Kamerlid
Kruimelpad
Vogelgriep in België - Mondelinge vraag aan minister Clarinval
28 april 2021:
! Deze vraag werd omgezet naar een schriftelijke vraag !
Mijnheer de minister,
Op 22 april werd bij een handelaar in hobbyvogels en hobbypluimvee in het West-Vlaamse Waregem een nieuwe besmetting van vogelgriep met het hoog pathogene type H5N8 vastgesteld. Ook in Silly (Henegouwen) werd op 16 april een geval ontdekt. (https://www.favv-afsca.be/professionelen/dierlijkeproductie/dierengezond...). Er werd reeds een beschermings- en toezichtsgebied rond de haard ingesteld.
In dat kader stel ik u volgende vragen:
Kan u verduidelijken wat de exacte omvang van het probleem is?
Werd er reeds onderzoek gedaan naar de oorsprong? Hoe is heeft dit virus ons land bereikt?
Zijn er nog bijkomende verkochte dieren besmet? Zo ja, weet men aan wie ze werden verkocht en wordt dit opgevolgd?
Is het volgens u wenselijk dat, in tijden van vogelgriepdreiging, men zou moeten registreren aan wie dieren verkocht worden?
Heeft u zicht op de (potentiële) impact van deze vogelgriep op de pluimveehouders?
Worden pluimveehouders ook steeds vergoed in geval van preventieve ruimingen of vindt er enkel compensatie plaats na een bevel tot ruiming van positieve gevallen? Zo ja, onder welke voorwaarden en wat is de hoogte van de vergoeding?
Wat wordt er voorzien om aan de bezorgdheden/noden van de pluimveehouders tegemoet te komen? Welke preventieve, ondersteunende en remediërende maatregelen worden er allemaal voorzien?
Vindt er hiertoe het nodige overleg met/communicatie naar de sector plaats?
Met dank voor uw antwoorden.
Frieda Gijbels
6 januari 2022
De besmettingen met vogelgriep, die het FAVV heeft ontdekt bij een vogel- en pluimveehandelaar in Waregem en een hobbyhouder in Silly, zijn met elkaar gelinkt. De hobbyhouder had via een markt in zijn buurt een besmette eend van de handelaar aangekocht.
Het is duidelijk dat het vogelgriepvirus, dat bij de handelaar werd aangetroffen en via die weg naar het pluimvee van de hobbyhouder werd verspreid, afkomstig is van wilde vogels. Het FAVV heeft 2 mogelijke bronnen van besmetting vastgesteld. Zo kan het virus mogelijk bij de handelaar geïntroduceerd zijn via besmette eenden die werden aangekocht bij een andere hobbyhouder. Aangezien de handelaar zijn eenden in open lucht hield onder netten, kan ook een besmetting van zijn buitenrennen door uitwerpselen van wilde vogels niet uitgesloten worden. Het onderzoek van het FAVV heeft hierin geen verdere duidelijkheid kunnen scheppen.
De betrokken handelaar stond elke week op meerdere publieke markten. Er werden gelukkig geen bijkomende besmettingen ontdekt via de verkoop van besmet pluimvee op deze markten. Dit komt mogelijk omdat de besmetting bij de handelaar enkel eenden betrof, die minder gevoelig zijn voor vogelgriep en daarom minder virus verspreiden.
Telkens een hoogpathogeen vogelgriepvirus circuleert bij wilde vogels, is de kans groot dat er ook besmettingen worden vastgesteld bij hobbyhouders en commerciële pluimveehouders. De uitwerpselen van besmette wilde vogels zijn immers zeer infectieus en het virus wordt gemakkelijk overgedragen op pluimvee en gehouden vogels. De preventieve maatregelen, die ik op advies van het FAVV opleg aan de pluimveebedrijven en de hobbyhouders, zijn er op gericht om het risico van besmetting door wilde vogels zoveel als mogelijk te beperken. In de pluimveesector worden alle verplaatsingen van pluimvee reeds geregistreerd. Mochten ook handelaars en hobbyhouders alle transacties van hobbypluimvee registreren, dan zal weliswaar de tracering van besmette dieren bij hen vlotter verlopen en vollediger zijn, maar dit geeft geen bijkomende garanties op een betere bescherming van de pluimveestapel. De ervaring uit het verleden leert immers dat een besmetting bij een hobbyhouder in de meeste gevallen doodloopt. Voor het toezicht bij hobbyhouders rekent het FAVV daarom eerder op het onderzoeken van ziekteproblemen, die hobbyhouders melden aan hun dierenarts.
Net zoals bij eerdere besmettingen, werden ook in dit geval in een straal van 10 km rond de besmette site beperkende maatregelen genomen voor zowel de professionele sector als de hobbyhouders. Deze maatregelen zijn gedurende een maand van kracht geweest. Ze hebben uiteraard een impact op de normale werking van de sector en er zijn steeds handelsbeperkingen voor pluimvee en pluimveeproducten afkomstig uit deze zone. Door deze besmettingen werd ook de voor einde april geplande versoepeling van de ophokverplichting van vogels op commerciële pluimveehouderijen uitgesteld. Deze versoepelingen werden finaal enkele weken later doorgevoerd, op 12 mei 2021.
Alle pluimveehouderijen, die in het kader van de bestrijding van vogelgriep in opdracht van het FAVV worden geruimd, kunnen aanspraak maken op een vergoeding door het Sanitair Fonds. Deze vergoeding vormt een billijke vervangwaarde voor de gedode dieren. Ze wordt berekend aan de hand van vergoedingstabellen, die het Fonds gebruikt om de precieze waarde van de dieren vast te stellen in functie van de soort en het type en de leeftijd van de dieren. Deze tabellen zijn in overleg met de pluimveesector opgesteld. Voorwaarde is uiteraard dat de betrokken pluimveehouder de voorziene maatregelen correct heeft nageleefd.
Het is steeds mijn ambitie om samen met het FAVV de maatregelen uit te werken die het best geschikt zijn om problemen met vogelgriep te beheersen. Deze maatregelen voorkomen niet alle uitbraken, maar ze maken het zeker mogelijk om het aantal besmettingen sterk te beperken. Deze maatregelen leggen onvermijdelijk beperkingen op aan pluimveehouders, zowel professionelen als particulieren, en betekenen ook dat de normale activiteiten gehinderd worden. Er wordt steeds gestreefd naar een zo groot mogelijk effect voor een zo klein mogelijke last. In de mate van het mogelijk wordt daarbij tegemoet gekomen aan de noden van de pluimveehouders. De maatregelen worden veelvuldig overlegt met de sector en worden naar mijn aanvoelen ook door de sector ondersteunt.