volledige inhaalbeweging van de diagnose van de gemiste kankers tijdens de covidpandemie? Zijn er daar verschillen waarneembaar per provincie of per type kanker? U gaf in een eerder antwoord aan dat u het verschil in daling van het aantal diagnoses in de covidcrisis per gewest en tussen de provincies opvallend vond. Dat was inderdaad opvallend. Vooral in Henegouwen bleken er veel minder kankers te zijn gediagnosticeerd in de covidperiode.
Wordt dat verder bekeken op het niveau van de provincies of gemeenten? Wat is uw verklaring hiervoor? Is er inmiddels een onderzoek gebeurd naar dat verschil? Zijn er stappen ondernomen om zorgverstrekkers hierover te informeren? Gaat Sciensano ook aan de slag met de cijfers over kankerincidentie, de onderdiagnose tijdens de covidpandemie en de inhaalbewegingen? Denkt u dat Sciensano de aangewezen instelling is om een dergelijke analyse uit te voeren?
Minister Frank Vandenbroucke:
Op basis van het versneld aanleveren van gegevens van de labo's voor pathologische anatomie aan de stichting Kankerregister werd een inschatting gemaakt voor de onderdiagnose in de periode 2020-2021.
In totaal werden er ongeveer 2.700 diagnoses minder vastgesteld in de jaren 2020 en 2021. Deze berekeningen zijn vergelijkingen met 2019, zonder rekening te houden met de verwachte evolutie in kankerdiagnoses over de jaren. In absolute cijfers werd het grootste aantal ontbrekende diagnoses gezien bij colorectale kanker, inschatting van ongeveer 900 gevallen, gevolgd door hematologische maligniteiten, inschatting van ongeveer 560 gevallen, hoofd- en halskanker, inschatting van ongeveer 490 gevallen, en borstkanker bij vrouwen, inschatting van ongeveer 450 gevallen. Ondertussen zijn de definitieve kankerregistraties voor het jaar 2020 en 2021 beschikbaar en werd dus een volwaardige vergelijking met het precovidjaar 2019 uitgevoerd.
De resultaten daarvan liggen in lijn met de inschattingen op basis van de pathologieverslagen. Ook hier zien wij het grootste aantal ontbrekende diagnoses in 2020 bij colorectale kanker. Hier is dan de inschatting ongeveer 700 gevallen. Bij hematologische maligniteiten is de inschatting hier ongeveer 540 gevallen. In 2021 was er voor heel wat tumortypes een stijging waarneembaar ten opzichte van 2019.
Bij het analyseren per provincie werd de grootste daling in diagnoses, zowel absoluut als relatief, in 2020 gevonden in Henegouwen, -9,6 %. Omgezet in een precies cijfer is dat 864 ontbrekende diagnoses. De kleinste daling was er in Antwerpen, 0,1 %, 17 tumoren. In 2021 waren er geen dalingen ten opzichte van 2019 waar te nemen. De grootste relatieve toename, +6,2 %, werd geobserveerd in Limburg, dat gaat over 357 tumoren. De kleinste, 0,6 %, was er in Henegouwen, 54 tumoren.
Voor 2022 zijn er nog geen finale cijfers beschikbaar, maar er werden wel inschattingen gemaakt dankzij de gegevens van de laboratoria pathologische anatomie. Deze komen uit op zo’n 74.249 kankerdiagnoses met uitsluiting van de non-melanomenhuidkanker, waarvan 40.335 bij vrouwen en 33.914 bij mannen in België. De inschattingen wijzen op een lichte afname in vergelijking met de finale cijfers voor 2021, min 1 %, maar opnieuw een hoger aantal diagnoses dan in 2019, plus 3 %.
De vergelijking van de incidentie per tumortype en leeftijdsgroep per provincie resulteerde in kleine aantallen voor veel subgroepen. Deze kleine aantallen laten geen betrouwbare interpretatie toe. Bijgevolg worden deze resultaten niet in detail gegeven. Op gemeenteniveau zullen die aantallen nog veel kleiner zijn. Dergelijke analyses zijn daar niet betrouwbaar. Het opvolgen van de evolutie van de kankerincidentie maakt deel uit van de opdracht van de Stichting Kankerregister.
Het Kankerregister zal de kankerincidentie verder volgen in de tijd, trends analyseren, daarover hypotheses formuleren zo mogelijk en dat dan ook rapporteren. Het Kankerregister publiceerde daar ook al wetenschappelijke artikels over. Wat is de impact van corona op kankerincidentie? Wat is de mogelijke impact op het stadium bij eventueel laattijdige diagnoses? Daarnaast zijn er meerdere artikels die momenteel gereviewd worden over het effect van corona op de incidentie en het stadium bij diagnose bij solide tumoren, waaronder colorectale tumoren en borstkanker en tumoren van het centraal zenuwstelsel.
Ook naar de toekomst toe zet het Kankerregister het onderzoek en de rapportering daarover verder binnen een aantal duidelijke onderzoeksprojecten. Ik verwijs verder naar het Kankerregister voor informatie daarover. Ik heb in de bijlage wat figuren en tabellen die het secretariaat u zal geven. Sciensano werkt nu samen met het Kankerregister om de gezondheidseconomische impact van uitgestelde zorg voor kanker in kaart te brengen. Ik verwacht de resultaten in de loop van 2024. De rest van de informatie laat ik u bezorgen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, excuses voor de lange vraag en bijgevolg ook het lange antwoord. Ik zal de cijfers aandachtig bekijken. Er viel mij wel iets op. Ik weet niet of ik het goed begrepen heb. Het aantal gemiste tumoren of kankers was het grootst in Henegouwen, maar zij hebben ook de kleinste inhaalbeweging gemaakt.
Minister Frank Vandenbroucke:
Ja.
Frieda Gijbels (N-VA):
Dat is wel verontrustend. Ik weet niet of er specifiek wordt ingezet op de voorlichting en sensibilisering van patiënten en zorgverstrekkers om daarvoor extra aandachtig te zijn, zodat ook daar een grote inhaalbeweging kan worden gemaakt.
Het incident is gesloten.