Kamerlid
Kruimelpad
Telemonitoring Covid-19-patiënten - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
16 maart 2021: ingediende mondelinge vraag tijdens het actualiteitsdebat over COVID-19 in de commissie Volksgezondheid.
Frieda Gijbels:
Mijnheer de minister,
Er is een RIZIV conventie gecreëerd voor de telemonitoring van Covid patiënten.
Kan u aangeven hoe vaak deze conventie tot nog toe werd gebruikt?
Voor welke zorgverleners is de conventie toegankelijk en kan u aangeven wat de verdeling is in verband met het type zorgverleners?
Is de conventie enkel toegankelijk wanneer een patiënt gehospitaliseerd werd of niet?
Is er een tussentijdse evaluatie geweest of gepland en wat is hier de uitkomst van?
Denkt u eraan om deze conventie, in het kader van de problematiek van long Covid, uit te breiden naar andere zorgverstrekkers, zoals kinesitherapeuten?
01.23 Minister Frank Vandenbroucke:
De overeenkomst telemonitoring van covidpatiënten is eind december goedgekeurd door het Verzekeringscomité. In de loop van januari en februari zijn er al overeenkomsten gesloten met elf ziekenhuizen of groeperingen van zorgverleners, die zullen instaan voor de organisatie van projecten in hun regio. Het gaat zowel om ziekenhuizen als eerstelijnsorganisaties die instaan voor onder andere de organisatie van telemonitoringteams, de logistieke aspecten en de samenwerking tussen de verschillende betrokken zorgverleners. De deelnemende organisaties bezorgen een maandelijks overzicht van het aantal geïncludeerde patiënten, maar tot nu toe is er nog geen overzicht ontvangen. Patiënten kunnen geïncludeerd worden om een hospitalisatie te vermijden of om die zo kort mogelijk te houden, zodat zij thuis kunnen worden opgevolgd en ziekenhuisbedden vrij blijven.
Om de opvolging via telemonitoring door een professioneel medisch team mogelijk te maken, is er meetapparatuur en een beveiligd elektronisch platform nodig, waar teams alle gegevens van de patiënt verzamelen. Bepaalde gegevens kunnen geautomatiseerd worden verzameld en naar het platform gestuurd, andere gegevens voert de patiënt in via digitale applicaties. Als de patiënt of de mantelzorgers niet in staat zijn om dat zelf in te voeren, dan kunnen thuisverpleegkundigen hen ondersteunen. Bij achteruitgang of afwijkende waarden contacteert het telemonitoringteam de patiënt om de situatie op te volgen en om de patiënt te informeren en indien mogelijk gerust te stellen.
Bij belangrijke nieuwe symptomen, verslechtering van de situatie of wanneer een nieuwe medische evaluatie nodig is, wordt de patiënt of mantelzorger en de behandelend arts gecontacteerd door het telemonitoringteam om indien nodig het medisch beleid aan te passen. Dit medisch team staat dus in contact met de patiënt, de behandelende huisartsen, de thuisverpleegkundigen en artsen-specialisten met expertise in de behandeling van COVID-19.
Via de overeenkomst kunnen de organiserende groeperingen van zorgverleners een weekforfait verkrijgen per opgevolgde patiënt, waarmee ze zowel de zorgverleners vergoeden die instaan voor de opvolging van de data vanop afstand als de gebruikte technische platformen, alsook de logistieke en administratieve diensten die hiermee verbonden zijn. De overeenkomst legt geen verdeling vast van deze forfaits voor de verschillende kosten en zorgverleners. Voor de betrokken zorgverleners kunnen ook de bestaande verstrekkingen worden gebruikt, namelijk de consultaties of huisbezoeken voor artsen, het advies op afstand voor artsen, de klassieke forfaits voor verpleegkundigen of de tegemoetkomingen die werden voorzien in de cohortezorg voor verpleegkundigen en de klassieke behandelingen van kinesisten.
Het pilootproject loopt af op 31 december 2021 en zal dan worden geëvalueerd door een onderzoeksinstelling onder coördinatie van het KCE. Verder is er geen tussentijdse evaluatie gepland. Een begeleidingscomité kan worden samengeroepen indien dit wordt gevraagd door een van de contracterende partijen. De problematiek van longcovid en de opvolging op afstand van covidpatiënten door kinesitherapeuten is niet voorzien binnen dit pilootproject.
Met betrekking tot de zogenaamde longcovid zal ik mij wetenschappelijk laten adviseren. Op korte termijn heb ik gevraagd om een werkgroep samen te stellen, met mensen van de Hoge Gezondheidsraad, Sciensano en andere, om na te gaan wat wij weten op basis van evidentie uit de praktijk, goede en effectieve praktijk, zodat wij praktijkrichtlijnen kunnen beginnen opstellen. Dat is eigenlijk een tussenstap in afwachting van een zeer grondig wetenschappelijk advies, dat moet komen van het Kenniscentrum. Het is inderdaad een belangrijke kwestie aan het worden.