Kamerlid
Kruimelpad
Voorraad donorbloed - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 7 juni 2022:
Frieda Gijbels (N-VA):
Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, het Rode Kruis Vlaanderen gaf vorige maand aan dat de bloedvoorraden heel erg laag waren. Alleen van de bloedgroep B+ zou er nog voldoende voorraad zijn, bij alle andere bloedgroepen zou er een alarmerend lage voorraad zijn.
Dat is jammer. Ons land heeft immers een mooie en lange traditie van vrijwillige, onbetaalde bloeddonatie. Daar is een onderbreking in gekomen. Wellicht zit de covidcrisis hier voor iets tussen, waardoor de routine van vaste donoren werd onderbroken, en blijkbaar ook niet meer opgepakt.
Het hoeft geen betoog, het is van belang om steeds een voldoende hoge bloedvoorraad te verzekeren. Op dit moment zou er voorraad zijn voor minder dan een werkweek.
Is geweten wat de reden is van de terugval in donaties? Is dat inderdaad te wijten aan de covidcrisis? Of spelen er andere factoren mee?
Welke acties hebt u reeds kunnen ondernemen om de bloedvoorraad terug op punt te krijgen? Welke acties zult u eventueel nog ondernemen?
Minister Frank Vandenbroucke:
Mevrouw de voorzitster, het FAGG vraagt op wekelijkse basis de bloedvoorraad op bij de vier bloedinstellingen. Die gegevens worden gecompileerd, om een beeld te krijgen van de nationale bloedvoorraad.
Inderdaad, sinds eind maart was er een daling, die nog niet direct reden tot ongerustheid gaf, een fluctuatie is op zich immers niet abnormaal. Op 21 april viel echter op dat de bloedvoorraad bleef dalen en bewoog in de richting van een kritieke voorraad. In eerste instantie werden de verschillende bloedinstellingen gecontacteerd. Zij hebben dat trouwens ook zelf proactief gezegd. Wellicht is er een combinatie van factoren. Er is de impact van covid, maar misschien is er ook iets structureler aan de hand. Dit moet in elk geval aangepakt worden. De betrokken administraties en mijn beleidscel werken samen met de bloedinstellingen om het hoofd te bieden aan deze situatie. Zo is aan de ziekenhuizen gevraagd om het lokale beheer van de bloedvoorraad te optimaliseren. Dat is het zogenaamde patient blood management. Daarnaast werd sinds 26 april een nauwere opvolging van de nationale bloedvoorraad verzekerd. Wij zijn die dagelijks gaan opvolgen in plaats van wekelijks.
De bloedinstellingen hebben zelf ook campagnes voor donorwerving opgestart. Ik heb bijvoorbeeld zelf op 4 mei een bezoek gebracht aan het donorcentrum in Brussel om het belang van bloeddonatie onder de aandacht te brengen. Ik was daar aangenaam verrast door de niet-aflatende motivatie van het personeel en de donoren. Ik denk dat die acties een positief effect hebben gehad omdat de bloedvoorraad opnieuw is toegenomen tot boven het optimale niveau. Op 20 mei bedroeg de bloedvoorraad 11.163 eenheden. Dat is goed, want een kritische voorraad bedraagt minder dan 4.250 eenheden. Voorlopig stellen de gegevens van 20 mei ons even gerust, maar ik heb het gevoel dat er op dit vlak sprake kan zijn van een structurele trend. Dat moeten we zeer nauwlettend in het oog houden en we moeten eventueel nadenken over bijkomende acties.
Frieda Gijbels (N-VA):
Dank u wel, mijnheer de minister. Ik denk dat het inderdaad erg belangrijk is mensen proberen te overtuigen, maar ook de reden van de daling van het aantal donaties moet worden achterhaald. Covid zal daar zeker een rol in spelen, maar eender wat die routine onderbreekt, is problematisch.
Ik ben daarom ook ongerust over het wetsvoorstel dat vorige week werd goedgekeurd in de plenaire vergadering. Dat wetsvoorstel ging over de verkorting van de wachtperiode van twaalf naar vier maanden voor mannen die seks hebben gehad met mannen. Die wijziging vereist een geheel andere organisatie. Er zijn daardoor een heleboel bijkomende maatregelen nodig. Rode Kruis Vlaanderen geeft aan te vrezen dat door de expliciete vragenlijsten de mobiele collectes veel moeilijker zullen verlopen.
Ik wil vragen erover te waken dat die flankerende maatregelen mogelijk zullen zijn, maar ook te waken over de impact op dat vaste contingent van vrijwilligers. Indien er op een andere manier wordt gewerkt en mensen zich bijvoorbeeld verder moeten verplaatsen om bloed te geven, kan dit routines doorbreken en mensen afschrikken. Laat dit goed onderzoeken zodat er proactief maatregelen kunnen worden genomen om een eventuele grote negatieve impact te voorkomen.
Het incident is gesloten.