Kamerlid
Kruimelpad
Vorderingen SSC en pandemieplan - Mondelinge vraag aan minister Vandenbroucke
Commissie Gezondheid 25 oktober 2022:
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, een thema waarover we al vaker gediscussieerd hebben, is de evaluatie van de COVID-19-crisis. Er is een Strategic Scientific Committee opgericht om lessen te trekken uit de pandemie. U weet dat we van mening verschillen over de samenstelling van dat comité. Dat heeft zo goed als dezelfde samenstelling als de GEMS, de experten die advies hebben gegeven voor het coronabeleid. Eerder kondigde u al aan dat het verouderde pandemieplan zou worden aangepast, maar daarvan zien we nog steeds niets.
Als we deze gang van zaken vergelijken met wat er in Nederland gebeurt, dan zijn er grote verschillen op te merken. In Nederland wordt er een onafhankelijke analyse gemaakt van verschillende thema's binnen de samenleving. Er worden echte lessen getrokken en er worden analyses gemaakt van hoe men is omgegaan met de coronacrisis.
Hoe staat het nu met het Strategic Scientific Committee? Hoe vaak is dat comité samengekomen? Ik vind er immers heel weinig informatie over. Waar kunnen we bijvoorbeeld de agenda en de verslagen vinden? Welke is de tijdslijn? Wat is de doelstelling van hun werking? Welke output zullen zij leveren?
Hoe staat het nu met de lessons learned en de evaluatie van de aanpak van de pandemie? Wie is daarmee bezig buiten het Strategic Scientific Committee? Welke zijn daarvan de vorderingen? Wanneer kunnen we daarover nog bijkomende resultaten verwachten?
Hoe staat het met het nieuwe pandemieplan? Wie is daarmee bezig? Wanneer kunnen we het aangepaste plan verwachten? Zijn we zo klaar als het kan om een nieuwe pandemie te lijf te gaan, als die zich zou aandienen?
Minister Frank Vandenbroucke:
De oprichting van de SSC werd gevalideerd door de IMC van 20 april 2022. Sindsdien is het voorbereidende werk volop aan de gang en worden administratieve formaliteiten in orde gebracht. Dan gaat het over het opstellen en de validatie van het mandaat en het huishoudelijk reglement, het formeel aanduiden van leden, de ondertekening van vertrouwens- en belangenverklaringen en de ondertekening van het desbetreffende protocolakkoord, gevalideerd door de preparatoire van 26 september 2022.
Het SSC is nog niet in zijn officiële hoedanigheid samengekomen. Hoewel de definitieve hoedanigheid van het SSC op dat moment nog niet vaststond, formuleerde het in juni en juli 2022 wel reeds een aantal adviezen omtrent de epidemiologische situatie en vooruitzichten en aanbevelingen voor het najaar, gelet op de hoogdringendheid daarvan.
De verslagen zullen worden gepubliceerd op een specifieke website van het SSC die binnenkort online zal komen. Op mijn vraag zal het SSC adviezen verstrekken over de evaluatie van maatregelen, de beheersstrategie en de beleidsvoorbereiding in het kader van de nazorg van de covidgezondheidscrisis en de pandemic preparedness. De verstrekte adviezen zullen de verschillende mogelijke benaderingen uiteenzetten, net als de concrete impact daarvan.
Momenteel loopt op initiatief van de FOD Volksgezondheid en op basis van de aanbevelingen van de bijzondere commissie belast met het onderzoek naar de aanpak van de COVID-19-epidemie door België een strategische denkoefening rond crisisbeheer. Voor deze opdracht vertaalt zich dat in de ondersteuning van de dienst Crisisbeheer van de FOD Volksgezondheid bij het beheren van risico's voor de volksgezondheid en het bestrijden van een volgende crisis en het zo goed mogelijk voorbereid zijn op een volgende crisis. Het is belangrijk om de pandemische paraatheid duurzaam te verankeren, zowel op het vlak van beheersprocessen als van organisatorische aspecten. Het is daarbij uitermate belangrijk om te kunnen bouwen op de continuïteit met en ervaring uit het covidbeheer van de afgelopen periode. Daarnaast is het belangrijk om te kunnen voortbouwen op het begrip en het belang van de structurele samenwerking met het Nationaal Crisiscentrum in het crisisbeheer, alsook ervaringen en aanknopingspunten met de Europese evoluties en meer bepaald de recente oprichting van het HERA, wat ook een aantal ijkpunten zal impliceren waaraan België gevolg zal willen geven.
Dit is allemaal recent in de notificaties van het Overlegcomité aangehaald als opdracht voor het COVID- 19 Focal Point.
Voor alle domeinen wordt ook een verdere verankering van de gebruikte methodologie en procedures in de organisatie voorzien.
Het doel van de oefening is om binnen de FOD Volksgezondheid te kijken welke lessen we kunnen trekken om ons crisisbeheer verder op punt te stellen. Daarbij zullen onder andere de geleerde lessen van de covidpandemie centraal staan. Hierbij zal worden gekeken naar wat gezondheidscrisisbeheer betekent voor de FOD, hoe dit kan worden georganiseerd en hoe de samenwerking met partners verloopt.
In het kader van deze oefening werden al verschillende initiatieven georganiseerd, waaronder een interne workshop binnen de FOD. De output wordt de komende maanden verwacht. Het Pandemic Preparedness Plan zal deel uitmaken van het Generic Preparedness Plan. Dit wordt momenteel herwerkt om te voldoen aan de huidige noden en technologieën en wordt uitgewerkt door de dienst Crisisbeheer van de FOD Volksgezondheid. De bestaande documenten werden al doorgenomen en een lijst van vaak gebruikte afkortingen en begrippen en definities werd reeds opgesteld en vertaald.
Het voorstel van structuur en verspreiding van het plan werd uitgewerkt. De volgende stappen zijn een internationale vergelijking en het opstarten van expertengroepen.
Via de plannen die ik nu vermeld heb, de strategische oefening en een aantal andere initiatieven, met name het opvolgen en implementeren van de aanbevelingen van de bijzonder parlementaire commissie en ook het overlegplatform voor de farmaceutische stock, dat structureel moet denken en initiatieven moet voorstellen met betrekking tot de inhoud, de methode en het beheer van de strategische stock, ijveren mijn diensten om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op een nieuwe pandemie.
Ook stelde het Covid Focal Point een nota rond preparedness op voor aanstaande herfst en winter ter attentie van de preparatoire van de interministeriële conferentie. Daarin wordt een aantal interventies op het vlak van public health voorgesteld vanaf september, waaronder vaccinatie, maximale preventie in levensstijl, reductie in viruscirculatie en een aantal structurele stappen rond preparedness. Inzake preparedness onderstreepte het Focal Point het belang van een goede financiering voor het testbeleid, een surveillancesysteem, een pandemic intelligence network, administratieve vereenvoudiging en verankering van de nodige regelgeving.
Dit is de stand van zaken op dit moment. Er lopen nog heel wat initiatieven. Wij kijken vooral vooruit. Zij wij goed voorbereid? Van daaruit wordt steeds een stuk evaluatie gemaakt om te bekijken of er goed werd gepresteerd. Van daaruit probeert men dan de voorbereiding te verbeteren. Wij moeten op deze lijn voort werken, mevrouw Gijbels.
Het is echter misschien goed dat ik op bepaald moment, maar we zullen dat misschien best overeenkomen, het eens globaliseer en samenbreng. Dit is immers een ingewikkeld verhaal. Ik kan aannemen dat u zegt dat u door die bomen het bos niet meer ziet. Dat zou ik goed kunnen begrijpen. Misschien moeten wij, samen, in overleg, eens bekijken wanneer wij dat hier eens op een structurelere manier brengen, op een meer georganiseerde manier. Dan kan ik een antwoord geven op het soort vragen dat u stelt. Dan kunnen wij ook eens bekijken hoe het zit met die preparedness. Wij moeten eens nadenken over het moment waarop wij dat zullen doen en hoe wij dat zullen doen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, sinds de covidcrisis hebben wij hier de gewoonte om af en toe een technische sessie te organiseren. Dat is een ideaal moment om zoiets eens naar voren te brengen.
Minister Frank Vandenbroucke:
Dat kan die vorm aannemen, maar ik zou graag een overleg hebben over het moment, omdat ik denk dat wij het moeten doen als de experts, de technici, de FOD zeggen dat ze er klaar voor zijn. Dat betekent niet dat ik het wil uitstellen, maar ik wil een moment zoeken waarop u een afgerond beeld kunt krijgen.
Ik vind dat u mij daar politiek mag op aanspreken. Er speelt wel degelijk een politiek element mee en het is dus zeker geen louter technische oefening. We moeten bekijken hoe we dat kunnen combineren. De meerderheidsfracties zijn vast en zeker geïnteresseerd en de hele groep moet zich beraden over hoe dit verder kan worden uitgewerkt. Ik ben alvast voorstander, maar wel op een geschikt ogenblik én in de gepaste formule.
Frieda Gijbels (N-VA):
Mijnheer de minister, ik hoop alleen dat dit niet te ver in de toekomst zal zijn. Het verontrust me dat u stelt dat het SSC, het comité dat een betere voorbereidheid moet bewerkstelligen, vooralsnog niet is samengekomen.
Minister Frank Vandenbroucke:
Nog niet formeel, inderdaad. Formele zaken nemen nu eenmaal de nodige tijd in beslag. We hebben het hier over besluiten, en die vragen tijd. Men is wel reeds aan de slag, maar is nog niet samengekomen op basis van formalistische procedures en een aanduiding. Ik meen dat de procedures inmiddels zijn afgehandeld, en dat men dus eerst eerstdaags ook formeel aan de slag moet kunnen.
Frieda Gijbels (N-VA):
Ik kijk alvast uit naar de sessie die we daarover zullen organiseren. We mogen dit niet voor ons uitschuiven, of laten aanmodderen en verwateren. De ervaringen die we met zijn allen hebben gehad de afgelopen twee jaren, met behoorlijk veel impact, riskeren anders minder scherp te worden. We riskeren een pak ervaring en opgebouwde expertise te verliezen als we er niet snel mee aan de slag gaan. Ik verwijs nog even naar een Nederlandse Onderzoeksraad voor Veiligheid die vele pagina's met lessen op hun website hebben gezet. Het betreft lering die ze hebben gehaald uit de coronacrisis en een boel aanbevelingen over de manier waarop één en ander beter kan worden aangepakt.
Ik vind uw antwoord dus niet echt geruststellend, mijnheer de minister, en zelfs wat warrig. Meestal wijst dat op een gebrek aan veel wil om ermee aan de slag te gaan. Ik hoop binnenkort het tegendeel te zien.
Minister Frank Vandenbroucke:
Het zijn uw woorden die hier warrig zijn. Ik heb gezegd dat ik zou kunnen begrijpen dat u door de bomen het bos niet meer ziet. Volgens mij verloopt alles redelijk goed georganiseerd, maar het is nu eenmaal een complex gegeven.
De voorzitter:
De commissie zal zich hier zeker terug over buigen. Ik reken alvast op collega Gijbels om ons daar attent op te maken. Wat de timing betreft, denk ik dat het realistisch is om dit in januari op te pakken. De komende twee maanden zie ik daar geen kans toe. We kunnen dit immers niet zomaar op een uurtje afhandelen. We gaan ons daarover beraden, en zien dan wel. Hoe dan ook zullen we het opnemen in de werkzaamheden van de commissie.
Het incident is gesloten.