Kamerlid
Kruimelpad
Verontreiniging voormalige arseenfabriek Reppel, Limburg - Mondelinge vraag aan minister Clarinval
21 juni 2021
Mijnheer de minister,
In de deelgemeente Reppel (Bocholt, Limburg) is er een zware bodemverontreiniging ten gevolge van de productie van arsenicumafgeleiden door Métallurgie Hoboken (in de volksmond "Reppel Fabriek"). In de jaren '70 werd de productie van arseen gestopt, maar de sanering zou nog vele jaren op zich laten wachten door juridische geschillen.
Pas in 1999 werd het fabriek afgebroken en werd de verontreinigde site afgedekt met een folie.
Nog steeds wordt er verontreiniging van het grondwater vastgesteld. Verschillende omwonenden hebben een bodemattest gekregen, met waarschuwingen omtrent het gebruik van grondwater en (afgegraven) grond; Ook wordt er aanbevolen om zelfgekweekte groenten grondig te wassen en de handen goed te wassen na contact met aarde.
In de omgeving zijn er ook verschillende landbouwbedrijven die aan akkerbouw en/of veeteelt doen.
Mijnheer de minister,
is het FAVV op de hoogte van de verontreiniging?
kan u een historisch overzicht geven van al de acties die het FAVV in dit dossier ondernomen heeft?
werden/worden er analyses gedaan in het bijzonder met betrekking tot verontreiniging van gewassen of dierlijke producten? Indien ja, kan u dit toelichten?
moeten de landbouwbedrijven specifieke maatregelen nemen, moeten er specifieke analyses worden uitgevoerd? Indien ja, welke?
Met dank voor uw antwoorden,
Frieda Gijbels
13 juli 2021
10.02 Minister David Clarinval:
Het actieve toezicht op het milieu en milieuvervuiling en de aanwezigheid van contaminaties in moestuinen van particulieren maakt deel uit van de bevoegdheden van de Gewesten. Het is aan hen om een duidelijk beeld te scheppen van de aarde en de omvang van milieucontaminaties, zowel wat betreft de graad van besmetting als de geografische verspreiding. De verontreiniging met zware metalen in de Noorderkempen is bekend bij het FAVV sinds 2003. In 2004 en 2005 werd de monitoring doorhet FAVV naar de aanwezigheid van cadmium en lood in de voedselketen nog verhoogd en ook toegespitst op verontreinigde gebieden. De focus lag daarbij vooral op het onderzoek van de organen van runderen, gecombineerd met de bemonstering van plantaardige producten. Er werd een verbod ingesteld inzake de uitvoer en de intracommunautaire handel van bepaalde runderen en het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde nieren van die runderen, afkomstig uit een aantal gemeenten van de Noorderkempen. Onder andere op basis van de resultaten van 2003-2004-2005 heeft het FAVV beslist om vanaf februari 2006 alle nieren van runderen ouder dan een jaar ongeschikt te verklaren voor menselijke consumptie. Naar aanleiding van een nieuwe monitoringcampagne 2010-2012 kwam er een versoepelde regeling met betrekking tot het in de handel brengen van de rundernieren en werd het ingestelde exportverbod en het verbod op de intracommunautaire handel opgeheven via een ministeriële beslissing. In de periode tussen 2017 en 2020 werden 4.114 analyses uitgevoerd op de zware metalen CD cadmium, PB lood, AS arseen en HG kwik in levensmiddelen, zoals bereidde producten, vlees, eieren, groenten en fruit, zaden, granen, melk, thee en koffie, maar ook dierenvoeders en water. Het percentage conformiteit van deze analyses is 99,3 %. Eind 2008 werd het FAVV opnieuw gecontacteerd door OVAM. Hierop heeft de bodemsaneringsdeskundige een staal genomen van voedergewassen die zeer dicht in de buurt van de site werden geteeld en deze laten analyseren op arseen. Aangezien dit staal conform was, werden door het FAVV geen extra monsternemingen meer uitgevoerd. De verontreinigingssituatie in de omgeving is bekend en de landbouwbedrijven moeten in hun autocontrole dus rekening houden met deze situatie en de nodige maatregelen nemen opdat de producten die zij op de markt brengen veilig en conform alle normen zijn. Dit is een van de basisprincipes die op Europees niveau werden vastgelegd en worden gehanteerd. Het FAVV ziet erop toe dat de operatoren deze verantwoordelijkheid opnemen.
10.03 Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, het is mij niet helemaal duidelijk in hoeverre het specifiek over deze arseenfabriek gaat of eerder over de zinkindustrie in de Noorderkempen. Dat zijn immers twee aparte zwaar verontreinigde sites. Toen ik alle verslagen uit het verleden las, was het mij ook niet duidelijk of er op die sites al analyses van landbouwgewassen zijn uitgevoerd. Die autocontrole is belangrijk en ik kan mij voorstellen dat de landbouwers daarover geïnformeerd zijn, maar ik vind daarover heel weinig gegevens terug. Ook het feit dat die bodemverontreiniging pas sinds 2003 gekend zou zijn, verbaast mij heel erg aangezien er al in de jaren '70 op werd gewezen dat er daar een zware verontreiniging had plaatsgevonden. Ook daar is een betere afstemming tussen het regionale en het federale niveau wenselijk. U kent ons standpunt daaromtrent. Voor ons part zou voedselveiligheid daarom ook naar het niveau mogen waarop landbouw en milieu zich bevinden.